Algemene fysiologie
LES 1= Inleiding: de kniepeesreflex, intra-&extracelllaire vloeistoffen, homeostase
Algemeen kniepeesreflex=
- Doel:
• Om te kijken naar hoe efficmechiënt synaptisch communicatie gebeurd.
• Kijken naar de globale functie van het zenuwstelsel
• Het is de eerste manier om te kijken of de communicatie van spier naar CZS en terug naar de
spier goed verloopt.
- Wat:
• Reflex= zijn vast geprogrammeerde bewegingspatronen die van nature zijn ontwikkeld of
door aanleren (conditionering) zijn verkregen.
• Soorten reflexen=
➢ Exteroceptieve reflexen= prikkel komt van buitenaf
➔ Bv: het wegtrekken van hand op een kaars
➢ Interoceptieve reflexen= prikkel komt van in het lichaam
➔ Bv: de kokhalsreflex
➢ Proprioceptieve reflexen= de prikkel komt uit de spieren
➔ Bv: de kniepeesreflex
• Reflexen kunnen aangeleerd worden of automatisch gebeuren.
• Een omgekeerde myotatische reflexboog= wanneer een spanning in de spier te hoog zit,
relaxeert de deze spier. (Bv: een te zwaar gewicht omhoog willen heffen)
- Verloop:
1) De sensorische neuronen pikken een prikkel op.
2) Deze prikkel zegt dat er een lengteverandering is van de spier (Bv= de quadricep)
➔ Lengteverandering die ontstaat door de slag vd hamer op de knie.
3) De lengteverandering wordt opgepikt door de sensor (=de spierlichaampjes &spierspoeltjes)
4) De info van de sensor wordt overgegeven aan sensorische neuronen
5) Sensoren gaan naar het Centraal zenuwstelsel (CZS)
6) In het CZS ontstaat er een reflexboog
7) Deze reflexboog lokt een reflexmatige contractie van de spier uit
8) Been zwaait omhoog
,- Proprioceptieve reflexen=
• Proprioceptie=
➢ Wat: het vermogen van het lichaam om informatie te krijgen over de toestand van onze
spieren (=lengte van de spier, eigenschappen, kracht van de spier,…)
➔ In elke spier zit een meetinstrument dat continue stand van zaken doorgeeft.
➔ Belangrijk voor een normale motorische & gecoördineerde bewegingen
➢ Het 6de zintuig
➢ Perceptie krijgen we door gespecialiseerde neuronen=
A) In spieren zijn dat de= spierspoeltjes
B) In de pezen zijn dat de= peeslichaampjes
C) Gewrichtskapsel en ligamenten
- Spierspoeltjes& peeslichaampjes=
• Spierspoeltjes=
➢ Wat: zijn gespecialiseerde spiercellen = bestaan uit 2 types
➔ Kernzakvezels (dynamisch)= meten de lengteveranderingen
➔ Kernkettingvezels (statisch)= detecteren de lengte
➢ Waar: in je spierbundels zitten veel spiercellen en in deze spiercellen zitten
➔ Intrafuzale spiervezels= dit zijn diegene die het spierspoeltje vormen
➔ Extrafuzale spiervezels
➢ Functie: meten de lengte & lengteverandering van de spier
• Peeslichaampjes=
➢ Functie: meten kracht & krachtveranderingen van de spier
➢ Waar: In de pezen zitten vezels en daarin heb je netwerken van zenuwuiteinden. Deze
uiteinden zitten verweven in het netwerk en kunnen zo meten in welke mate er kracht
wordt uitgeoefend op het peeslichaampje.
,• Spierspoeltjes & peeslichaampjes in een spierbundel=
➢ De sensorische neuronen (afferent)= (zwarte draden)
➔ Komen ofwel uit spierpoeltje of uit peeslichaampjes
➔ Kan je indelen in verschillende types (Bv: Type Ia, IIb,…)
➢ De motorische neuronen (efferente)= (blauwe draden)
➔ Vormen de manier waarop het SZC contact maakt met de spiercellen
➔ Kan je indelen in 2 types=
A) De Gamma-motorneuronen= brengen info van het CZS naar de spierspoeltjes
B) De Alfa-motorneuronen= worden gebruikt voor de controle vanuit het CZS over
onze bewegingen.
➢ Extrafusale spiervezels: de ‘gewone’ spiercellen
➔ Functie: kracht en snelheid ontwikkelen
➔ Worden gestuurd door de alfa motorneuronen
➢ Intrafusale spiervezels:
➔ Functie: hebben een sensorische rol hebben & vormen de spierspoel
➔ Worden gestuurd door gamma-motorneuronen
➢ Golgi-peeslichaampje:
➔ Functie: kracht-sensor.
➔ Bevatten sensorische neuronen, maar geen motorneuronen
, • Werking bezenuwing peeslichaampjes=
➢ 2 soorten bezenuwing:
➔ Passieve spierrekking:
A) Beide sensoren detecteren een verandering in
lengte of kracht
B) Ze coderen deze info in een frequentie van
actiepotentialen in het sensorische neuron.
➔ Actieve spiercontractie:
A) Het spierspoeltje verliest de spanning en wordt
minder actief
B) Het peeslichaampje blijft wel actief
C) Peeslichaampje gaat de werking van het
spierspoeltje herstellen
D) Hiervoor is een aanpassing van de lengte nodig
(via gamma-motorneuronen)
→ spier verkort!!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirthedrieskens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.