TERATOLOGIE
DEFINITIES
Teratologie = studie v aangeboren afwijkingen bij de mens
Teratogeen = externe factor die de embryogenese verstoort
Malformatie = structurele, anatomische afwijking waarbij een orgaan niet of
onvolledig aangelegd is tijdens de embryogenese
SOORTEN TERATOGENEN
Infectieziekten bij moeder ( TORCH)
Gewijzigde metabole toestand bij moeder (vb diabetes)
Farmaca (vb geneesmiddelen, alcohol, roken…)
Chemische stoffen uit omgeving (vb pesticiden)
Fysieke agentia uit omgeving (vb radioactieve straling)
TERATOGENE EFFECTEN
1. Aangeboren malformaties
2. Gestationele gevolgen
3. Functionele gevolgen
4. Embryonale of foetale dood
1. AANGEBOREN MALFORMATIES
Epidemiologie
- 2,5% vd pasgeborenen -> congenitale malformatie
- Hoge prevalentie v DNA-mutaties
- Bij meerdere -> gn aantoonbare oorzaak
- Background risk => binnen elke populatie is er risico op congenitale
malformaties
Getroffen orgaansystemen
- Hart (vb septumdefecten)
- Zenuwstelsel (vb neurale buisdefecten)
- Ledematen (vb klompvoet)
- Urinewegen
- Genitaliën
2. GESTATIONELE GEVOLGEN
Teratogene invloed op gewichtstoename v foetus
Vb IUGR
Vooral bij teratogene invloeden na 8 weken (wnr embryogenese afgewerkt is)
3. FUNCTIONELE GEVOLGEN
Functie v orgaan of weefsel w verstoord, zonder dat er structurele afwijkingen
optreden
, 4. EMBRYONALE OF FOETALE DOOD
Spontane abortus (miskraam)
Veel in eerste 12 weken
Helft vd gevallen te wijten aan chromosomale afwijkingen
Andere oorzaken -> teratogene invloeden, majeure malformaties, onverklaard
WAT BEPAALT HET TERATOGEEN EFFECT
4 elementen die teratogeen effect bepalen
- Teratogenese (hoe?)
- Timing van blootstelling (wnr?)
- Dosis van blootstelling (hoeveel?)
- Individuele gevoeligheid (wie?)
TERATOGENESE
= het biologisch mechanisme waarlangs het teratogeen zijn effect uitoefent op
het ontwikkelende embryo
TIMING VAN BLOOTSTELLING
Kritische periode
- 3 tot 8 weken na fertilisatie = piek v celgroei, celdifferentiatie en aanleg vd
organen
- Blootstelling aan teratogeen tijdens deze periode => miskraam of majeure
malformaties
- Binnen deze periode -> elk orgaan zijn eigen periode v gevoeligheid aan
teratogenen
- Czs aanleg -> het langst -> 3 tot 16 weken
All or none-fenomeen
- Eerste 2 weken na bevruchting
- Teratogene invloeden ofwel totaal gn invloed op embryo, ofwel leiden tot
embryonale dood
- “none” -> teratogeen vernietigt volledige embryo
- “all” -> slechts deel vd embryonale cellen sterft af -> normaal embryo kan
verder ontwikkelen
Foetale periode
- Na 8 weken
- Alle organen en grotere structuren zijn aangelegd
- Periode van groei en rijping
- Blootstelling aan teratogenen -> mineure afwijkingen / groeivertraging /
prematuriteit
Placentabarrière
- Placentabarrière minder doorlaatbaar in begin v zws
- Doorlaatbaarheid neemt toe in loop v zws -> omdat foetus meer
voedingstoffen vraagt
- Grote micro-organismen -> moeilijker foetus bereiken in 1ste trimester
DOSIS VAN BLOOTSTELLING
Hoe hoger de dosis vh teratogeen, hoe ernstiger de malformatie
INDIVIDUELE GEVOELIGHEID
Genetische constitutie vd foetus en moeder
Vb: