Klinisch werkveld en organisatie (P_BKLWORG)
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
Chiaravankooten
Reviews received
Content preview
College 1
De GGZ (geestelijke gezondheidszorg) is gericht op het behandelen van mensen met ernstige
psychische problemen die voldoen aan een DSM-5-diagnose, wat inhoudt dat zij een erkende stoornis
hebben. Het doel is niet om een algehele verbetering in welzijn te bieden aan iedereen, maar om hulp
te bieden aan mensen die ziek zijn en die zonder behandeling moeite hebben om normaal te
functioneren. Enkele voorbeelden die wel en niet in aanmerking komen voor GGZ-zorg:
Wel in aanmerking: Mensen die door psychische stoornissen in hun dagelijks functioneren
worden beperkt, zoals:
o Mensen met agorafobie die hulp nodig hebben om weer veilig de straat op te kunnen.
o Personen met chronische stoornissen die ondanks hun beperkingen willen blijven
werken.
Niet in aanmerking: Personen zonder erkende stoornis die bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen
willen opbouwen, eenzaamheid willen verminderen, of zich minder somber willen voelen
zonder een DSM-diagnose.
Er is een discussie over de toegankelijkheid van de GGZ. Als iedereen die dat wil hulp kan krijgen,
zou dit leiden tot:
Een sterke toename in het aantal patiënten.
Hogere kosten voor de GGZ.
Budget en beperkingen
De overheid kan de GGZ niet onbeperkt financieren, omdat er ook andere sectoren zijn die financiële
ondersteuning nodig hebben, zoals:
Milieu: Klimaatbeleid en milieubescherming vragen om grote investeringen.
Woningmarkt: Er zijn grote uitgaven nodig om woningtekorten op te lossen.
Minimumloon en sociale voorzieningen: Deze sectoren hebben ook budgetten die concurreren
met de GGZ-financiering.
Er is een beperkt budget beschikbaar, en de vraag is dus hoe dit geld optimaal kan worden besteed
om zoveel mogelijk gezondheidswinst te realiseren. Gezondheidswinst in de GGZ betekent dat zoveel
mogelijk mensen dankzij de behandeling:
Herstellen: Geen klachten meer ervaren.
Verbeteren: Minder klachten hebben dan voor de behandeling.
Dit uitgangspunt heeft invloed op de keuzes die worden gemaakt over wie in aanmerking komt voor
behandeling en welke behandelingen beschikbaar zijn.
Aantallen in de GGZ
In Nederland kampt een aanzienlijk percentage van de volwassen bevolking jaarlijks met psychische
aandoeningen:
Prevalentie van psychische stoornissen: Elk jaar heeft naar schatting 20-25% van de
volwassenen (ca. 12 miljoen mensen) een DSM-5-diagnose. Dit betekent dat er jaarlijks 2,4
tot 3 miljoen mensen zijn die voldoen aan de criteria van een psychische stoornis.
Aantal patiënten in zorg: Ruim 1 miljoen van deze mensen wordt jaarlijks daadwerkelijk
behandeld in de GGZ.
De cijfers tonen aan dat er een grote vraag is naar GGZ-diensten, wat druk uitoefent op de capaciteit
en het beschikbare budget van de GGZ. Hierdoor ontstaan er lange wachtlijsten en een grote
behoefte aan efficiënte organisatie van de zorg.
Kosten van de GGZ
De GGZ neemt een aanzienlijk deel van het nationale gezondheidszorgbudget in beslag:
Totale kosten: De GGZ kost jaarlijks ongeveer 4,5 miljard euro, wat overeenkomt met
ongeveer 5% van het totale budget voor de gezondheidszorg.
Beperkt budget: Dit budget moet zorgvuldig beheerd worden, omdat de GGZ in concurrentie
staat met andere maatschappelijke sectoren zoals het milieu, woningbouw, en sociale
voorzieningen.
Budgettoewijzing en efficiëntie
Het beperkte budget betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden over hoe het geld het beste kan
worden ingezet om de kwaliteit van zorg, toegankelijkheid en betaalbaarheid te waarborgen. Dit
beperkt de GGZ in het aannemen van meer patiënten en benadrukt de noodzaak voor strategische
organisatie en beleid om zoveel mogelijk gezondheidswinst te behalen.
Zorgstelsel GGZ 2014 - 2021
Hervormingen in de GGZ: Waarom en Wat?
Vanaf 2014 werden er belangrijke hervormingen doorgevoerd in de Nederlandse geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) om de zorg efficiënter, toegankelijker en betaalbaarder te maken. Het doel
van deze hervormingen was om:
, Kosten te verlagen: De GGZ moest betaalbaar blijven, vooral door minder gebruik te maken
van kostbare opnames en bedden.
Kwaliteit te behouden en toegankelijkheid te verbeteren: Door patiënten sneller te helpen met
kortdurende behandelingen zou de zorg beter toegankelijk worden voor iedereen.
Kernpunten van de Hervorming
De belangrijkste veranderingen waren:
Minder bedden en kortere opnames: De nadruk werd verlegd van langdurige intramurale zorg
(opnames in instellingen) naar kortdurende ambulante zorg (behandelingen buiten het
ziekenhuis). Het doel was om patiënten sneller terug te laten keren naar hun dagelijkse leven,
wat zowel hun welzijn zou bevorderen als kosten zou besparen.
Meer ambulante zorg: Kortdurende en ambulante behandelingen namen toe, wat betekende
dat patiënten meer in hun eigen omgeving behandeld werden en minder in klinische
instellingen verbleven. Dit leidde tot een verschuiving in de GGZ-zorg.
De Drie Echelons in de GGZ
De hervorming in 2014 leidde tot de introductie van een drietal echelons binnen de GGZ, elk gericht
op verschillende soorten zorg en patiënten:
1. Echelon 1: Huisartsenzorg en Praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ):
o De POH-GGZ werd geïntroduceerd met als doel laagdrempelige hulp te bieden
zonder dat patiënten te maken kregen met een eigen risico.
o De POH-GGZ werkt onder de verantwoordelijkheid van de huisarts, waardoor het
formeel geen onderdeel is van de GGZ, maar wel gericht is op lichte psychische
klachten.
o Doelgroep: Dit echelon is bedoeld voor mensen zonder DSM-diagnose, met lichte
klachten, die wellicht alleen kortdurende begeleiding nodig hebben.
2. Echelon 2: Basis GGZ (b-GGZ):
o De Basis GGZ (b-GGZ) is bedoeld voor patiënten met een DSM-diagnose die geen
complexere behandeling nodig hebben. De behandelingen zijn kortdurend en gericht
op specifieke klachten.
o Vier Zorgproducten in de Basis GGZ: Afhankelijk van de ernst en duur van de
klachten wordt een van de vier behandelopties gekozen:
Kort: 300 minuten.
Middel: 500 minuten.
Intensief: 750 minuten.
Chronisch: 750 minuten, gericht op mensen met Ernstige Psychiatrische
Aandoeningen (EPA), waarbij structurele ondersteuning nodig is.
o De behandelingen binnen de Basis GGZ zijn bedoeld om veelvoorkomende
psychische klachten snel en effectief te behandelen.
3. Echelon 3: Specialistische GGZ (s-GGZ):
o Voor mensen met complexe of ernstige problematiek is de specialistische GGZ (s-
GGZ) bedoeld, die vaak in grote GGZ-instellingen wordt geleverd.
o Zorgpaden en langdurige zorgtrajecten: In de s-GGZ wordt gewerkt met zogenaamde
‘zorgpaden’, die bestaan uit gestructureerde en langdurige behandeltrajecten die
inspelen op de specifieke behoeften van de patiënt.
o FACT-teams: Deze teams binnen de specialistische GGZ zijn speciaal gericht op
EPA-patiënten en bieden intensieve thuiszorg en ondersteuning.
Criteria voor Toewijzing aan de Echelons
De beslissing over welk echelon geschikt is voor een patiënt werd gemaakt op basis van vijf criteria,
hoewel deze indeling niet altijd even wetenschappelijk onderbouwd was. De criteria zijn:
DSM-diagnose: Is er sprake van een officieel vastgestelde DSM-5-stoornis?
Ernst: Hoeveel invloed hebben de klachten op het dagelijkse functioneren van de patiënt? Zijn
de klachten mild, ernstig, of zeer ernstig?
Risico: Is er sprake van risico dat de patiënt zichzelf of anderen kan schaden? Dit criterium is
van belang om te bepalen of specialistische hulp vereist is.
Complexiteit: Zijn er andere diagnoses aanwezig die de behandeling complexer maken, zoals
comorbiditeit (bijvoorbeeld depressie in combinatie met verslaving)?
Beloop/Duur: Hoe lang bestaan de klachten? Zijn deze net ontstaan, of heeft de patiënt
langdurig hulp nodig?
Deze criteria leiden tot een indeling:
POH-GGZ: Geen DSM-diagnose, milde klachten, laag risico.
Basis GGZ: DSM-diagnose aanwezig, maar zonder hoge complexiteit of risico.
, Specialistische GGZ: DSM-diagnose met hoge ernst, risico of complexiteit.
Knelpunten in de GGZ tussen 2014 en 2021
Ondanks de voordelen van het nieuwe model ontstonden er verschillende knelpunten die de
toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de GGZ in gevaar brachten.
