100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Publiekrecht 1 $9.90
Add to cart

Summary

Samenvatting - Publiekrecht 1

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is het eerste deel van de samenvatting van publiekrecht - De basisbeginselen van het Belgische staatsrecht. Deze samenvatting is gemaakt in combinatie met de powerpoint en het handboek. Inclusief wetsartikelen.

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • December 17, 2024
  • 18
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING PUBLIEKR PPT1

1 Basisbeginselen van het Belgische staatsrecht
1.1 Wat is recht?
1.1.1 Definitie
Het ‘recht’ is
- een geheel van door de overheid uitgevaardigde, afdwingbare regels (‘rechtregels’)
- die het menselijk handelen in de samenleving geordend houdt
= regels v toepassing op iedereen die zich bevindt in een bepaalde situatie (bv; stoppen voor
rood licht)

1.1.2 Kenmerken
1.1.2.1 Wat
Geheel v algemeen geldende regels (= van toepassing op iedereen id bedoelde situatie)
(bv; stoppen voor rood licht)

1.1.2.2 Wie
Opgelegd door de overheid  recht is dynamisch: gewijzigde samenleving vraagt gewijzigde
rechtsregels (veranderd constant)
(bv: tot 1948 mochten vrouwen niet stemmen, tot 1967 mocht vrouw geen bankrekening
openen, tot 2003 homohuwelijk verboden,..) = evolueert

Overtreding/niet-naleving heeft (juridische) gevolgen: rechtsregels zijn ‘afdwingbaar’ via een
wettelijk systeem v sancties

1.1.2.3 Waarom
Doel = maatschappij ordenen (<> chaos)  maw: duidelijk stellen wie wat (niet) mag doen
 recht biedt rechtszekerheid

1.1.2.4 Onderscheid
Gedragsregels, sociale omgangsregels, beleefdheidsregels, religieuze regels,.. (bv; afspreken
met vriendin = er wordt verwacht dat je komt opdagen) – maar er kunnen geen sancties aan
vasthangen

 Niet juridisch afdwingbaar (tenzij ze ook (tegelijk) een rechtsregel zijn)
o Bv: protesten op Ugent (Palestina):
Leerlingen  recht op vergadering school  recht op eigendom = 2 regels
botsen


2 Recht: definitie & voorbeelden
 Recht is alomtegenwoordig (=de eigenschap om overal tegelijkertijd aanwezig te
zijn.)
 Recht is v belang voor alle burgers (en in het bijzonder voor (praktijk)juristen)

(* recht bestaat uit meerdere regels)

Voorbeeld 1: verbod op openbare dronkenschap
 In België: je mag openbaar drinken, maar verboden om in dronkenschap openbaar te
vertonen

1

,Voorbeeld 2: schuldig verzuim
 Als je ziet dat er iemand in nood verkeert, ben je verplicht om hulp aan te bieden – zoniet,
strafbaar
(* verzuim = iets dat je niet hebt gedaan)

Voorbeeld 3: wettelijke herroepingsrecht
 je mag altijd pakketjes terugsturen, want staat zo geschreven in consumenten wetgeving
(niet omdat het bedrijf dit wilt)


3 Indeling van het recht
Nationaal privaatrecht:
nationale wetregels (in nationale situaties) 
bv contract tussen werkgever & werknemer
naleven

Nationaal publiekrecht:
wat wel en niet kan in de samenleving

Internationaal privaatrecht:
internationale regels tussen burgers
onderling

Internationaal publiekrecht:
staten onderling afspraken met elkaar (bv; België met Nederland over douane, diploma,..)

Grote onderverdeling = nationaal & internationaal
Kleinere onderverdeling = publiek & privaat


4 België is een staat
4.1 Wat is een staat?
Een staat = rechtssubject, met specifieke kenmerken:

 Afgebakend grondgebied
 Permanente bevolking
 Effectieve overheid
 Onafhankelijkheid
 Internationale erkenning

Rechtssubjecten  kunnen juridisch bestaan (zoals: de staat)

 Natuurlijke personen
 Rechtspersonen (organisaties – kunnen ook contract sluiten, eigenaar zijn van
goederen,..)
o Privaatrecht
o Publiekrecht
 Rechtsobjecten
o Zaken die ook bestaan, maar goederen binnen onze samenleving

Bv: ik ben rechtssubject (ik kan auto besturen)  auto = rechtsobject




2

, 4.2 Ontstaan van België als staat
Tussen 1815 – 1830 BE deel v Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: koning Willem I
staatshoofd

 1815: Val van Napoleon – Congres van Wenen
o Beslissing Belgisch grondgebied toevoegen aan Zuidelijke Nederlandse
grondgebieden (=zuidelijke Nederlanden)
o Plan voor Europese vrede: creatie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
als bufferstaat in het centrum van Europa om de Franse macht onder controle te
houden
o Zuidelijke Nederlanden (= huidige Belgische grondgebied) dat voordien deel
uitmaakte van Frankrijk wordt toegevoegd aan de Noordelijke Nederlanden

 1815 – 1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
o Vorige situatie bestond niet lang, want niet tevreden met toevoeging Nederland
o Willem I moeide hem teveel met onderwijs,.. (veel redenen waarom inwoners
niet blij waren)
o Staatshoofd = Willem I
o Zuidelijke provincies snel ontevreden
•Autoritaire koning
•Politieke ondervertegenwoordiging
•Beknotting persvrijheid
•Overheidsinmenging in onderwijs
•Taalconflict
•Socio-culturele tegenstellingen

 1830 – 1831: Oprichting van België – revolutionairen namen macht over
o Onstaan onafhankelijkheid: 4 oktober 1830
 'Monsterverbond’
 Opstand in Brussel na opera ‘De Stomme van Portici’ (25 augustus 1830)
 Revolutionairen vormden voorlopige Belgische regering, het Voorlopig Bewind
 Verkiezing Nationaal Congres (~ parlement) -> 10 nov 1830 geïnstalleerd
 Afkondiging Belgische Grondwet: 7 februari 1831
 Eedaflegging Leopold I: 21 juli 1831

Bekijk: https://youtu.be/aFI3-Ig1SPI
Lees op Chamilo: Tekst over de stichters van België & Tekst over de beginjaren van België


4.3 De Belgische Grondwet
4.3.1 Definitie
 Basis van de Belgische rechtsorde
 Basisovereenkomst tussen overheid en burger
 Meest fundamentele rechtsregel - ‘hoogste wet’ van het land
o maar: internationaal recht met 'directe werking’; zie hiërarchie rechtsnormen
4.3.2 Inhoudelijk
 GW bepaalt in grote lijnen hoe de staat bestuurd wordt (in fundamentele rechtsregels)–
hoe instellingen georganiseerd zijn
o Parlement, regering, rechtbanken..
 Bepaalt wie bevoegd is om wetten te maken, uit te voeren & toe te passen
 Bepaalt welke rechter burger kan laten gelden ten aanzien vd overheid (vrijheid v
meningsuiting, vrijheid v onderwijs, recht op briefgeheim..)

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raniyzewyn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.90
  • (0)
Add to cart
Added