100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting goederenrecht - AJ 2024-25 - prof. Carette $8.49
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting goederenrecht - AJ 2024-25 - prof. Carette

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting voor het vak 'goederenrecht' gedoceerd aan UA, AJ 2024-25 door prof. Carette. Gebruik gemaakt van ppt's, lessen en handboek. Incl. gastcolleges. Excl. oefencolleges.

Preview 4 out of 65  pages

  • December 18, 2024
  • 65
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inhoudstafel aan het einde van het document prof. Carette
AJ 2024-25

Goederenrecht

DEEL 1: ALGEMEEN DEEL
Terminologie: voorwerpen > goederen > zaken
• Voorwerpen:
o Art. 3.38 BW: mens, dier en voorwerp waarbij de laatste een restcategorie is
o Art. 3.39 BW: dieren worden apart behandeld, maar worden in de praktijk wel gelijkgesteld met regime vd voorwerpen
• Goederen = voorwerpen die toe-eigenbaar zijn (art. 3.41 BW)
o Enkel een goed kan het voorwerp zijn van een zakelijk recht, maar een dier zonder speciale regeling wordt ook
behandeld als een goed
• Zaken = lichamelijke goederen (art. 3.40 BW)
o Lichamelijke goederen = alles wat zintuigelijk waarneembaar is (bv. tafel, stoel, dier, elektriciteit)
o Onlichamelijke goederen = intellectuele-, vorderings- en zakelijke rechten

HOOFDSTUK 1: SITUERING VAN HET GOEDERENRECHT
In het burgerlijk recht bestaan er 2 pijlers:
• Het personen- en familierecht: niet-vermogensrechtelijke elementen: de persoon, persoonlijkheid,
familie, huwelijk, echtscheiding, afstamming
• Vermogensrecht: verhoudingen die wel in geld waardeerbaar zijn – 3 subjectieve vermogensrechten:
o Intellectuele rechten
o Zakelijke rechten: patrimoniale rechtsverhoudingen tav goederen
§ Goederenrecht zit rond de de studie van de zakelijke rechten (hoe komt het tot stand,
kan het worden overgedragen, hoe gaat het teniet, eigendom, erf, pacht, opstal, mede-
eigendom)
§ De kern van het goederenrecht gaat over die zakelijke rechten, maar ook over goederen
in het algemeen want binnen die goederen zijn er onderscheiden die een invloed hebben
op de zakelijke rechten
o Persoonlijke rechten (of vorderingsrechten of verbintenissen)

Goederenrecht gelijkt op het verbintenissenrecht: samen vormen ze basis privaat vermogensrecht
Goederenrecht nuttig of zelfs onmisbaar voor dossier dat zich in eerste instantie bij een andere rechtstak
aansluit:
• Bv. fiscaal recht: belasting op een onroerend goed (wat dat is weten de fiscalisten niet)
• Bv. erfrecht: een ouder is nog alleen, wil het huis schenken aan zijn kinderen, maar ze wil er wel nog wonen, dan schenk je met
voorbehoud van vruchtgebruik of voorbehoud met het recht van wonen
• Bv. mensenrechten: eigendom is mensenrechtelijk beschermd (Gw., EVRM)

HOOFDSTUK 2: TEMPORELE TOEPASSING
Art. 37 en 38 wet 4 februari 2020 (in BaMa-codex nog voor art. 3.1 BW op p360)
• BW van toepassing van 1/9/21
• Eerbiedigende werking: eerbied voor het verleden, enkel van toepassing op de toekomst
à de wet is enkel van toepassing op rechtsfeiten en rechtshandelingen van na 1/9/21
à rechtsfeiten = feit waaraan het recht rechtsgevolgen verbindt (bv. planten ve boom, goed in bezit
nemen)
à rechtshandelingen = handeling waarbij u beoogt rechtsgevolgen tot stand te brengen



1

, à bv. we vestigen een opstalrecht 17/08/2021 op de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van
een bouwvergunning. Ik krijg die vergunning op 1/1/2022. We passen het oud BW toe want het is de
datum van het sluiten van de handeling die relevant is.
• Toekomstige gevolgen van een rechtshandeling of rechtsfeit van voor 1/9/21: oud goederenrecht
• Rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op zakelijke rechten die naar oud recht gelden
(bv. vruchtgebruik sinds 2019, we zijn 2037 en ik wil het stoppen, de regels daarover gelden naar oud
recht)

HOOFDSTUK 3: VERMOGENSLEER
Vermogen = een juridische algemeenheid van alle in geld waardeerbare rechten en plichten van een persoon,
dit zijn de bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen van een persoon (art. 3.35 BW)
• Juridische algemeenheid: het recht erkent het vermogen als een zelfstandig goed
• Van alle in geld waardeerbare rechten en plichten: zowel de activa als de passiva
o Activa: vermogensrechten (zakelijke rechten, schuldvorderingen en intellectuele eigendoms-
rechten)
o Passiva: verbintenissen
• Van een persoon: hieruit wordt heel de vermogensleer afgeleid, het vermogen is namelijk essentieel
verbonden met een persoon