Belangrijkste Knelpunten
1. Toename van lichte gevallen in de GGZ: De laagdrempelige toegang leidde tot een toename
van patiënten met lichtere klachten, wat de druk op het systeem verhoogde.
2. Personeels- en middelengebrek: Het aantal beschikbare therapeuten en financiële middelen
was beperkt, wat leidde tot wachtlijsten en verminderde beschikbaarheid van zorg.
3. Lange wachttijden: Vooral in de specialistische GGZ waren de wachttijden erg lang, wat
problematisch was voor patiënten die snel hulp nodig hadden.
4. Focus op enkele diagnoses: De GGZ was vaak ingericht op één enkele DSM-diagnose per
patiënt, terwijl veel patiënten meerdere aandoeningen hadden. Hierdoor ontstonden
problemen in de behandeling van comorbiditeit.
5. Langdurige zorg voor EPA-patiënten: EPA-patiënten hadden langdurige zorg nodig, wat de
capaciteit voor andere patiënten beperkte.
GGZ vanaf 2022: Het Zorgprestatiemodel
In 2022 werd het zorgprestatiemodel geïntroduceerd, een nieuw organisatiemodel voor de GGZ. Dit
model is gericht op vereenvoudiging van de administratieve processen en het efficiënter organiseren
van de zorg op basis van zorgzwaarte.
Belangrijkste Veranderingen
Het zorgprestatiemodel bracht een aantal veranderingen met zich mee die de GGZ beter moesten
organiseren en toegankelijker moesten maken:
1. Minder administratie en eenvoudiger registratie:
o In het nieuwe model is de registratie minder complex, en zijn er minder
administratieve lasten voor zorgverleners.
o Vergoedingen worden niet langer berekend op basis van tijdsinvesteringen in
‘zorgpaden’ of behandeltrajecten, maar op basis van concrete zorgprestaties zoals
een consult of een overnachting in een kliniek.
2. Geen onderscheid tussen directe en indirecte tijd:
o Voorheen moesten zorgverleners het onderscheid maken tussen directe tijd (face-to-
face contact) en indirecte tijd (administratie, overleg), wat tijdrovend was. Dit
onderscheid vervalt, waardoor de administratieve last vermindert.
3. Vergoeding op basis van zorgprestaties:
o De vergoeding wordt gebaseerd op concrete zorgprestaties. Voorbeelden zijn de
vergoeding per consult of per nacht in een ziekenhuis.
o Dit zorgt voor een nauwkeurigere afstemming van de zorgkosten op de daadwerkelijk
verleende zorg.
4. Focus op Zorgzwaarte i.p.v. DSM-diagnose:
o In plaats van te focussen op de aanwezigheid van een DSM-diagnose, wordt nu
gekeken naar de zorgzwaarte. Hiermee kan de GGZ flexibeler worden ingericht en
beter inspelen op de individuele behoeften van patiënten.
o HONOS-vragenlijst: Zorgzwaarte wordt vastgesteld met de HONOS-vragenlijst
(Health of the Nation Outcome Scales), die bestaat uit 19 vragen die de ernst van de
klachten, beperkingen in functioneren en risico voor de patiënt of omgeving meten.
5. Onderscheid tussen Basis GGZ en Specialistische GGZ vervalt:
o Door de focus op zorgzwaarte vervalt het onderscheid tussen Basis GGZ en
Specialistische GGZ. Behandelingen worden nu meer op maat geleverd, afhankelijk
van de zwaarte van de klachten en niet per se van het GGZ-niveau.
Verwachte Uitkomsten en Kritische Kanttekeningen
Het zorgprestatiemodel is bedoeld om de zorg efficiënter en toegankelijker te maken, maar er zijn
enkele punten waar aandacht aan moet worden besteed:
Oplossing voor alle problemen? Het nieuwe model zal niet meteen alle knelpunten oplossen.
De schaarste aan personeel, lange wachttijden en hoge zorgvraag blijven uitdagingen die tijd
en doorlopende aanpassingen vereisen.
Twee overgangsjaren: Het zorgprestatiemodel kent een overgangsperiode van twee jaar,
waarin gekeken wordt hoe het model in de praktijk werkt en waar aanpassingen nodig zijn.
Wat levert alle zorg uiteindelijk op? (Gezondheidswinst)
Een belangrijke vraag binnen de GGZ is hoeveel gezondheidswinst de zorg daadwerkelijk oplevert.
