Spijsverteringsstelsel
Inleidende termen (tot pagina 5)
Metabolisme:
= stofwisseling = opbouw (anabolisme) en afbraak (katabolisme)
• Bouwstofwisseling
o Gaat over bouwstoffen
• Energiestofwisseling
o Opbouw en afbraak energierijke stoffen (bv glycogeen en ATP)
Groei versus metabolisme
• In groeiperiode worden nieuwe cellen gevormd (→ opbouw) vaak tegelijkertijd
ook afbraak
• vb Haren en nagels blijven zichtbaar groeien, terwijl minder duidelijk ook de
huid slijtage ondergaat, waardoor telkens vernieuwing nodig is. Dit geldt ook
voor veel niet zichtbare epitheel
• vb Bij de darmvlokken van de dunne darm bijvoorbeeld zien we dat aan de
toppen voortdurend cellen worden afgestoten, terwijl in de crypten, tussen de
vlokken in, voortdurend celdeling plaatsvindt
• aminozuren zijn bouwelementen van de eiwitten
• celeiwitten worden regelmatig vernieuwd
• er is een dynamisch evenwicht waarbij opbouw en afbraak aan elkaar gelijk is
Voeding versus metabolisme
• Voeding gebruikt als bouwstof en energiestof
• Bij gebruik als bouwstof
o Kwaliteit is belangrijkste
o Al de elementen die een mens nodig heeft moeten aanwezig zijn
• Bij gebruik als energierijke voedingsstoffen
o Kwantiteit is belangrijkste
o “om vooruit te gaan is er brandstof nodig”
,Voeding
• Voor alle levensprocessen heeft de mens energie nodig
• Energie moet opgenomen worden in de vorm van voedsel
• Energieleverende voedingsstoffen in het lichaam leveren door omzetting
energie
• Voedingsstoffen
o Die energie leveren = macrovoedingsstoffen of macronutriënten
▪ Koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol (4% energie maar heeft
het lichaam niet nodig)
o Water: levert geen energie
▪ Zonder water geen leven mogelijk
o Levert vitamines, minderalen en spoorelementen =
microvoedingsstoffen of micronutriënten
▪ Leveren geen energie
▪ Wel belangrijk voor functioneren van alle lichaamsprocessen
o Levert ook voedingsvezels en bioactieve stoffen (bv antioxidanten)
▪ Spelen ook belangrijke rol in het lichaam
• Voedingstoffen = alle stoffen uit de voeding die essentieel zijn voor de groei en
instandhouding van het lichaam, voor alle inwendige en uitwendige activiteiten
van het lichaam en voor energie
• Voedingsmiddelen = alles wat we normaal opeten, opgebouwd uit
voedingsstoffen hiernaast kunnen ze ook stoffen bevatten die geen echte
voedingswaarde bevatten (bv additieven en contaminanten)
• Evenwichtige voeding → 3 basisregels
o Een evenwichtige voeding moet elke dag ons lichaam voorzien van
energie en voedingsstoffen nodig voor een normale groei en functie
o De energie-aanbreng moet in verhouding staan met het interne
lichaamsverbruik en de fysieke activiteit (energiebalans in evenwicht)
o Een gezonde voeding haalt minimum 55% van de energie uit
koolhydraten, maximum 30-35 energieprocent uit vetten en 10-15 %
van de energie uit eiwitten.
• Onderscheiden in voeding:
o Energieleverende stoffen: koolhydraten, vetten, eiwitten
o Bouwstoffen: eiwitten, water, mineralen
o Beschermende stoffen: water, mineralen, vitamines
o Voedingsvezels
,Energie en energieleverende stoffen
• Elk individu andere hoeveelheid energie → andere hoeveelheid voedsel nodig
• Energie-inname moet gelijk zijn energieverbruik
o Meer inname dan verbruik → gewichtstoename
o Meer verbruik dan inname → gewichtsverlies
• Hoeveelheid energie dat nodig is is afhankelijk van:
o Het geslacht
o De lengte en lichaamsgewicht
o De leeftijd
o De lichamelijke activiteit (arbeid, sport)
o Fysiologische factoren (groei, zwangerschap, herstel na ziekte)
• Vetten leveren 2x zoveel energie als eiwitten en koolhydraten
• Energie uitdrukken in kcal of kJ (1 kcal = 4,19 kJ)
o 1 g vetten levert 9 kcal (38 kJ)
o 1 g koolhydraten levert 4 kcal (17 kJ)
o 1 g eiwitten levert 4 kcal (17 kJ)
o (1 g alcohol levert 7 kcal) (29 kJ)
• Energie en warmte komt vrij bij afbraak van deze stoffen
Bouwstoffen
• Nodig voor groei en aanmaak nieuwe cellen en weefsels en opbouw skelet en
gebit
• Eiwitten, bepaalde mineralen en water → spelen hierin rol
• Ook voor herstel en wederopbouw van deze cellen en weefsels
Beschermende stoffen
• Versterken onder andere de weerstand tegen ziektes
• Alle biochemische processen gebeuren in een waterig milieu
• Vitamines en mineralen nodig als hulpstoffen bij deze processen
• Verlopen niet optimaal → weerstand verminderen
Voedingsvezels
• = complexe verbindingen die gedeeltelijk tot de koolhydraten behoren
• Hebben zeer belangrijke en gunstige effecten en functies
• Onder andere in en op maagdarmstelsel
, Spijsvertering
• Energie uit macronutriënten halen/gebruiken → voedingsstoffen verteren
• Gebeurt in spijsverteringskanaal
(boterham → complexe koolhydraten, zetmeel → glucose → energie)
• Macronutriënten (KH, vetten, EW) worden afgebroken tot kleinere moleculen
• Worden opgenomen in darm en bloedcirculatie
• Micronutriënten (vit, min) en water geen afbraak nodig
• Vertering betekent
1) de afbraak van voedingsstoffen (vertering)
2) de opname van voedingstoffen (absorptie)
3) de verwerking en uitscheiding van afvalstoffen (excretie)
• de stappen bij spijsvertering
1) Ingestie
2) Mechanische verwerking
3) Vertering of chemische verwerking
4) Secretie van hulpstoffen zoals water, zuren, enzymen en buffers
5) Opname in de bloedbaan, vervoer naar het doelorgaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenkadeloose. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.45. You're not tied to anything after your purchase.