, AUTISME
Autismespectrumstoornis (ASS): verzamelnaam voor gedragskenmerken gerelateerd aan
sociaal-communicatieve vaardigheden, zintuiglijke prikkelverwerking, filteren en integreren van
informatie, de manier van denken en flexibiliteit van gedrag.
● Definitie zorgstandaard Autisme: complex samenspel tussen drie lagen:
○ Biologisch (moleculair- of celniveau)
○ Psychologisch (cognities, emoties en gedrag)
○ Sociaal (omgeving en maatschappij).
● Variatie in de kern- en ontwikkelingsdimensies van autisme, in comorbiditeit met
aandachts- en angstproblemen en op cognitief gebied, zorgen ervoor dat de groep
kinderen met autisme heterogeen is.
○ Door de grote variatie is gedifferentieerd zorgaanbod nodig.
● Autisme wordt in de DSM-5 gezien als één spectrum (dimensionele benadering), in
plaats van categorieën zoals in de DSM-IV. Dit zorgt voor een betrouwbaardere
classificatie.
● Diagnose vereist tekortkomingen in twee domeinen:
○ Sociale communicatie en interactie.
○ Beperkt en repetitief gedrag (incl. hypo- of hyperreactiviteit op sensorische
stimuli).
● Ernstniveaus: bepalen de ondersteuningsbehoefte, maar cognitief functioneren wordt
vaak ook meegenomen, terwijl emotionele problemen weinig worden gewogen.
● Zorgen rondom overgang DSM-IV-TR naar DSM-5: kinderen met PDD-NOS of Asperger
(vooral met hoog cognitief niveau) vallen vaker buiten de nieuwe criteria.
○ Gevolgen
■ 20% van kinderen met Asperger en 75% met PDD-NOS verliezen hun
ASS-diagnose.
■ Risico op uitsluiting van klinische hulp en onderwijsbegeleiding.
1
,• Kernproblemen binnen autisme
○ Sociale communicatie en interactie
■ Taalontwikkeling:
● Laag IQ: vertraagde spraak, sommigen leren nooit spreken.
● Hoog IQ: taal aanwezig maar vaak laat op gang.
■ Kwaliteit van communicatie:
● Problemen met non-verbale signalen (lichaamstaal, gebaren).
● Minder sociale interactie en moeite met relaties.
● Verminderde sociale en emotionele wederkerigheid (interactie
voelt als eenrichtingsverkeer).
● Moeite met afstemming op de sociale context.
○ Beperkt en repetitief gedrag
■ Stereotypieën: bewegingen (bijv. fladderen, springen, echolalie) en
rituelen.
■ Beperkte interesses: eenzijdige fascinaties, gehecht aan routines.
■ Sensorische problemen: hyper- of hypogevoelig voor prikkels, soms eet-
en kleedproblemen.
○ Verminderd voorstellingsvermogen
■ Minder focus op betekenis, meer op uiterlijke details.
■ Leidt tot:
● Rigide gedrag en moeite met nieuwe situaties.
● Problemen met fantasiespel en generalisatie van vaardigheden.
○ Problemen met motorische ontwikkeling bij 62% van kinderen met autisme:
■ 62%: onhandige, trage of houterige motoriek.
2
, ■ 50%: problemen met slapen of eten.
○ Gedragsproblemen:
■ Woede-uitbarstingen en agressie: vooral bij veel repetitief gedrag, vaak
door frustratie.
■ Zindelijkheidsproblemen: gangbare technieken zijn vaak onvoldoende.
● Oorzaken: angst, controle, negatieve ervaringen, routines of
sensorische integratieproblemen.
● Prevalentie
○ Aantal classificaties stijgt door:
■ Verbeterde diagnostiek en onderkenning (bijv. meisjes en hoger
functionerende kinderen).
■ Grotere bekendheid van autisme.
■ Maatschappelijke druk op zelfsturing en sociale vaardigheden.
■ Verruiming van criteria in DSM-IV-TR (DSM-5 toont juist afname door
strengere criteria).
○ Gender-verschillen meisjes vs. jongens
■ Meisjes krijgen minder vaak een diagnose, zelfs bij gelijke symptomen.
■ Redenen:
● Meisjes compenseren beter voor sociale en communicatieve
beperkingen.
● Diagnostische instrumenten zijn gericht op mannelijke kenmerken.
■ Kenmerken bij meisjes:
● Subtielere sociale- en communicatieve problemen.
● Vaak 1-2 vrienden en meer fantasiespel.
● Gebruik van emotionele taal en interesses met sociale inhoud.
● Minder repetitief gedrag.
■ Gevolg: Meisjes worden later gediagnosticeerd en ervaren vertraging
tussen aanmelding en diagnose.
● Etniciteit
○ Ondervertegenwoordiging: Marokkaanse en Turkse kinderen worden minder
vaak doorverwezen naar ggz-instellingen voor autisme.
○ Jeugdartsen signaleren autisme minder bij niet-westerse allochtone kinderen.
○ Oplossing: gebruik expliciete screeningslijsten (bijv. ESAT, SRS) om ASS-
symptomen en gedragingen beter te rapporteren en scoren.
● Etiologie
○ Neurobiologische ontwikkelingsstoornis door genetische en omgevingsinvloeden.
■ Genetisch:
● Theory of Mind-problemen en sensorische prikkelverwerking.
● 19% van de broertjes en zusjes krijgt ook autisme.
■ Omgevingsinvloeden (tijdens zwangerschap, rond/na geboorte):
● Obesitas, hoge bloeddruk, diabetes, hoog BMI, immunologische
factoren, allergieën/astma.
● Vaccinaties zijn geen oorzaak!
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.42. You're not tied to anything after your purchase.