100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding In Het Nederlandse Recht - Inleiding in het Recht (1100INLR22) $5.93
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding In Het Nederlandse Recht - Inleiding in het Recht (1100INLR22)

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting biedt een helder en bondig overzicht van het Nederlandse rechtssysteem. Het legt uit hoe de rechtspraak is georganiseerd en hoe de wetgeving werkt. De grotere rechtsgebieden – staatsrecht, bestuursrecht, privaatrecht en strafrecht – worden kort toegelicht, met aandacht voor hu...

[Show more]

Preview 4 out of 32  pages

  • Yes
  • December 15, 2024
  • 32
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Kennis blok 1

Week 1

Hoofdstuk 1

Wat is recht?

Recht is het geheel van regels waaraan de burgers moeten gehoorzamen, die zijn gemaakt door de
overheid.

Primaire regels > regels die gedrag voorschrijven.
Secundaire regels > regels die regelen hoe en wie de primaire regels moeten toepassen.

Het recht kent drie belangrijke functies:

1. Rechtsregels ordenen de samenleving
2. Rechtsregels beschermen de burger
3. Met rechtsregels voert de overheid beleid uit (instrumenteel recht).


Bronnen van het recht

1. Wet- en regelgeving > statuut voor het koninkrijk der Nederlanden. Rechtsregels die zijn
vastgesteld door de wetgever

2. Gewoonterecht > ongeschreven recht, gewoonten die binnen een bepaalde groep voor
langere tijd als bindende rechtsregels worden beschouwd

3. Verdragen en Europese maatregelen > afspraken die zijn vastgesteld tussen verschillende
landen of organisaties

4. Jurisprudentie (rechtersrecht) > wanneer de rechter een onduidelijke regel uitlegt voor het
maken van een nadere/nieuwe regel


Grondwet > het belangrijkste staatdocument en de hoogste nationale wet van Nederland. Bevat
regels over:
1. Staatinstellingen
2. Grondrechten van de burgers
3. Bestuur, wetgeving en rechtspraak


Nederland heeft een monistisch systeem > een recht wordt rechtstreeks doorgezet:

- Verdragen waarbij Nederland partij is, maken deel uit van de Nederlandse rechtsorde. Er is
sprake van 1 systeem en het verdrag hoeft niet worden omgezet zodat het in het nationale
recht geldt.
- Als een verdrag bepalingen bevat die ieder kunnen verbinden, gelden ze voor elke burger in
Nederland.

,Soevereiniteit > een staat mag haar eigen rechten vaststellen

Indelingen in het recht:

- Privaatrecht en publiekrecht
- Nationaal en internationaal
- Materieel en formeel
- Objectief en subjectief


Privaatrecht:

De relatie tussen burgers onderling (horizontaal/gelijk). Belang voor het individueel.
Rechtsgebieden:

Burgerlijk recht > basis is het burgerlijk wetboek:
- Personen en familierecht > alle persoonlijke betrekkingen binnen en buiten het gezin.
Bijvoorbeeld: nationaliteit, recht op naam, huwelijk etc.
- Rechtspersonenrecht > recht voor rechtspersonen (bedrijven)
- Vermogensrecht > geheel van regels over het vermogen van een persoon

- Arbeidsrecht > het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de
arbeidsovereenkomsten van personen die in loondienst werkzaam zijn.

Publiekrecht:

De relatie tussen overheid en burger (ongelijk). Algemeen belang
Rechtsgebieden:

- Staatsrecht > bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de staat en zijn
organen en op de bevoegdheden van die organen. Het wettelijke fundament wordt gevormd
door de grondwet. Organieke wet > is een wet die is gemaakt op opdracht van de grondwet.

- Bestuursrecht > beschikking, besluit staat centraal. Het bestuursrecht heeft de juridische
bestuursactiviteit van de overheid tot onderwerp. De belangrijkste wettelijke regeling in het
bestuursrecht is de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

- Strafrecht > kenmerkend voor het strafrecht is dat het bepaalde gedragingen bevat met straf
(verdeeld over materieel en formeel). Wetboek van Strafrecht en Wetboek van
Strafvordering staan centraal.

Nationaal - internationaal:

- Soevereiniteit > elk land bepaald zelf de omvang en inhoud van zijn nationale rechtsstelsel
- Nationaal recht > is alleen in het betreffende land van toepassing
- Internationaal recht (volkenrecht) > geldt internationaal (tussen bepaalde landen).


