100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting beleidsvorming $8.56
Add to cart

Summary

Samenvatting beleidsvorming

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een duidelijke en gestructureerde samenvatting gebaseerd op de slides en notities uit de les. Elke les werd uitvoerig behandelt.

Preview 4 out of 93  pages

  • December 15, 2024
  • 93
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Beleidsvorming: theorie en
analyse
Inleiding en definiëring
Wat is beleid(swetenschap)?
Geschiedenis van het woord ‘beleid’
Etymologie van het woord ‘beleid’: komt van het Middeleeuws Nederlanse werkwoord ‘beleiden’
 Beleiden = doen gaan, aanvoeren, iets in beweging zetten
 Beleider = iemand die doet gaan, aanvoerder, iemand die den stoot aan iets geeft, aanstoker 
iemand die actie onderneemt

Beleid heeft historisch gezien een zeer brede betekenis:
 Regering
 Manier van doen, wijze van omgang met personen
 Beheer van zaken, bevelvoering
 Prudentie, bedachtzaamheid
 Beleid is een eigenschap, beleid is heel verstandelijk en heel voorzichtig met dingen
omgaan/ dingen aanpakken  het is dus een eigenschap dat iemand kan hebben

In de 19de eeuw werd de betekenis van beleid versmald tot prudentie
20ste eeuw: heropleving en succes van term ‘beleid’  Heropleving omwille van:
 Contrast met het woord ‘politiek’
 Politiek (=wetenschap/ kunst van het regeren)
 = ‘handelswijze van een staatsman’
 = tweeslachtig: goede (wetenschap) – slechte staatslieden (intriges/ slechte doelen)

 Gevoelswaarde is sterk gaan verschillen in de praktijk:
 Beleid: zakelijkheid, deskundigheid, objectiviteit, consensus
 Politiek: controverse, partijdigheid, manipulatie, opportunisme

Succes van het concept “beleid” voornamelijk door 2 sociologische evoluties:
 Evolutie van nomocratie naar teleocratie
 Liberale rechtsstaat: regeren door wetten (nomocratie)
 Sociale verzorgingsstaat: regeren door doelstellingen met een bepaalde visie (teleocratie) 
regerende macht stuurt in samenspraak met doelstellingen die men wil bereiken

 Paradox van de moderne samenleving
 Toenemende Sociale atomisering: mensen zijn zich minder deel gaan beschouwen van een
grotere gemeenschap  minder verzuiling, meer individualisme
 Gegeneraliseerde verafhankelijking: we worden onderworpen aan oneindige reeks wetten
en regels
 hierin schuilt paradox: we hebben minder gemeenschapszin, maar worden meer
onderworpen aan regels die samenleving ordenen
 DUS: sterker beleid/ overheid nodig die de samenleving stuurt/ controleert

, Ruimte voor overheid als ‘beleider’ van de samenleving

Nood aan overheidsbeleid
Sturing door de overheid:
 Maatschappelijk verkeer op vreedzame en voorspelbare manier laten verlopen
 Overheid legt regels op die erbij helpen voorspelbaarheid te creëren
 Maatschappelijke veranderingen teweegbrengen: “De overheid moet iets doen”
 Vb. arbeidsomstandigheden aanklagen en verbeteren (begin 20 ste eeuw)
 vrouwenemancipatie (jaren ’60)
 klimaatverandering

“Beleid is een poging van een bestuursorgaan om een maatschappelijke toestand doelgericht te
beïnvloeden. Beleid gaat over het gericht veranderen van de omgeving, waarbij de maatschappelijke
toestand in de omgeving dichterbij de volgens de overheid gewenste vorm wordt gebracht. Beleid
gaat daarmee over maatschappelijke sturing”.
 Actiecomponent
 Doelstellingen die worden gesteld
 Huidige toestand dichter naar gewenste situatie brengen
Alternatieve sturingsvormen voor overheidsbeleid
1. Maatschappelijke zelfsturing
 Organisaties kunnen maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden op veel domeinen
 Vrijwillig en op basis van rationele argumenten  zonder dwang want ze hebben: Geen
wettelijke taak, wél cruciale hulpbronnen zoals geld, steun van bevolking, netwerken,…

Bovens et al. (2007): MZ betekent dat groeperingen zonder tussenkomst van de overheid waarden
uitdragen, problemen oplossen of kansen benutten, veelal door het gezamenlijk opstellen en/of
uitvoeren en/of handhaven van regels of afspraken (indien nodig binnen een wettelijk kader) 
Vb: Vakbonden, burgerwachten,…

Stone (2002): Waarom is er beleid nodig?  Samenleving streeft naar zekerheid, veiligheid,
efficiëntie en gelijkheid  Drie voorwaarden voor maatschappelijke zelfsturing:
a) Samenleving moet profijt halen aan deelname: zelfsturing draagt per saldo bij aan de zekerheid,
veiligheid, efficiëntie en/of gelijkheid
b) Gemeenschap is in staat freeriders uit te sluiten: mensen die niet bijdragen hebben ook geen
voordeel bij de maatschappelijke zelfsturing, maar dit is moeilijk te controleren
c) Handelingen die voortvloeien uit de maatschappelijke zelfsturing vallen binnen de wettelijke
kaders: geen sprake van externe effecten die het duurzame karakter van het verband bedreigen
door overheidsinterventie  rekening houden met reeds bestaande regelgeving



