100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Recht begrepen - Straf(proces)recht begrepen - Besturen en Straffen (1100BSTR22) $7.64
Add to cart

Summary

Samenvatting Recht begrepen - Straf(proces)recht begrepen - Besturen en Straffen (1100BSTR22)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Cijfer: 8,0. Strafrecht en Bestuursrecht samenvatting

Preview 4 out of 39  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4, hoofdstuk 7 t/m 9 en hoofdstuk 12
  • December 18, 2024
  • 39
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting
Besturen & Straffen

Bestuursrecht

Hoofdstuk 1 Inleiding bestuursrecht

Het bestuursrecht bevat:
1. De regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen besturen
2. De normen voor het overheidsbestuur die bij het besturen in acht moeten worden
genomen.
3. De regels voor burgers die nodig zijn om tegen overheidsbesturen te kunnen
optreden.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht

Algemeen bestuursrecht: wordt in Awb behandeld. In deze wet staan algemene regels
over rechtsbescherming, handhaving en bevoegdheden van bestuursorganen.

De Awb kent een aantal doelen:
- Meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving
- De bestuursrechtelijke wetgeving systematiseren en vereenvoudigen
- Normen uit de rechtspraak codificeren

Bijzonder bestuursrecht: richt zich op een bepaald onderdeel van het bestuursrecht. Het
betreft diverse terreinen van overheidszorg (milieu, onderwijs, belasting).

Het bestuursrecht vindt plaats in het publiekrecht.

Materieel bestuursrecht: bevat rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen
eisen en verplichtingen zijn opgenomen.

Formeel bestuursrecht: de procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft om tegen het
optreden van de overheid iets te ondernemen.

Bronnen bestuursrecht: internationaal recht, nationale wetgeving, jurisprudentie en het
ongeschreven recht (Bv: vertrouwensbeginsel).

Kenmerken bestuursrecht:

1. Legaliteitsbeginsel: de bevoegdheden en rechten van de overheid om op te treden,
zijn terug te vinden in de wet.

De overheid mag dus alleen optreden als wettelijke regels en rechtsbeginselen dit toestaan.

2. Specialiteitsbeginsel: bestuursorgaan mag alleen de belangen behartigen waarvoor
de betrokken wet of regeling speciaal is bedoeld.

,Regelgeving komt op verschillende bestuurlijke niveaus tot stand, waarbij een lagere
regelgeving niet in strijd mag zijn met een hogere.

Gelede normstelling: de toepasselijkheid van een rechtsregel is niet zomaar in één wet te
vinden, maar in een combinatie van met elkaar samenhangende regelingen.

Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. En op verschillende niveaus is er
overheidsmacht (openbare lichamen).

Openbare lichamen: de Staat, provincies, waterschappen, gemeenten, lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheden zijn toegekend (SER, geeft advies aan
overheid).

Deze openbare lichamen bestaan uit bestuursorganen. (BV: staat - minister, gemeente -
burgemeester)

Deze openbare lichamen bezitten rechtspersoonlijkheid.

De overheid staat gelijk met een natuurlijk persoon. De overheid kan allerlei
overeenkomsten aangaan en bijvoorbeeld eigenaar van roerende/onroerende zaak worden.

Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moet zij rekening houden met het feit dat zij
handelt in het algemeen belang.

De overheid die als ‘burger’ optreedt, moet rekening houden met de algemene beginselen
van behoorlijk bestuur. (BV: gelijkheidsbeginsel)

Het komt voor dat de overheid zowel van de privaatrechtelijke als de publiekrechtelijke
bevoegdheid gebruikmaakt.

Communicatie tussen burgers en overheid kan op allerlei manieren plaatsvinden:
schriftelijk, mondeling en digitaal.

Burgers kunnen direct verbinding stellen, maar het kan ook via een gemachtigden
(advocaat).

De overheid mag bijstand of vertegenwoordiging weigeren, als tegen de persoon ernstige
bezwaren bestaan. Dat mag niet als een advocaat bijstand verleent of vertegenwoordiger is.

Als een document niet naar het bevoegde bestuursorgaan is gestuurd, moet dat
bestuursorgaan het document doorsturen naar het bevoegde bestuursorgaan.
Kan dat niet? Terug naar afzender.

