Samenvatting Ziekteleer TE KENNEN DEEL Wijngaerden
0 view 0 purchase
Course
Ziekteleer (E03N7A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit bevat een samenvatting met al de te kennen leerstof, inclusief lesnotities en aanwijzingen wat vermeld zal worden op het examen.
Later op het jaar wanneer alle proffen hun leerstof af hebben, komt er een document met alle samenvattingen te samen!
Je hebt met deze samenvatting alles!
Definitie infectieziekte
Een infectieziekte = een waarneembare toestand van schade of verandering in de normale
fysiologie van de gastheer die gepaard gaat met een ontstekingsreactie (inflammatie),
veroorzaakt door besmetting met een (micro-) organisme.
• Besmetting gaat infectie vooraf maar leidt niet noodzakelijk tot infectie, kan tot kolonisatie
leiden.
• Kolonisatie of dragerschap: micro-organismen handhaven en vermenigvuldigen zich op of in de
gastheer, echter zonder inflammatie en zonder schade te veroorzaken.
Routes van besmetting
• Andere mens via:
– Direct contact
• Huid-slijmvliezen (oa seks)
• Faeco-oraal
• Bloed bv. Hepatitis B/C
• Placenta (verticale overdracht)
– Aerosolen
• Voeding en drank (Bv. Hepatitis A in leidingwater)
• Dier (zoönose)
• Omgeving (al dan niet vector)
De therapie richt zich op het m.o., niet op de gastheer, wat anders is
dan bij normale ziekten.
Nadeel: ook commensale flora wordt aangetast, wat bijwerkingen kan geven.
Microbiële virulentie
• Adherentie (receptoren) R nodig om binnen te geraken, vasthechten is nodig
• Proliferatie verspreiding in weefsels/bloedbaan
– Exotoxines
– Invasie door barrière/verspreiding
• Resistentie aan niet-specifieke afweermechanismen
• Inflammatoire reactie wordt uitgelokt door microbiële bestanddelen MO kan virulent worden
Primair pathogene MO
– Besmetting leidt in vele gevallen tot ziekte, bij een groot deel van een overigens gezonde
populatie.
– Exogene infecties die overdraagbaar zijn en aanleiding kunnen geven tot epidemies.
– Salmonella typhi, Mycobacterium tuberculosis, HIV, influenzavirus, SARS-CoV-2, P. falciparum,
Ebolavirus…
– Preventie blootstelling vermijden of eradiceren van het reservoir hulpmiddel: Vaccinatie voor
preventie
Potentieel pathogene MO (1)
– Besmetting leidt meestal tot kolonisatie (dragerschap).
– Infectie ontstaat bij de gastheer indien er bepaalde bijkomende voorwaarden voldaan zijn, bv.
• er een lokale of algemene voorbeschiktheid is.
– Stafylokokken en katheterinfectie, postoperatieve wondinfecties.
– Candida infecties in de mond na een antibioticumkuur.
– Blaasinfectie bij blaaskatheter
• de micro-organismen toegang krijgen tot steriele lichaamscompartimenten.
Potentieel pathogene MO (2)
– Deze infecties w. veroorzaakt door eigen (koloniserende) flora: “endogene infecties”.
weinig/niet overdraagbaar.
– Preventie bestaat uit het vermijden van de voorbeschikkende gastheerfactoren en
hygiëne/asepsie in de zorg.
NB Een bijzondere categorie zijn “nosocomiale infecties” met ziekenhuisflora die de patiënt
verwerft tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis.
Opportunistisch pathogene MO
– Besmetting leidt tot (voorbijgaande) kolonisatie bij gezonde personen.
1
,– Infectie enkel bij de gastheer met een ernstige stoornis in de humorale of cellulaire
afweermechanismen.
– Deze infecties zijn exogeen, maar niet overdraagbaar naar gezonden en dus geen bron van
epidemies.
– Bv.: Pneumocystis jirovecii pneumonie bij AIDS, Aspergillus pneumonie bij de langdurig
neutropene patiënt.
– Preventie door beperken gastheerrisico (bv. HIV), vermijden blootstelling, preventieve medicatie
– Immuunsysteem onwerkzaam Vaccinaties niet gebruiken: werkt via immuunsysteem.
Afweermechanismen van de gastheer
Immuunsysteem:
Externale barrière: huid, mucosa, neushaar,…
Internale barrière:
- eerste lijn defense: fagocyten (opeten m.o.), NK-celln,…
- tweede lijn defense: T en B cellen (wekken verworven immuniteit op)
Humorale afweer
• Lactoferrine en lysosyme in lichaamsvochten
• Complementsysteem:
– factor C3a en C5a verhoogt de vaatpermeabiliteit
– factor C5a draagt bij in de chemotaxis
– factor C3b in de opsonisatie van micro-organismen
– lytisch complement (factor C5b-9), “membrane attack complex”
vormen poriën in de membrane van m.o.
• Antigeen-specifieke afweerfactoren: immuunglobulines IgG en IgM
– neutralisatie en agglutinatie van antigenen
– complementactivering en binding
– interferentie met adherentie ("blocking antibodies")
– opsonisatie
Cellulaire afweer: fagocyten
• Neutrofiele granulocyten: voornaamste cellulaire verdediging.
