3 DOELSTELLINGEN – 3 DRUGS
1) Pijn en bewustzijnscontrole (vb analgesie, anesthesie)
2) Creëren van interventiemogelijkheiden (vb curares)
3) Voorkomen v nevenreacties (vb monitoring, vochtbeleid, afkoelingspreventie)
PRE-OPERATIEVE ONDERZOEKEN
Welke onderzoeken mag je doen volgens de wetgeving => obv anamnese,
klinisch onderzoek en operatie => American Society Anesthesiology
ASA-classificatie
- ASA I => gezonde pt => neemt niets v medicatie
- ASA II => lichte systemishe aandoening => vb moet elke dag puffer nemen,
maar kan nog alles doen
- ASA III => ernstige, functiebeperkende systemische aandoening => vb
hartinfarct -> gn berg beklimmen / fietsen tgn wind
- ASA IV => ernstige systemische afwijking die chronisch levensbedreigend is
=> vb diabets pt die ontregelt is & terecht komt bij nierdialyse
- ASA V => als we niets doen binnen 24 u => overlijden
RISICOBEPALING
Risico-analyse
- Pt in optimale conditie vr anesthesie/chirurgie
- Voordeel vs risico anesthesie /chirurgie => afwegen
Mortaliteit tav anesthesie
- Inadequate pre-operatieve voorbereiding
- Onvoldoende monitoring per-operatief
- Falen v post-operatief beleid -> eerste 8u cruciaal
PERI-OPERATIEF
VOCHTMANAGEMENT
PERIPOPERATIEF VOCHTBELEID
Vocht- en elektrolytenstoornis
- Ziekte, chirurgie, anesthesie -> zorgen vr vocht & elektrolytenverandering
- omdat het een stresssituatie is (in slaap, insnijden, pijnprikkels)
pre-operatieve hypovolemie (= weinig vocht) dr:
- brandwonden, overgeven, diarree, koorts, maagsonde, …
- groot verlies v GI tractus => elektrolytenstoornis
- darmvoorbereiding en nuchter zijn
doel
- adequate weefselperfusie => optimale zuurstofaanvoer- en afgifte aan weefsel
om goede orgaanfunctie te bewaren
- wnr perfusieprobleem => O2 tekort -> organen komen in problemen => shock
, FYSIOLOGIE
INTRA- EN EXTRACELLULAIR VOLUME
menselijk lichaam
- uit 60% water
- versch obv leeftijd, geslacht lichaamsbouw
pasgeborene -> meer water
oudere -> minder water
man -> meer water => meer spiermassa
vrouw -> meer vetweefsel => kan geen water opslaan
evenwicht tss ICF en ECF
- ICF = intra cellulair fluid (vocht)
- ECF = extra cellulair fluid (vocht) => interstitieel weefsel & plasma
- Verdeling v water over IC en EC => bepaald dr ionengradiënt
- Evenwicht in stand gehouden dr ionentransport over celmembraan
- Dr diffusie -> verdeelt water zich over IC en EC
Verdeling v vloeistof tss plasma en interstitium is afh van:
- Colloïd osmotische druk
- Hydrostatische druk (bloeddruk)
- Intact celmembraan vh endotheel vd bloedvaten (glycocalyx)
STARLING EQUATION
2 tegenstrijdige drukken houden elkaar in evenwicht
- Hydrostatische druk (bloeddruk)
- Colloïd osmotische druk
Onevenwicht geeft aanleiding tot
- Oedeem => wnr glycocalyx open -> gaat kapot -> vocht kan makkelijk nr
buiten
- Dehydratatie
(PATHO)FYSIOLOGISCHE VOCHTVERPLAATSING
Type 1 vochtverplaatsing
- Continu fysiologisch proces
- Uittredend vocht is ew-arm en bevat vooral water en elektrolyten
- Gn verlies aan COD (colloid osmotische druk)
- Vanuit interstitium -> via lymfebanen terug nr centrale circulatie
Type 2 vochtverplaatsing
- Altijd een pathologisch proces (beschadigde barrière)
- Uittredend vocht = intravasculaire inhoud = samenstelling bloed
- Verlies aan COD
- Schade aan vasculaire barrière kan dr chirurgisch handelen
- Andere vocht toedienen (met ewn) dan bij type 1
VOCHTVERLIES