Elektronische communicatie: mogelijk als deze gericht is tot één of meer geadresseerden
en die heeft aangegeven langs deze weg voldoende bereikbaar te zijn.
- Vb: e-mail, fax, sms of via website.

, Hoofdstuk 2 Bevoegdheidsverkrijging

Voor het handelen door een bestuursorgaan is het legaliteitsbeginsel nodig. De wet regelt
wie bevoegd is om beslissingen te nemen.

Attributie: het toekennen (het scheppen) van een nieuwe bevoegdheid. Er wordt een
bevoegdheid in het leven geroepen.

Delegatie: het overdragen van een bevoegdheid aan een ander.

Delegatie is slecht toegestaan, als dit wettelijk is mogelijk gemaakt.

- Delegans: degene die de bevoegdheid overdraagt.
- Delegataris: degene die de bevoegdheid verkrijgt.

Het is mogelijk om de bevoegdheid terug te krijgen door delegatiebesluit intrekken.

Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan.

Onder- of subdelegatie: delegataris delegeert op zijn beurt weer aan een ander.

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

Verschil delegatie: er worden geen bevoegdheden overgedragen. De
verantwoordelijkheid en de bevoegdheid blijven dus bij bestuursorgaan.

Mandaat wordt schriftelijk verleend. Kan ook mondeling, maar dan geldt het enkel voor een
bepaald geval.

- Mandataris: degene die namens de ander de bevoegdheid uitoefent.
- Mandans: degene die mandaat geeft.

Hoofdstuk 3 Belanghebbende

Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is.

Als een bestuursorgaan een besluit neemt dat juridische consequenties heeft voor degene
tot wie het besluit is gericht, is die persoon belanghebbende.

Als je niet degene bent tot wie de beslissing is gericht, maar wel tegen een bepaald besluit
bezwaar wilt maken, dan ben je pas belanghebbende als je aan de volgende (cumulatieve)
voorwaarden voldoet:

1. Je hebt eigen belang:
Het belang waarvoor je opkomt moet je eigen belang zijn.

2. Je hebt een objectief bepaalbaar belang:
Alleen emotionele belangen zijn niet genoeg, onmiddellijke nabijheid is van belang.

, 3. Je hebt een actueel, voldoende zeker belang:
Je belang moet op het moment van het besluit aanwezig zijn en mag niet een in de toekomst
gelegen onzeker belang zijn.

4. Je hebt een persoonlijk belang:
Je belang moet zich voldoende onderscheiden van dat van anderen. Personen die
uitsluitend opkomen voor algemene of collectieve belangen (milieu, welzijn, cultuur) hebben
geen persoonlijk belang.

Twee belangrijke criteria: zicht- of nabijheidscriterium en concurrentiecriterium.

5. Je hebt een rechtstreeks betrokken belang:
Er moet voldoende causaal verband zijn tussen het besluit en iemands belang. Het besluit
raakt je direct en niet indirect.

Rechtspersonen kunnen belanghebbende zijn met betrekking tot hun eigen belangen.

Het is voor rechtspersonen ook mogelijk om als belanghebbende te worden aangemerkt als
het gaat om algemene en collectieve belangen.

Een bestuursorgaan kan belanghebbende zijn, wanneer het bestuursorgaan tegen een
besluit van een ander bestuursorgaan wil opkomen.
- Er moet sprake zijn van: actueel, toevertrouwd en rechtstreeks belang.

Toevertrouwd belang: gelet op de taken en bevoegdheden die bestuursorgaan heeft.

Hoofdstuk 4 Het besluit

Onder besluit wordt verstaan een:
1. Schriftelijke beslissing;
2. van een bestuursorgaan;
3. inhoudende een publiekrechtelijke;
4. rechtshandeling.

1. Schriftelijke beslissing
Een mondeling besluit is geen besluit in de zin van Awb.

Het begrip schriftelijk moet je ruimer zien dan alleen een schriftelijke vastlegging van besluit
op papier. Het begrip schriftelijk houdt ook in: vastgelegd in een digitale informatiedrager.

Het besluit is een beslissing (een wilsverklaring met een definitief karakter).

2. Bestuursorgaan
Alleen bestuursorganen kunnen Awb-besluiten nemen.

Er zijn twee soorten bestuursorganen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jurriankemps. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.64
  • (0)
Add to cart
Added