• Cellen van het mononucleair-fagocyten systeem (mps)
– fagocytose- en microbicide taak
– belangr. rol in antigeen-presentatie & cytokine-respons die immunologisch & inflammatoir
antwoord sturen.
– M.o. w. direct/na opsonisatie (IgG, C3b) gefagocyteerd. Intracellulaire doding in een fago-
lysosoom door zuurstof-afhankelijke of door enzymatisch-toxische mechanismen.
• Fagocyten worden geactiveerd oiv. cytokines, geproduceerd door antigeen-specifieke T-helper
lymfocyten. Daarenboven gaan mps-cellen zelf cytokines (oa TNF-alfa) en extracellulaire enzymes
produceren en afscheiden, die het inflammatoir antwoord versterken.
Cellulaire afweer: T-lymfocyten
• T-helper cellen (CD4-pos) herkennen vreemde antigenen in associatie met HLA klasse II antigenen
van antigeen-presenterende cellen (oa mps, dendritische cellen in lymfeknoop, Langerhanscellen
in huid, Küpfercellen in lever)
– secretie van IL-2 zorgt voor clonale expansie, secretie van IFN-gamma voor activatie van de
mps-cellen en een cytotoxische respons (T helper 1 respons)
– secretie van IL-4 (T helper 2 respons) voor proliferatie en differentiatie van B-cellen en
antistofproductie.
– T-cytotoxische cellen (CD8-positief) herkennen vreemde antigenen in associatie met HLA
klasse I antigenen. Er treedt cytotoxiciteit op voor virus-geïnfecteerde cellen (en
tumorcellen).
Epidemiologie van (infectie)ziekten
• Epidemiologie = Bestudeert het voorkomen en de verspreiding van ziekten in de populatie
• Tracht de determinanten van een ziekte op te sporen
– Klinische infecties
– Subklinische infecties, dragers (carriers)
• Incidentie = aantal nieuwe ziektegevallen binnen een populatie gedurende een bepaalde tijd
• Prevalentie = totaal aantal ziektegevallen binnen een populatie op een bepaald moment
Endemisch versus epidemisch
• Endemisch aandoening = in bevolkingsgroep indien de infectieziekte over langere tijd in vrijwel
constante frequentie voorkomt.
• Een epidemie = plotse & sterke toename van het aantal ziektegevallen in een gemeenschap.
• Het verloop van een epidemie wordt bepaald door de:
2
, – besmettelijkheid van het m.o.
– duur van de besmettelijkheid
– incubatietijd van de ziekte (tijd tussen besmetting en symptomen/besmettelijkheid)
– grootte van de vatbare populatie (“haardimmuniteit”)
Sepsis en septische shock
• sepsis = klinische diagnose
• Niet zelfde als bacteriëmie = microbiologische diagnose
SEPSIS: “oude” definitie
• sepsis = infectie met SIRS
• SIRS = systemic inflammatory response syndrome (minstens 2 criteria moeten aanwezig zijn)
– temperatuur > 38°C of < 36°C
– pols > 90/min
– AHfreq > 20 x/min of PaCO2 < 32 mmHg
– WBC > 12000/mm3, < 4000/mm3 of > 10 % staafkernige
• severe sepsis (ernstige sepsis) = sepsis + acute orgaandysfunctie, hypoperfusie (qdhv lactaat)
of hypotensie
• septische shock = sepsis + hypotensie ondanks volumeherstel, met blijvende hypoperfusie
(lactaat)
• Multiple Organ Dysfunction Syndrome (MODS) = disfunctie van verschillende organen
MODS
• Cardiovasculair: hypotensie/lactaat
• Respiratoir: ARDS
• CNS: delier, sufheid…
• Acute nierinsufficiëntie
• DIC – trombopenie,…
Infectie MOET aanwezig zijn voor
sepsis!
Nieuwe definities 2016
• Vorige dateren van 2001
• Sepsis: “levensbedreigende orgaandysfunctie, veroorzaakt door gedysreguleerde
gastheerrespons op infectie” (verwachte mort >10%)
• Septische shock: “subset van sepsis met uitgesproken circulatoire, cellulaire en metabole
afwijkingen met groter risico op mortaliteit als gevolg” (verwachte mort >40%)
• Severe sepsis, concept SIRS: geschrapt
Sepsis epidemiologie
• 50 miljoen gevallen per jaar wereldwijd 1 miljoen doden
• Aantal gevallen neemt toe: veroudering, immuunsuppressie
• Premature babys hebben grotere kans op sepsis (immuunsysteem minder ontwikkeld)
Sepsis etiologie
• in of buiten ziekenhuis
• gekende of ongekende ingangspoort
o pneumonie
o gastrointestinale of biliaire tractus
o urineweginfectie
o katheterinfectie
o wondinfectie
Sepsis pathogenese
Infectiefocus
→ Micro-organisme
Proliferatie en invasie
Exotoxines, endotoxines, celwandcomponenten
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lorejansens123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.81. You're not tied to anything after your purchase.