Materieel – formeel:

, - Materieel recht > regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in
hun onderlinge verkeer, gaat dus om de inhoud.
- Formeel recht (procesrecht) > regels over de wijze van procederen bij de rechter, hoe wordt
het gehandhaafd

Objectief – subjectief:

- Objectieve rechten > algemene regels die in abstracte bewoordingen zijn opgesteld
- Subjectieve rechten > een individuele bevoegdheid (in concreet geval ontleed aan een regel
van het objectief recht).


Rule of law > Eenieder is gebonden aan het recht (burgers, rechters, overheid etc.). Voor ieder
gelden dezelfde rechten en plichten.
Recht en rechtvaardigheid > rechtmatig en rechtvaardigheid
Legaliteitsbeginsel > je mag geen wetten maken zonder bevoegdheid.
Beschikking > een besluit gericht op 1 persoon.
Positieve recht > geheel van alle regels die in Nederland gelden.


Hoofdstuk 3 (par. 7)

Verdragen > Nederland kent een incorporatiesysteem (doorwerking van verdragsrecht in onze
rechtsorde), deze ziet er als volgt uit:

- Verdragen waarbij Nederland partij is, maken deel uit de Nederlandse rechtsorde zodra ze
zijn bekendgemaakt en in werking zijn getreden
- Als een verdrag bepaling bevat die ‘eenieder kunnen verbinden’, gelden deze voor alle
burgers in Nederland (art. 93 Gw).


Hoofdstuk 4 (par. 9 & 10)

Gewoonterecht > in het recht geldt gewoonte als rechtsbron als aan twee voorwaarden zijn voldaan:
- Bepaald gedrag moet ononderbroken gedurende tijd zijn gevolgd en herhaald in bepaalde
maatschappelijke kring > bestendig gebruik
- Het bestendig gebruik moet als rechtsnorm worden ervaren > de betreffende
maatschappelijke kring moet de overtuiging hebben postgevat dat men verplicht is aan het
bestendig gebruik te houden.

Het gewoonterecht komt voornamelijk voor in het burgerlijk recht en in het staatsrecht
(vertrouwensregel).

Ongeschreven recht > is recht dat niet door de wetgever of rechter in het leven is geroepen, maar
wel als algemeen geldend recht wordt erkend bijvoorbeeld het gewoonterecht.
Geschreven recht > is recht dat in wetten en verdragen is vastgelegd.

, Week 2
Hoofdstuk 2 (par. 1, 2, 3 en 5)

De trias politica

Leer van de macht scheiding > de macht van de overheid is verdeeld over 3 afzonderlijke machten,
ieder met een eigen taak;

- De wetgevende macht > maakt regels voor de samenleving als geheel maar beschrijft ook de
taken van de uitvoerende macht (Staten-Generaal (parlement) en regering) (art. 82 Gw)
- De uitvoerende macht > voert de wettelijke taken uit en bestuurt het land (regering) (art. 42
Gw)
- De rechtsprekende macht > de verbind consequenties als de wet wordt overtreden door de
uitvoerende macht (rechters en rechterlijke instanties). (Art. 112 Gw)

Montesquieu > bedenker van de trias politica.
Staten-Generaal > eerste en tweede kamer samen.
Regering > koning en ministers
Kabinet > de ministers en staatssecretarissen tezamen.


De wetgevende macht (wetgevers):
- Eerste kamer > worden gekozen via de provinciale staten.
- Tweede kamer > worden gekozen via het volk.
- Regering (bezit een zelfstandige bevoegdheid om wetgeving te maken)

De uitvoerende macht:
- Regering (koning en de ministers)
- Politie, DUO, belastingdienst etc.

Rechtsprekende macht:
- Onafhankelijk van andere staatsmachten
- Rechter is niet bevoegd om zelf wetten te maken

In Nederland heeft de trias politica een grote invloed, maar niet helemaal zuiver want:
- In de regering zit de koning
- Regering heeft een rol bij de wetgeving en uitvoering macht
- De Raad van State (rechterlijke instantie) heeft een rol als wetsadviseur

Checks and balances > dit is nodig zodat er alsnog geen sprake is van machtsmisbruik binnen de trias
politica:
- Checks > toezichthouden van het ene orgaan op het andere
- Balances > is bedoeld dat er tussen de staatsorganen onderling een zeker machtsevenwicht
is waarbij bevoegdheden gelijkelijk worden gedeeld.

Legalisme > houdt in dat het gehele (positieve) recht uitsluitend door de wetgever wordt gemaakt.
Codificatiegedachte > het recht moet op systematische wijze in wetboeken worden opgenomen.
Legaliteitsbeginsel > elke handeling van de overheid moet zijn grondslag vinden in de wet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ssunal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93
  • (0)
Add to cart
Added