Samenvatting van de lessen rechtspersonenrecht, gedoceerd door Prof. Hans De Wulf, in de 3e Bach Rechten UGent. Gebaseerd op de powerpoints, aangevuld met de lesnotities.
Het laatste deel van ontbinding is niet te kennen (informatie van mail is wel verwerkt).
2024 - 2025 Rechtspersonen-
recht
Prof. Hans De Wulf
,algemene informatie - Cursusmateriaal
ALGEMENE INFORMATIE
CURSUSMATERIAAL
- Slides
- WVV: Wetboek van vennootschappen en verenigingen
o Koop recente editie
o Bv. VRG codex economisch recht; bamacodex
- Syllabus: behandelt alleen de NV, BV en CV
o Leerstof is vooral lessen en notities
o Niet blokken!! Les is belangrijker
WETGEVING
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, afgekort WVV
- Regelt ook de stichtingen
- Ingevoerd door wet van 23 maart 2019, B.S. 4 april 2019, inw erking 1 mei 2019
- Vervangt oude “W. venn.” en VZW-wet
WVV: Wet 23 maart 2019
- Inwerkingtreding 1 mei 2019: vennootschappen etc. opgericht op 1 mei 2019 of later aan WVV
onderworpen
- Voor bestaande vennootschappen, verenigingen, stichtingen: WVV toepasselijk op 1 januari 2020
- Moeten statuten volledig aanpassen bij eerste stautenwijziging en ten laatste op 1 januari 2024
o Vergis u niet: dwingende regels werden op 1.1.2020 van toepassing ook wanneer men
statuten nog niet heeft aangepast
K.B. en fiscale wet
- Het K.B. van 29 april 2019 (B.S. 30 april) regelt vooral openbaarmakingsverplichtingen en jaarrekening
o “het uitvoerings-KB”
- Fiscale Wet van 17 maart 2019
o Vooral nodig om fiscaal neutrale terugname van inbrengen die niet meer als kapitaal geboekt
worden, te verzekeren
Oude wetgeving
- WVV vervangt zowel
o het Wetboek van vennootschappen (“W.Venn.”; 1999)
o als de VZW-wet (1921, die zowel verenigingen als stichtingen regelde)
- U moet de oude regels niet meer kennen
- Maar in uw later beroepsleven zult u wel rechtspraak en rechtsleer nodig hebben die nog over die
oude regels gaan
Pagina 1 van 175
,algemene informatie - Besef bij studeren dat
WETGEVINGSGESCHIEDENIS
- Vennootschappen oorspronkelijk in Napoleontische BW (1804) en Wb. Koophandel (1806) geregeld
o BW: alleen maatschap, zijnde vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, voor niet-
commerciële activiteiten
▪ Was bijzondere overeenkomst zoals koop, huur, …
o Code de commerce: commerciële vennootschappen, met rechtspersoonlijkheid
- 1873: eerste puur Belgische vennootschapswet
o Voert NV in
▪ Voorheen beperkte aansprakelijkheid en vrij verkoopbare aandelen in wezen alleen
in commanditaire op aandelen of specifiek door overheid vergunde NVs
- 1873: ook eerste regulering van coöperatieve vennootschap
- 1935: BVBA ingevoerd (wordt sinds 2019 “BV” genoemd): besloten middenstandsvennootschap
- In de jaren ‘70 en vooral ‘80 werd vennootschapsrecht grondig gewijzigd door hele reeks Europese
harmonisatierichtlijnen
o Vooral maar niet uitsluitend op NV van toepassing, maar Belgische wetgever past regels
meestal ook op BVBA (nu: BV) toe
▪ Deze “goldplating” teruggedraaaid in 2019 door WVV
- 1999: vennootschapsrecht uit BW en uit W. Kh. Gelicht en voor eerst samengebracht in aparte wet,
het Wetboek van vennootschappen (W. venn.)
- Maar er bleef aparte wet voor de VZW en stichting bestaan, 1921 ingevoerd (VZW-wet)
- 2015: Minister Geens gaf opdracht aan commissie-waaronder uw dienaar- voor grote modernisering
=>2019:WVV
BESEF BIJ STUDEREN DAT
Het examen voor minstens de helft uit casussen bestaat zoals we er in de les zullen bespreken
Er ook steeds een “waarom” vraag is
- Waarom doen vennootschappen soort transactie X?