Met gezondheidswinst wordt bedoeld in hoeverre de behandeling bijdraagt aan een verbetering in de
, gezondheidstoestand van patiënten. De resultaten van behandelingen binnen de GGZ kunnen in vier
categorieën worden ingedeeld, gebaseerd op de mate van verbetering die patiënten ervaren:
Hersteld: Patiënten hebben geen klachten meer na de behandeling en kunnen zonder verdere
hulp functioneren. Dit is het meest positieve resultaat en vormt de hoogste vorm van
gezondheidswinst.
Verbeterd: Patiënten hebben minder klachten na de behandeling, maar zijn niet volledig
klachtenvrij. Dit wordt ook gezien als een positieve uitkomst, hoewel er soms aanvullende
behandelingen nodig kunnen zijn.
Zelfde gebleven: Patiënten ervaren geen verbetering, maar hun klachten zijn ook niet
verergerd. Dit resultaat toont aan dat de behandeling geen negatieve, maar ook geen
positieve effecten heeft gehad.
Verslechterd: Patiënten hebben na de behandeling meer klachten dan voorheen. Dit is de
minst gewenste uitkomst en kan wijzen op een ongeschikte behandeling, te complexe
problematiek, of andere factoren die de behandeling hebben belemmerd.
Hoeveelheid patiënten die baat hebben bij behandeling
Onderzoek laat zien dat de resultaten van GGZ-behandelingen variëren tussen instellingen, maar er
zijn algemene schattingen over de effectiviteit:
Baat bij behandeling: Gemiddeld heeft ongeveer 50-60% van de patiënten baat bij de GGZ-
zorg, met baatpercentages variërend van 36% tot 84% afhankelijk van de instelling.
Onveranderd: 14-53% van de patiënten ervaart geen verandering.
Verslechterd: 0-15% van de patiënten voelt zich slechter na de behandeling.
Factoren die verschillen in uitkomsten verklaren
De variatie in uitkomsten tussen instellingen kan worden veroorzaakt door diverse factoren:
Verschillende patiëntpopulaties: Sommige instellingen behandelen bijvoorbeeld zwaardere
gevallen, terwijl anderen zich richten op lichtere klachten.
Opleiding en ervaring van hulpverleners: Instellingen met meer ervaren of beter opgeleide
professionals kunnen betere resultaten behalen.
Verschillende behandelmethoden: Niet alle instellingen maken gebruik van dezelfde
behandelmethoden; sommigen bieden bijvoorbeeld meer innovatieve of gespecialiseerde
behandelingen.
Organisatie van zorg: De manier waarop zorg georganiseerd is, kan ook invloed hebben op de
uitkomsten, bijvoorbeeld door de mate van nazorg en begeleiding.
Tevredenheid van patiënten
Naast gezondheidswinst is ook de tevredenheid van patiënten een belangrijke maatstaf voor de
kwaliteit van GGZ-zorg. Tevredenheid wordt regelmatig gemeten om een beeld te krijgen van de
ervaringen van patiënten met de geboden zorg. Dit wordt gedaan via
patiënttevredenheidsonderzoeken, waarvan de resultaten openbaar zijn. Een voorbeeld van een
website waar deze informatie beschikbaar is, is het GGZ Dataportaal.
Via het GGZ Dataportaal kunnen instellingen inzicht krijgen in hun prestaties ten opzichte van andere
instellingen. Dit stelt hen in staat om verbeterpunten te identificeren en de patiënttevredenheid te
verhogen door bijvoorbeeld wachttijden te verkorten, zorg te personaliseren, of het aanbod van
behandelingen te verbreden.
Wachtlijsten en het verkorten daarvan
Lange wachtlijsten zijn een van de meest problematische knelpunten in de GGZ. Dit probleem werd al
eerder benoemd bij de knelpunten in de periode 2014-2021, maar is nog steeds actueel. Lange
wachttijden ontstaan door de hoge vraag naar GGZ-zorg en de beperkte capaciteit aan therapeuten
en middelen.
Oplossingen om wachtlijsten te verkorten
Er zijn verschillende strategieën en ideeën om de wachttijden te verminderen:
1. Meer budget en therapeuten:
o Door extra financiële middelen toe te kennen en meer therapeuten aan te nemen, kan
de capaciteit worden vergroot, wat de wachttijden kan verkorten. Dit vereist echter
aanzienlijke investeringen en is lastig te realiseren vanwege de schaarste aan
gekwalificeerd personeel en de beperkte overheidsbudgetten.
2. Efficiëntere behandelingen:
o Het efficiënter inrichten van behandelingen kan ook helpen om wachttijden te
verkorten. Dit kan bijvoorbeeld door behandelingen eerder af te sluiten als de patiënt
voldoende vooruitgang heeft geboekt. Ook het gebruik van kortdurende
behandeltrajecten kan bijdragen aan een efficiëntere inzet van middelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chiaravankooten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.65. You're not tied to anything after your purchase.