2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld
 Doelstellingen overheden & maatschappelijke organisaties lopen parallel
 Complementair:
 Overheid: regels uitvaardigen en belastinggeld ter beschikking stellen
 Middenveld: vertrouwen bij achterban en implementatiecapaciteit

, Overheid zet grote lijnen uit en voorziet middelen, particuliere organisaties doen de concrete
invulling en uitvoering

3. Sturing door de markt
 Maatschappelijke problemen oplossen door marktprikkels en concurrentie
 Voorwaarde: markt werkt optimaal als er voldoende aanbieders zijn
 Consumenten kiezen vrij in welke mate ze goederen of diensten tegen een bepaald prijs- en
kwaliteitsniveau willen consumeren

 Markt stuurt niet doelbewust, maar schept situatie waarbij burgers en bedrijven hun activiteiten
‘spontaan’ op elkaar afstemmen
 Overheid bewaakt de marktwerking: toekijken dat er voldoende aanbieders zijn, dat ze
voldoende competitief zijn en bewaken dat mensen zonder middelen toegang krijgen tot markt.


Waarom is er dan overheidssturing nodig?
Reden: ongecontroleerde machtsuitoefening door maatschappelijke deelbelangen en bedrijven,
waardoor bepaalde burgers gewoon weggedrukt zouden worden

 Overheid moet marktimperfecties opvangen

Welvaartstheorie onderscheidt:
 Vijf marktimperfecties: wat is de taak van overheid?
 Risico’s van overheidssturing: overheidsfalen


Reden 1: Preventie van monopolies en kartels
Problemen van de markt
 Belangrijke voorwaarde voor goede marktwerking = voldoende aanbieders
 Monopolies of marktkartels tasten consumentensoevereiniteit aan: ze moeten zich niet meer
bewijzen en de consument heeft geen alternatief dus  Hogere prijs en/of mindere kwaliteit
 Overheid kan reageren door anti-kartelwetgeving en toezicht op fusering en overnames
 Vb Europese Commissie & Europees Hof van Justitie


Problemen van overheidssturing
 Dubbelhartigheid van overheden: overheden komen in een conflictsituatie waarbij bepaalde
belangen tegenover elkaar staan:
 Beginsel van vrije mededinging vs. Tewerkstelling
 Vb. Nationale luchtvaartmaatschappijen

 Machteloosheid van overheden tegen multinationals
 Vb Belgische regering vs. Electrabel (Suez-groep): weinig invloed over prijzen van energie

, Reden 2: Productie van collectieve goederen
Beperkingen van de markt
 Collectieve goederen = goederen die – eenmaal geproduceerd – door iedereen kunnen gebruikt worden
 niemand kan worden uitgesloten
 Free-riding (cfr. Hardin (1967): Tragedy of the Commons)
 Economisch niet aantrekkelijk voor bedrijven omdat er geen competitie is tussen vraag- en aanbod en ze
er geen geld aan kunnen verdienen

 Overheid legt kosten dwingend op aan alle burgers om de productie en onderhoud van collectieve
goederen te financieren. (wegen, defensie,…)

Problemen van overheidssturing bij collectieve goederen
 Weinig zuivere collectieve goederen
 Niet iedereen kan overal op een gelijke manier gebruik van maken, maar iedereen betaald
hetzelfde
 Semi-collectieve goederen (Vb Openbaar vervoer)

 Overheid heeft zelf monopolies gecreëerd door staatsbedrijven op te richten:
 Ondoelmatig
 Klantonvriendelijk
 Privatiseren van semi-collectieve goederen  Onrendabele deelactiviteiten (nefaste gevolgen)


Reden 3: Regulering van externe effecten
Beperkingen van de markt
 Vrije markt: groot aanbod van goederen en diensten
 Neveneffecten die QoL negatief beïnvloeden
 Vb. Oosterweeldebat

 Overheid: bestrijden van negatieve sociale en milieueffecten van marktwerking door het
opleggen van bepaalde normen middels een systeem van vergunningen en inspecties

Problemen van overheidssturing
 Verhoging van de kosten: beleid vraagt aan bedrijven om te voldoen aan eisen waardoor ze
investeringen moeten doen en ze hun positie op de markt verzwakken
 Vb. Mestactieplan
 Verzwakking van de concurrentiepositie: regulering verslecht mogelijks concurrentiepositie
 Vb. Kyoto en Kopenhagen
 Bureaucratisering en gebrek aan coördinatie: overheid stelt veel regels waardoor bedrijven hun
wweg niet meer vinden en ze hun activiteit verplaatsen naar andere landen
 Vb. Minister van administratieve vereenvoudiging

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemfrankie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56
  • (0)
Add to cart
Added