H2: Misverstanden over ADHD
De misverstanden over ADHD:
1. Je wordt geboren met ADHD.
● Gezins-, tweeling- en adoptiestudies zijn vaak de basis van deze aanname, maar het is
bijna onmogelijk om het effect van genen daar te onderscheiden van het effect van
omgevingsinvloeden.
○ Moleculaire genetische studies kunnen dat wel en komen tot
erfelijkheidsschattingen van maximaal een paar procent.
■ Dit wordt in voorlichtingsmateriaal nauwelijks genoemd in tegenstelling tot
het hoge percentage uit gezins-, tweeling- en adoptiestudies.
● Vaak wordt eerst het hoge percentage uit tweelingstudies benoemd, dan de genen. Dit
wekt de suggestie dat 80% van het ADHD-gedrag door genen verklaard wordt.
○ Dit leidt tot overschatting van vol erfelijkheid en onderschatting van de
omgevingsinvloed.
2. ADHD is het gevolg van een tekort aan een stofje in de hersenen.
● ADHD is geen tekort aan dopamine in het brein.
● Het is een fabel dat Ritalin ADHD-klachten vermindert omdat het dopamine aanvult.
3. De hersenen van kinderen met ADHD zien er anders uit.
● Er wordt gezegd dat kinderen met ADHD een kleinere globus pallidus hebben. Dit is
onjuist: er zijn veel kinderen met een kleinere globus pallidus die geen ADHD-gedrag
vertonen.
● Er is nooit aangetoond dat alle ADHD’ers kleinere hersenen/hersendelen of andere
biologische/neurologische hersenkenmerken hebben en alle niet-ADHD’ers dit niet
hebben.
4. ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen.
● ADHD is geen verklaring, het is een benaming van ongeconcentreerd en hyperactief
gedrag.
● Psychische labels beschrijven een ervaren probleem en hebben meestal geen
aantoonbare lichamelijke oorzaak.
○ Er zijn soms op groepsniveau wel kleine verschillen, maar dit zegt weinig tot
niets over individuen.
5. ADHD heeft altijd al bestaan.
● Bestaat sinds 1980.
● Zappelphilipp is geen vroege psychiatrische gevalsbeschrijving van ADHD, maar een
karakter in een komisch kinderboek met een psychiater per toeval als auteur.
, 6. ADHD is chronisch.
● ⅔ van de ADHD-gevallen verminderen of verdwijnen de kerngedragingen van ADHD
(hyperactiviteit, impulsiviteit, aandachtsproblemen) in de loop der jaren, ongeacht het
type behandeling (gedragstherapie, medicatie of beide).
○ We weten niet of ADHD-gedrag afneemt als we niets doen, is onethisch om na
diagnose niks te doen vanwege het doen van wetenschappelijk onderzoek.
● Pleit voor psychologische/maatschappelijke aanpak, bijv. gericht op sterke kanten en het
vinden van een opleiding, aangezien medicatie de kerngedragingen van ADHD
onderdrukt terwijl die vaak zelf al overgaan.
7. De classificatie en behandelingen voor ADHD zijn evidence based.
● Preventie-als-interventie-hypothese: de wijdverbreide, maar niet door onderzoek
gestaafde aanname dat vroege behandeling latere problemen kan voorkomen.
● Behandeling kan op korte termijn helpend zijn en dit moet geboden blijven worden aan
degenen die het echt nodig hebben, maar voor de aanname dat het ingezet moet
worden bij milde problematiek om erger te voorkomen is geen bewijs.
○ Kinderen worden er soms slechter van in plaats van beter, de zorg voor
jeugdigen is niet bewezen effectief.
8. ADHD is een ziekte.
● ADHD is geen lichamelijke afwijking, maar een naam voor een aantal gedragingen die
vaak samen voorkomen.
○ ADHD veroorzaakt die gedragingen niet, daarom is het verwarrend om te
spreken van symptomen. Dit suggereert een onderliggende ziekte of oorzaak.
● ADHD-diagnostiek is een subjectief proces, gekleurt door orthopedagoog, cultuur en
omgeving.
● (Voorbeeld diabetes boek)
H3: Wat is ADHD?
Diagnostic and statistical manual of mental disorders (DSM) → elke nieuwe versie komen er
weer nieuwe stoornissen bij.
● Psychische stoornissen komen in de DSM door het stemmen van DSM-comité
(bestaande uit Amerikaanse psychiaters).
○ BOGSAT-diagnoses: Bunch of Guys Sitting Around a Table (gekscherend voor
DSM-comité waardoor psychische stoornissen ontstaan).
○ Stemmen op basis van expertise en wat er in de samenleving speelt (bijv.
homoseksualiteit uit de DSM gehaald).
● DSM: opsomming van gedragingen en emoties die we niet tolereren of die moeilijk bij
onze huidige eisen en normen passen.
● Stijging van het aantal stoornissen in de DSM betekent dat we steeds meer gedrag
lastig vinden.
, Drie beelden van ADHD:
1. Overwegend aandachtzwakke beeld (ADD);
2. Overwegend hyperactieve of impulsieve beeld;
3. Gecombineerde beeld.
Je kunt een ADHD-classificatie krijgen bij zes kenmerken van hyperactiviteit of impulsiviteit.
● Bij beide gebieden zes kenmerken betekent het gecombineerde beeld.
+ Problemen in sociale en schoolse functioneren;
+ Voor 12e jaar verschijnselen aanwezig;
+ Minimaal zes maanden lang minimaal zes gedragingen;
+ Gedragingen zijn in meerdere settings aanwezig;
+ Gedragingen zijn niet beter passend bij een ander psychiatrisch beeld;
+ De mate waarin het gedrag zich voordoet moet niet passen bij de leeftijd en
ontwikkelingsniveau van het kind (!!)
Problemen bij de classificatie:
1. Wat is normaal?
● Geboortemaand en relatieve leeftijd in klas moeten overwogen worden bij ADHD-gedrag
(bijv. vroege leerling).
2. Wat is vaak?
● ADHD-classificatie is op basis van het verhaal van ouders en leerkracht. Dit is subjectief,
iedereen heeft een andere definitie van vaak.
3. Wat is impairment?
● Impairment = er moet sprake zijn van beperkingen in het functioneren.
○ Doel: mensen die zorg nodig hebben onderscheiden van degenen die het zonder
ook redden.
● Wanneer is er sprake van functionele beperkingen? → Subjectief.
4. Overlappende gedragscriteria
● Criteria overlappen, bijv. op beurt wachten & verstoort vaak bezigheden of dringt zich
op.
5. Kip of ei?
● Zijn de functionele beperkingen op schools- of sociaal gebied de oorzaak of het gevolg
van ADHD-gedrag?
● Indien problemen niet afnemen na behandeling was ADHD mogelijk niet de oorzaak van
functioneringsproblemen.
6. Comorbiditeit
● Comorbiditeit = het tegelijk voorkomen van meerdere stoornis-classificaties.
○ ADHD bestaat meestal uit non-specifiek gedrag: gedrag dat veel voorkomt onder
de algemene bevolking, vooral bij mensen met andere stoornissen en
problemen.
■ Bij minimaal ⅔ van de kinderen gaat ADHD samen met andere
psychiatrische problematiek. Dit is bij geen andere stoornis zo veel.
● ADHD is verzameling mensen die meer verschillen dan dat ze op elkaar lijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anouk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.