- Waarom heeft de wetgever dit of dat verboden?
Ik het belangrijk vind, en ook test op het examen, dat u het waarom van rechtsregels kent, en van de praktijken
van vennootschappen
- Bv. waarom kopen vennootschappen vaak aandelen van hun aandeelhouders terug?
- En waarom legt de wet die praktijk aan banden?
Wij maar het tipje van de ijsberg behandelen
- en vennootschapsrecht vol voor de praktijk “levensbelangrijke” procedures zit
Ik wil dat u vragen die rond die procedures draaien op het examen kunt beantwoorden
- Maar met behulp van uw Wetboek
- U moet inzicht hebben in de grote principes die gans het vennootschapsrecht dooraderen, en u niet
primair bezig houden met het blokken van die procedure-en vormvoorschriftjes
o Maar vraag u wel af: waarom legt de wet dat verslag op, of een wachttermijn van 30 dagen,
of een advies van de raad van bestuur bij die verrichting?
Pagina 2 van 175
,algemene informatie - Enkele belangrijke afspraken
CONTEXT ZEER BELANGRIJK IS
- Het vennootschapsrecht is vermogensrecht en voor een groot stuk toegepast verbintenissenrecht met
een stevige snuif zakenrecht
o Vermogen, vertegenwoordiging, rechtspersoon, als u die drie begrippen en hun regels juist
kunt combineren bent u al halfweg
- Vennootschapsrecht in belangrijke mate gaat over economische organisaties die
geldverdienmachines zijn=>
o Kennis van basisbegrippen boekhoudrecht onmisbaar
o De ideale vennootschapsjurist kan met bankiers, economen, managers, boekhouders praten
omdat hij hun taal begrijpt
- Lees daarom de economische pagina’s van kranten als De Standaard of De Tijd, probeer eens The
Economist of de Financial Times
o Bv. twee jaar geleden, dag voor eerste les, sla ik een krant open:
▪ CEO van Proximus: verdacht van handel met voorkennis
▪ Bij een vennootschap X heeft men delen van de vennootschap voor een appel en
een ei verkocht aan andere vennootschap waarin gedeeltelijk dezelfde bestuurders
zitten: belangenconflict?
- Als u de economische context niet kent, kunt u later geen degelijke ondernemingsjurist zijn; u zult niet
met klanten kunnen praten en ze gaan denken dat u van Mars komt
ENKELE BELANGRIJKE AFSPRAKEN
- Op het examen mag u alle wetgeving gebruiken, waaronder uiteraard het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen
- Maar het moet gaan om een commerciële editie (VRG, Bama-codex Die Keure, andere)
- GEEN eigen kopies/prints, ook niet van aanvulling zoals inhoudstafel of register
o Fraude is anders te gemakkelijk
- U mag de wetgeving onderlijnen en kleuren, zolang het geen verborgen boodschap wordt
- U mag zelf NIETS in uw examenwetboek schrijven: geen kruisverwijzingen, geen pijltjes, bolletjes,
streepjes, …
- U mag wel post-its/gelijkaardige briefjes gebruiken om uw wetboek in te delen, maar er mag niets op
geschreven staan
- Uw wetboek mag uiteraard ook niet door de uitgever geannoteerd zijn (bv. met cassatierechtspraak)
OPBOUW WETBOEK
5 delen, 18 Boeken
- Deel 1: algemene bepalingen vennootschappen, verenigingen, stichtingen (inclusief jaarrekeningrecht)
- Deel 2: vennootschappen
- Deel 3: verenigingen en stichtingen
- Deel 4: herstructureringen en omzetting (vennootschap, vereniging, stichting)
- Deel 5: de Europese rechtsvormen
Pagina 3 van 175
,algemene informatie - Opbouw wetboek
deel 1
- Boek 1: definities vennootschap, vereniging en stichting; boekhoudkundige begrippen (bv. controle)
- Boek 2: gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen
o openbaarmakingsformaliteiten
o Naam en zetel
o Nietigheid rechtspersoon en orgaanbeslissingen
o Bestuurdersaansprakelijkheid
o Geschillenregeling
- Boek 3: de jaarrekening en revisor
- Dus vroegere bepalingen over gemeenrechtelijke vennootschappen niet langer als
gemeenschappelijke stam beschouwd
- Wel boek (2) voor alle rechtspersonen
- Overtuiging dat personenvennootschappen weinig gemeen hebben met NV en BV
9 BV, NV en CV: Vermogensvorming bij oprichting ........................................................................... 81
9.1 BV CV en NV algemeen ........................................................................................................................ 81
9.1.1 “kapitaalvennootschap” ....................................................................................................................... 81
9.1.2 Belang EU Richtlijnen ........................................................................................................................... 81
9.1.3 NV versus BV en CV .............................................................................................................................. 81
9.1.4 Toepasselijke normen .......................................................................................................................... 81
9.1.5 Intern reglement art. 2:59.................................................................................................................... 82
9.2 Aanvangsvermogen .............................................................................................................................. 82
9.2.1 NV vs. BV/CV ........................................................................................................................................ 82
9.2.2 BV en CV: ingebracht eigen vermogen ................................................................................................. 83
9.2.3 Omvang aanvangsvermogen ................................................................................................................ 84
9.2.4 Financieel plan ..................................................................................................................................... 84
Pagina 8 van 175
, algemene informatie - Opbouw wetboek
9.2.5 Vorming K/EiV bij oprichting ................................................................................................................ 84