Kenmerken van de vermogensleer
→ worden afgeleid uit het feit het vermogen wordt beschouwd als de emanatie ban de persoon
• Elke persoon heeft een vermogen (art. 3.35, lid 2 BW): het vermogen is de juridische vertaling van de
mogelijkheid om als persoon vermogensbestanddelen te hebben. Die mogelijkheid is verbonden aan de
persoon zelf en is om die reden niet vatbaar voor vervreemding (een persoon kan dus niet zelf zijn
vermogen als juridische universaliteit overdragen).
• Enkel personen hebben een vermogen (art. 3.35, lid 2 BW): zowel rechts- als natuurlijke personen
hebben een vermogen, maar andere levende wezens, computers met AI, … hebben dat niet.
• Personen hebben in beginsel slechts één vermogen (art. 3.35, lid 2 BW): het vermogen vormt én eenheid
waarbij alle vermogensbestanddelen en alle schulden in één globale universaliteit worden opgenomen.
Binnen dat vermogen zijn er geen aparte delen, een schuldeiser kan bijgevolg het gehele vermogen
aanspreken van zijn schuldenaar. Het vermogen is ondeelbaar – bijzondere principes (art. 3.36 BW):
o Een persoon staat voor zijn passiva in met al zijn activa: als u een schuld heeft, dan rust die
schuld niet op één of meerdere goederen, maar op al uw vermogensbestanddelen
o Je kan binnen het vermogen geen groepjes maken van bepaalde vermogensbestanddelen die u
onttrekt aan het algemeen verhaalsrecht van de schuldeiser
o Uitzonderingen:
§ Afspraken met SE
§ De wetgever onttrekt de goederen uit het verhaalsrecht van de SE ogv menswaardigheid:
• Niet-beslagbare goederen: kledij, studiemateriaal, … (art. 1408 Ger.W.)
• Art. 73 Wet 25 april 2007: akte bij de notaris neerleggen waarin hij de
onbeslagbaarheid op zijn hoofverblijfplaats verklaart
→ cassatiearrest 3 oktober 2014: die verklaring gaat teniet zodra het goed niet
meer je hoofdverblijfplaats is, die verklaring herleeft zich niet (wanneer je na een
periode ergens anders hoofdverblijf terugkeert)!
§ Doelvermogens (bv. faillissementsboedel, huwgemeenschap)
§ Kwaliteitsrekening (art. 3.37 BW): wordt hieronder besproken

2

,Problematiek van de kwaliteitsrekening
• Als u bij een bank een bankrekening opent, dan heeft u tav een schuldvordering, maw het is een actief in
het vermogen van een persoon, ongeacht de reden waarom u die rekening opent
Voorbeeld: A verkoopt een woning aan B en het is dus de bedoeling dat de eigendom van A naar B gaat;
B moet de koopprijs betalen. A gaat zeggen dat hij aan B maar de eigendom als ik het geld heb. B zegt dat
hij aan A pas het geld geeft als hij de eigendom heeft
→ oplossing: derdenrekening van de notaris (C): B betaalt aan C, C betaalt aan A
• Als het heel transparant is dat een rekening bedoelt is voor derden en er is een maatschappelijk belang
om zo’n rekening te hebben, dan zou die kwaliteitsrekening toch als een afgescheiden stuk in het
vermogen moeten worden gezien?
o Cassatie 27 januari 2011: Cassatie moest oordelen over de kwaliteitsrekening van de advocaat
waarbij alle voorwaarden bij uitstek voldaan leken – redenering in 3 stappen:
§ Beginsel van eenheid van vermogen
§ Er is geen wettelijke bepaling die de derdenrekening van de advocaat onderscheidt van
zijn vermogen
§ Conclusie: een kwaliteitsrekening van een advocaat behoort tot zijn vermogen
o Wetgever beslist anders in art. 3.37 BW: wettelijke grondslag voor de advocaat, de gerechts-
deurwaarder, de notaris en de makelaar waardoor hun derdenrekening uit hun vermogen blijft
→ alle andere bankrekeningen behoren zonder meer onder art. 3.36 BW en blijven beslagbaar (bv.
rekening van het incassobureau)

HOOFDSTUK 4: ALGEMENE PRINCIPES VAN ZAKELIJKE RECHTEN

AFDELING 1: ONDERSCHEID ZAKELIJK RECHT EN VERBINTENIS
Klassieke leer
• Een zakelijk recht geeft een directe aanspraak op een goed
o Een zakelijk recht is enkel een actief in het vermogen, want we hebben maar één persoon en dus
maar één vermogen en kan dus niet passief zijn in iemand anders zijn vermogen
o Een zakelijk recht werkt erga omnes
o Zakelijke rechten zijn uitgerust met een volgrecht (art. 3.4 BW): eht zakelijk recht kleeft als het
ware aan het goed en iedere persoon die dit goed verkrijgt, dient het zakelijk recht te respecteren
• Een persoonlijk recht geeft geen directe aanspraak over een goed, het verplicht enkel de SA tot
presteren
o Een verbintenis is een actief (SE) bij de ene en een passief bij de andere (SA)
o Een verbintenis werkt relatief, enkel tussen die personen
o Persoonlijke rechten hebben geen volgrecht: de SE kan enkel van zijn wederpartij het gewenste
gedrag eisen, niet van iemand anders

