Samenvatting Privaatrecht Les 1: Onrechtmatige Daad en
Aansprakelijkheid
Onrechtmatige Daad (Artikel 6:162 BW)
Een onrechtmatige daad is een belangrijke basis voor aansprakelijkheid in het
Nederlandse privaatrecht. Artikel 6:162 BW bepaalt wanneer er sprake is van een
onrechtmatige daad en onder welke voorwaarden iemand aansprakelijk kan
worden gesteld voor schade.
Rechtsvoorwaarden voor Onrechtmatige Daad:
Om te bepalen of er sprake is van een onrechtmatige daad moet voldaan worden
aan vijf cumulatieve voorwaarden:
1. Onrechtmatige gedraging (Artikel 6:162 lid 2 BW)
2. Toerekenbaarheid (Artikel 6:162 lid 3 BW)
3. Schade (Artikel 6:95, 6:96, en 6:106 BW)
4. Causaal verband (art. 6:98 BW)
5. Relativiteitsvereiste (Artikel 6:163 BW)
1. Onrechtmatige gedraging (Artikel 6:162 lid 2 BW)
Een gedraging is onrechtmatig als het voldoet aan één van de volgende drie
categorieën:
Inbreuk op een recht: Bijvoorbeeld het zonder toestemming gebruiken
van andermans eigendom of het schenden van auteursrechten.
Handelen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht: Dit betekent
dat iemand de wet overtreedt, zoals het niet naleven van verkeersregels.
Handelen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven
recht in het maatschappelijk verkeer betaamt: Dit verwijst naar een
schending van de zorgvuldigheidsnorm, wat betekent dat iemand niet
handelt zoals een redelijk handelend en redelijk denkend persoon in
dezelfde situatie zou doen. Dit wordt vaak beoordeeld aan de hand van
zorgvuldigheidsnormen.
Kelderluik-Arrest en de Zorgvuldigheidsnorm
Het Kelderluik-arrest is een belangrijk arrest in het Nederlandse recht dat helpt
bij het bepalen of er sprake is van een onrechtmatige gedraging door een
schending van de zorgvuldigheidsnorm. Het arrest geeft vier criteria waarmee
beoordeeld kan worden of een gedraging onzorgvuldig (en dus onrechtmatig) is.
, De Kelderluik-criteria worden gebruikt om te beoordelen of een gedraging
voldoet aan de vereisten van Artikel 6:162 lid 2 BW onder de categorie van
“handelen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht
in het maatschappelijk verkeer betaamt”.
Criteria uit het Kelderluik-arrest:
1. De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming
van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden
verwacht: Hoe waarschijnlijk het is dat mensen zich onoplettend of
onvoorzichtig zullen gedragen. Mensen zijn er niet op bedacht dat iets zou
gebeuren (bijv. kelderluik café bezoekers zijn daar aan het drinken en
chillen)
2. Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?: Dit criterium
beoordeelt de waarschijnlijkheid dat een bepaalde situatie daadwerkelijk
tot een ongeval leidt. Het gaat om de kans dat het onvoorzichtige gedrag
resulteert in schade of letsel. Als de kans groot is dat het gedrag (zoals het
laten openstaan van een kelderluik) leidt tot ongelukken, dan weegt dit
zwaarder in de beoordeling van de onrechtmatigheid. Hierbij wordt
gekeken naar de feitelijke situatie en of het aannemelijk is dat een ongeval
zich kan voordoen onder normale omstandigheden.
3. De ernst van de mogelijke gevolgen: Bij dit criterium wordt gekeken
naar de ernst van de schade die kan ontstaan door het gedrag. Dit kan
materiële schade zijn, zoals schade aan eigendommen, maar ook
immateriële schade, zoals lichamelijk letsel of zelfs de dood. Hoe ernstiger
de potentiële schade, des te sneller een gedraging als onrechtmatig kan
worden aangemerkt. In het Kelderluik-arrest was de ernst van de mogelijke
gevolgen hoog omdat een val door een open kelderluik kon leiden tot
ernstig lichamelijk letsel.
4. De bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen: Dit criterium gaat
over de vraag hoe moeilijk of kostbaar het is om maatregelen te nemen die
de kans op ongevallen verkleinen. Als het nemen van
veiligheidsmaatregelen eenvoudig en relatief goedkoop is, zoals het
plaatsen van een waarschuwingsbord of het afsluiten van een gebied, dan
wordt het nalaten van zulke maatregelen eerder als onzorgvuldig gezien.
In het Kelderluik-arrest zou het bijvoorbeeld weinig moeite kosten om het
kelderluik af te zetten of bezoekers te waarschuwen, wat de
bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen laag maakt.
Uitleg:
Je hoeft niet aan alle vier de criteria te voldoen om een onrechtmatige
daad vast te stellen. De rechter gebruikt deze criteria als een
afwegingskader om te beoordelen of een gedraging onrechtmatig is. Het
gaat om een totale beoordeling van de omstandigheden.
Als bijvoorbeeld de kans op een ongeval groot is en de mogelijke gevolgen
ernstig zijn, kan dat voldoende zijn om een gedraging als onrechtmatig te
beschouwen, zelfs als het moeilijk is om voorzorgsmaatregelen te nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Quintino. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.42. You're not tied to anything after your purchase.