9.2.5.1 Inbreng in natura ............................................................................................................ 84
9.2.5.2 Inbreng van nijverheid .................................................................................................... 85
9.2.5.3 Quasi-inbreng: alleen bij NV ........................................................................................... 85
9.2.6 Volstorting ............................................................................................................................................ 86
9.2.6.1 Latere volstorting ............................................................................................................ 86
9.2.7 Regels aangaande inschrijvingen ......................................................................................................... 86
9.2.8 Oprichtersaansprakelijkheid ................................................................................................................ 86
9.2.8.1 Wie is oprichter? ............................................................................................................. 87
9.2.8.2 Kenmerken ...................................................................................................................... 87
9.2.8.3 Soorten oprichtersaansprakelijkheid .............................................................................. 87
10 Algemene vergadering aandeelhouders (AVA) ............................................................................... 89
10.1 Feitelijke rol .......................................................................................................................................... 89
10.1.1 Wat is het belang van de AVA? ............................................................................................................ 89
10.1.2 Passieve AVA ≠ passieve aandeelhouders ............................................................................................ 89
10.2 Bevoegdheid AVA ................................................................................................................................. 90
10.3 soorten AVA ......................................................................................................................................... 90
10.4 Bijwonen AVA ....................................................................................................................................... 91
10.5 Communicatie: Email ........................................................................................................................... 91
10.5.1 tussen V-aandeelhouder ...................................................................................................................... 91
10.5.2 Communicatie op initatief V ................................................................................................................ 92
10.6 Oproeping ............................................................................................................................................ 92
10.6.1 vorm ..................................................................................................................................................... 92
10.7 Agenda ................................................................................................................................................. 93
10.8 Mededeling verslagen .......................................................................................................................... 93
10.9 Toelatingsformaliteiten ........................................................................................................................ 94
10.10 Deelname op afstand ........................................................................................................................... 94
10.11 Vraagrecht ............................................................................................................................................ 94
10.12 Agenda jaarvergadering ....................................................................................................................... 95
10.12.1 Controleverslag-meldingen .................................................................................................................. 95
10.13 Verdagingsrecht ................................................................................................................................... 95
10.14 Notulen ................................................................................................................................................ 96
10.15 Schriftelijke AVA ................................................................................................................................... 96
10.16 Volmacht .............................................................................................................................................. 96
10.17 Aandelen in onverdeeldheid ................................................................................................................ 97
10.18 Stemming en meerderheden ............................................................................................................... 97
10.18.1 Schorsing stemrecht ............................................................................................................................. 97
10.19 beslissingen .......................................................................................................................................... 98
Pagina 9 van 175
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent011. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.51. You're not tied to anything after your purchase.