Kritiek op de klassieke leer
• Eerste kritiek: intern obligatoir verband tussen vestiger en titularis (cf. leer personalisme)
o Klassieke leer: een zakelijk recht geeft een directe heerschappij op het goed, de titularis van dat
recht oefent dan zijn gebruiksrechten uit zonder dat er een verband ontstaat tussen hem en de
eigenaar
o Kritiek: komt niet overeen met de werkelijkheid, tussen de eigenaar en de titularis van het zakelijk
recht komt er wel een rechtsverband tot stand, met verplichtingen over en weer
§ Eigenaar heeft verbintenis om zich te onthouden van iedere handeling waardoor het
gebruik van de titularis wordt verstoord
3

, § Deze onthoudingsplicht, die de vorm aanneemt van een verbintenis om niet te doen,
werd wel aanvaard in de klassieke leer, maar werd daar verklaard vanuit de absolute
werking van het recht.
§ De obligatoire verbanden tussen de vestiger en de titularis reiken echter verder: zo
ontstaan er vanuit de vestiging van het zakelijk recht krachtens de wet specifieke
verbintenissen wederzijds, die verbintenissen rusten vaal op de zakelijk gerechtigde (bv.
verbintenis om het goed te onderhouden en de bestemming ervan te respecteren, de
verbintenis om het gebruik van de erfdienstbaarheid niet te bezwaren, …
→ uit al deze verplichtingen lastens de titularis van het zakelijk recht volgt dat zijn heer-
schappij op het goed niet onbeperkt is
o Dus: ook zakelijke rechten doen verbintenissen ontstaan tussen twee rechtssubjecten. Het
onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke rechten kan dus niet louter worden gedacht vanuit
de al dan niet aanwezigheid van persoonlijke verbintenissen tussen twee rechtssubjecten
• Tweede kritiek: nuanceringen omtrent de externe werking:
o Klassieke leer: het onderscheid wordt uitgedrukt in termen van absolute of relatieve aanspraken
op een goed, zie zich veruitwendigen in de aanwezigheid van een volgrecht of niet.
o Kritiek: moet worden genuanceerd
§ Een persoonlijk recht is als rechtsfeit, net zoals zakelijke rechten, tegenwerpelijk aan
iedere derde
§ Een zakelijk recht kan uitgerust zijn met en volgrecht, maar kan ongedaan worden
gemaakt wanneer een derde-verkrijger zich kan beroepen op een
derdenbeschermingsregel
o Dus: het onderscheid kan evenmin zonder meer worden gedacht vanuit een onderscheid in
tegenwerpelijkheid van de rechten naar derden toe. Beide soorten zijn nl. tegenwerpelijk aan
derden als rechtsfeit. De bescherming van die tegenwerpelijkheid is echter niet hetzelfde.
§ Zakelijk recht: via een volgrecht
§ Persoonlijk recht: vanuit het aansprakelijkheidsrecht

Leer van het neopersonalisme (Ginossar)
• Het eigendomsrecht moet uit dit debat worden geweerd, het is namelijk een recht van een geheel
andere aard dan de persoonlijke rechten en de zakelijke gebruiksrechten. Het is werkelijk een recht op
directe heerschappij op een goed, zonder tussenkomst van derden
• Dan blijven nog de persoonlijke rechten en de zakelijke gebruiksrechten te onderscheiden:
o Beide soorten vermogensrechten moeten worden geacht tussen twee personen te zijn
o Het verschil is gelegen in de wijze van gebondenheid: persoonlijke gehoudenheid vs. kwalitatieve
gehoudenheid vs. gehoudenheid in hoedanigheid
§ Persoonlijk recht: de oorspronkelijke wederpartij is gehouden
§ Zakelijk recht: de eigenaar/titularis van het zakelijk recht is gehouden
o Onderscheid wordt duidelijk wanneer het goed ten bijzondere titel wordt vervreemd:
§ Persoonlijk recht: enkel degene die zich persoonlijk had verbonden is gehouden tot
naleving van het recht, de verkrijger van het goed moet het recht niet naleven
→ de verbintenis kleeft niet aan het goed, maar aan het vermogen van de schuldenaar
§ Zakelijk recht: de verkrijger is wel verbonden tot de verplichtingen die voortvloeien uit het
zakelijk recht, hij is kwalitatief gehouden omdat hij door de overdracht de hoedanigheid
heeft verkregen van de oorspronkelijke vestiger
→ de verbintenis is dermate verbonden met de hoedanigheid van de persoon, dat ze als
het ware aan het goed zelf kleeft
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannedejong. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.49  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added