Dit is het 7e deel van de samenvatting van goederenrecht, 1e semester (2024), Rechtspraktijk - HoGent. (thema: erfdienstbaarheden)
Dit stemt overeen met de powerpoint van het gastcollege (dus leerstof die je moet kennen voor dit semester), met wetsartikelen.
1 Kenmerken
Art. 3.114, eerste lid BW “Een erfdienstbaarheid is een last op een onroerend goed, het
lijdend erf, tot gebruik en tot nut van andermans onroerend goed, het heersend erf (…)”
Een last op een onroerend goed tot gebruik en tot nut van andermans goed
Grond (uit hun aard)
Gebouwen (al dan niet met de grond) (incorporatie)
o Windturbine, brug, dijk, etc. kunnen zonder de onderliggende grond HE of LE zijn
o Elektriciteitsnetwerk?
Voorbeeld
“De echtgenoten X&Y zijn eigenaar van de navermelde onroerende goederen: [kadastrale
omschrijving] Dhr. en mevrouw A&B zijn eigenaar van navermelde onroerende goederen:
[kadastrale omschrijving] Bovengenoemde percelen worden hierna allen samen en elk
afzonderlijk het “Lijdend Erf” genoemd.
De eigenaars sub (…) en (…) vestigen op het Lijdend Erf volgende erfdienstbaarheden voor
het aanleggen, uitbaten, herstellen en wegnemen van alle kabels, leidingen en andere
daarmee gepaard gaande installaties voor het vervoer van water, elektriciteit (…), ten
behoeve van de percelen gelegen te (…) (hierna het “Heersend Erf” genoemd)”
HE = heersend erf
LE = lijdend erf
A. een last op een onroerend goed
Last = negatieve hoofverplichting
Art. 3.114, 2e lid BW
Bepaald gebruik vanwege HE toelaten
o eigenaar HE mag iets doen op LE (bv. recht van uitweg/overgang/overhang)
o eigenaar HE mag iets doen op HE (bv. ED van afstand beplantingen of
muuropeningen)
Onthouden van een bepaald gebruik
o eigenaar LE mag iets niet doen op LE (bv. een bouwbeperking of -verbod)
o eigenaar LE mag iets niet doen op HE (zeer uitzonderlijk)
Steeds een feitelijke last
, o NIET: juridische verplichting voor de eigenaar van het LE (bv. verbod om een
perceel grond te verhuren, etc.) TOCH: kettingbeding
Kan aanvullende positieve of negatieve verbintenissen met zich meebrengen (art. 3.114,
derde lid BW)
Kwalitatieve verbintenissen zijn inbegrepen in de erfdienstbaarheid
Bv. verplichting tot onderhoud ten laste van eigenaar van het LE
Op een onroerend goed = opgelegd aan een goed, niet aan een persoon
Niet altijd eenvoudig te beoordelen gemeenschappelijke bedoeling achterhalen
o Bewoordingen, duur, begeleidende omstandigheden, inhoud last,..
Voorbeeld
De eigenaar van erf X moet de gebouwen op zijn erf voor residentiële doeleinden gebruiken
en mag er geen commerciële activiteit in voeren”
B. Tot gebruik en tot nut van een onroerend goed
Tot gebruik en tot nut
Art. 3.114, tweede lid BW
Hof van Cassatie:
o “Zodra de last in rechtstreeks en onmiddellijk verband staat met het gebruik en
de exploitatie van het heersend erf, ... ... ook al heeft de last geen ander gevolg
dan het gebruik en de exploitatie van het HE te vergemakkelijken”
Ruime interpretatie, bv. tweede toegang tot een erf om makkelijker,
veiliger en via minder slijk het erf te bereiken
NIET: recht te wandelen in naburig park, lasten die verband houden met
professionele activiteiten van buurman
Van een onroerend goed
Opgelegd voor een onroerend goed, niet voor een persoon
Niet altijd eenvoudig te beoordelen gemeenschappelijke bedoeling achterhalen
o Bewoordingen, duur, begeleidende omstandigheden, inhoud last, etc.
Voorbeeldclausules
“Het is de eigenaar van erf [·] (het Lijdend Erf) verboden om in het Gebouw A gelegen op zijn
erf (het Lijdend Erf) gedurende 3 jaar na datum van deze overeenkomst een handel in
hoorapparaten, brillen of andere optische instrumenten uit te baten, dit ten voordele van
Gebouw B gevestigd op erf [·] (het Heersend Erf)”
Geen beperkte zakelijke rechten op eigen goederen
Soepel: geen erfdienstbaarheid als eigendomssituatie onroerende goederen identiek is
Wat bij mede-eigendom? (Art. 3.114, lid 1 BW)
Ook indien beide erven aan zelfde eigenaar toebehoren, maar één is bezwaard met
zakelijk gebruiksrecht (Art. 3.114, lid 1 BW)
TOCH: geldt slechts voor de duur van het zakelijk gebruiksrecht (=
beschikkingsbevoegdheid, nemo plus iuris)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raniyzewyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.