100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
insolventierecht les 3 $7.67
Add to cart

Class notes

insolventierecht les 3

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

insolventierecht les 3

Preview 2 out of 8  pages

  • December 16, 2024
  • 8
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Nvt
  • All classes
avatar-seller
Privaatrecht les 7


Vandaag gaan we het hebben over incidentele inmenging rechterlijke interventie.
Dit is fase 2 in schuldhulp.
Wat kan je de rechter vragen als schuldeisers niet akkoord gaan met het minlijke
akkoord (fase1)? Wanneer je een minnelijke akkoord doet is er natuurlijk de
voorwaarde dat alle schuldeisers akkoord moeten gaan. Hieronder dus wat je kan
doen als niet alle schuldeisers akkoord zijn met het minlijke akkoord.
1. Vordering voorzieningenrechter. Je kan naar de voorzieningenrechter
om te vorderen dat de andere partij gebonden wordt om mee te doen.
Hierbij komt een advocaat te pas (verplichte procesvertegenwoordiger).
Art. 6:2 BW en 6:248 BW. Art. 3:13 BW. Art. 6:162 BW
2. Dwangakkoord natuurlijke persoon art. 287a Fw (betreft natuurlijke
personen, dus geen BV)
3. Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Art. 369 t/m 387 Fw


Vordering voorzieningenrechter
Deze vordering kan worden gebaseerd op:
 Redelijkheid en billijkheid art. 6:2 BW & 6:248 BW
 Misbruik van bevoegdheid art. 3:13 BW
 Onrechtmatige daad art. 6:162 BW
Bij de voorzieningen rechter kan een bevel worden gevorderd op medewerking
met het onderhand akkoord. Zo een bevel kan worden toegewezen en als dat
gebeurd dan treed die vonnis op in de plaats van de toestemming van de
weigerende schuldeiser. De schuldeiser hoeft dus vervolgens niets meer te doen
om mee te werken. Hij is gewoon gebonden aan het akkoord omdat het vonnis is
geweest. Maar een voorzieningenrechter doet dat niet snel. De reden daarvoor is
dat het toewijzen van zo een vordering betekend dat er een belangerijke
inperming wordt gemaakt op de rechten van de schuldeiser. Een schuldeiser
heeft immers in beginsel contractsvrijheid wat betekend dat de schuldeiser zelf
kan beslissen met wie en onder welke voorwaarden en waarom die een bepaalde
afspraak maakt met een partij. Bijvoorbeeld tot betaling van een geldsom. En als
de rechter dus beslist dat de schuldeiser meot meewerken dan wordt er een
inbreuk gemaakt op die contractsvrijheid.
Hoe beoordeeld een rechter zo een vordering om een schuldeiser te bevelen om
mee te werken aan zo een akkoord?
De criteria komen uit het arrest Groenemeijer / Payroll:
Het staat een schuldeiser vrij om medewerking te weigeren,
 Tenzij de schuldeiser daarmee misbruik van zijn bevoegdheid maakt
(misbruik van bevoegdheid is bijvoorbeeld als de schuldeiser medewerking
niet weigert van wegen eigenbelangen maar omdat hij de schuldenaar
dwars wil zitten)

,  En de schuldeiser de hiervoor noodzakelijke onevenredigheid van belangen
kent dan wel behoort te kennen. (de schuldeiser moet de onevenredigheid
van de verschillende belangen kennen. Er moet dus spraken zijn van een
onevenredigheid tussen het belang van de schuldenaar en het belang van
de schuldeiser. Denk hierbij als voorbeeld aan de situatie waarbij de
schuldenaar in een hele benarde positie zit omdat er heel veel schuldeisers
zijn en het echt niet mogelijk is om het op een andere manier op te lossen.
Alternatief is faillissement, huis is verkocht bijvoorbeeld, bedrijf is gestaakt
waarbij zo een schuldenaar veel belang heeft dat het wordt opgelost. Maar
er kan een ander belang tegenover staan van de schuldeiser. En dat
belang van de schuldeiser kan maar heel klein zijn. Bijvoorbeeld als er een
vordering is van maar 20 euro. En het is ook nog eens een hele grote
schuldeiser zoals een groot bedrijf. Er is dan spraken van een
onevenredigheid van belangen. Want voor de schuldenaar hangt er veel
meer af voor het slagen van zo een akkoord dan voor de schuldeiser. Die
onevenredigheid moet dus ook kenbaar zijn voor een schuldeiser.)
 Alleen het feit dat het alternatief een faillissement is, is niet voldoende om
misbruik van bevoegdheid aan te nemen. (een schuldeiser kan
bijvoorbeeld wel de voorkeur geven voor faillissement want dan komt bijv.
een curator te pas en die gaat alles uitzoeken en kijken of er sprake is van
bestuursaansprakelijkheid etc. een schuldeiser kan dus de voorkeur geven
voor een faillissement omdat hij dan weet dat de onderste steen boven
komt.) (Dus als schuldenaar moet je goed onderbouwen welke feiten en
omstandigheden maken dat er sprake is van misbruik van bevoegdheid en
waarom zo een schuldeiser alsnog gebonden moet worden aan zo een
akkoord. Welke feiten en omstandigheden wegen mee)
Wat feiten en omstandigheden zijn die kunnen meewegen in de beoordeling is
verder uitgekristalliseerd in lagere uitspraken:
De rechter zal eerst kijken naar het voorstel. Als het voorstel al niet goed is, is
het redelijker dat een schuldeiser niet meewerkt aan een onderhandsakkoord. En
dan zal een vordering eerder worden afgewezen om medewerking van de
schuldeiser af te dwingen.
Voorstel
 Transparant: als een voorstel niet transparant is kan een schuldeiser niet
beoordelen of het een goed voorstel is. Zo een voorstel moet bijvoorbeeld
bevatten waarom de schuldenlast is ontstaan, wat is de schuldenlast, hoe
hoog is die, wie zijn de schuldeisers en informatie over de huidige
financiële situatie van de schuldenaar. Als die informatie niet in het
voorstel zit kan de schuldeiser niet goed beoordelen. Die informatie moet
ook naar de rechter gaan en natuurlijk onderbouwd met bewijsstukken.
 Redelijke verdeling: in principe mag een schuldenaar voorstellen wat hij
wil. Maar als je als schuldeiser minder krijgt dan de andere schuldeisers
dan is het natuurlijk ook redelijker dat jij jou medewerking weigert. En dan
hebben we het over schuldeisers met een gelijke rang. Dus als de ene
concurrente schuldeiser 5% krijgt en de andere concurrente schuldeiser
10% dan zal de schuldeiser die 5% geboden krijgt waarschijnlijk weigeren
omdat het oneerlijk is. De verdeling kan dus meespelen in de beoordeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Quintino. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.67
  • (0)
Add to cart
Added