Inleiding ................................................................................................................. 4
Definitie “jeugd(beschermings)recht” ............................................................................ 4
Sui-generis karakter van het jeugdrecht ......................................................................... 5
Tijdslijn & bevoegdheidsverdeling .......................................................................... 6
Historisch juridische tijdlijn ........................................................................................... 6
Bevoegdheidsverdeling .................................................................................................. 8
Communautarisering van de Jeugdbescherming in drie stappen ........................................................ 8
Epiloog: 40 jaren later ....................................................................................................................... 12
Kinderrechten .......................................................................................................13
Waarom kinderrechten? .............................................................................................. 13
Internationaal en Europees kinderrechtenkader ........................................................... 14
Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (1989) .......................................... 15
Algemeen – historisch ...................................................................................................................... 15
De 3 P’s van het IVRK ........................................................................................................................ 16
Rechtskracht van het IVRK ............................................................................................................... 17
“Strafrechtelijk” relevante bepalingen .............................................................................................. 17
UN Comité Rechten van het Kind ..................................................................................................... 18
Verdere opvolging IVRK .................................................................................................................... 19
Children in conflict with the law: Het “ideale jeugdrecht” volgens het
kinderrechtencomité (VN) - aanbevelingen ................................................................... 20
Historische Driespan van de Kinderrechten ..................................................................................... 20
General Comment n°24 on children’s rights in Juvenile Justice (2019) .............................................. 20
Europees Verdrag Rechten van de Mens ....................................................................... 21
De impact van het EHRM op het jeugdrecht?................................................................. 22
Aanbevelingen Raad van Europa................................................................................... 23
Epiloog ........................................................................................................................ 24
Jeugddelinquentierecht ........................................................................................25
Hervormingsdebat en de modellenstrijd....................................................................... 25
De krachtlijnen van het vlaamse jeugddelinquentierecht .............................................. 28
Verantwoordelijkheid & Sancties...................................................................................................... 28
Duidelijk, Snel, Constructief en Herstelgericht ................................................................................. 28
Evidence based werken.................................................................................................................... 29
Gedifferentieerd aanbod van antwoorden ........................................................................................ 29
Verschillende reactiekaders ............................................................................................................. 30
Scheiding mof-vos in gemeenschapsinstellingen ............................................................................. 30
1
, Subsidiariteit .................................................................................................................................... 31
Rechts- en proceswaarborgen ......................................................................................................... 31
Openbaar ministerie .................................................................................................... 32
Schema: Federale Procedure en Vlaamse Reacties op Jeugddelinquentie ....................................... 32
OM-opties bij Jeugddelicten ............................................................................................................. 33
Zelf Afhandelen door het OM (Jeugddelinquentiedecreet, Art. 8-13) ................................................. 33
Vragen en debat ........................................................................................................... 35
Wat betekent "verantwoordelijkheid" wanneer je juridisch gezien "strafrechtelijk onverantwoordelijk"
bent?................................................................................................................................................ 35
Hoe “nieuw” is het “nieuwe” jeugddelinquentierecht ....................................................................... 35
Vraag 3: Het nieuwe Vlaamse “jeugdsanctierecht”: Wel de sancties, maar niet altijd de rechten? ... 36
Vraag 4: Het jeugdrecht als ius sui generis? ...................................................................................... 37
Afsluitende bedenkingen ............................................................................................. 60
Hulpverlening in het BXL Hoofdstedelijk Gewest .......................................................... 60
Ordonnantie van 16 mei 2019 betreffende de jeugdhulpverlening en de jeugdbescherming ............. 60
Vragen voor discussie .................................................................................................. 62
Jeugdprocesrecht .................................................................................................64
Jeugdprocesrecht (JBW 1965/ 1994-2006) – belangrijkste principes ............................... 64
Protectionele Procedures voor JRB zijn federale bevoegdheden ....................................................... 64
Protectionele procedures zijn strafrechtelijk geaard (art. 62 JBW) .................................................... 65
Sui-generis protectionele procedure ................................................................................................ 66
Gespecialiseerde actoren ................................................................................................................ 67
Gezinsplaats bepaalt de territoriale bevoegdheid (art. 44 Jeugdwet) ................................................ 68
OM heeft het vorderingsmonopolie .................................................................................................. 69
Elke jongere wordt afzonderlijk & in persoon berecht (art. 56 JBW) ................................................... 69
Proceswaarborgen ........................................................................................................................... 70
Herziening ........................................................................................................................................ 73
Verbod op publicatie & verspreiding (art. 433 bis SWB) .................................................................... 74
Juridisch luik het antwoord op de juridische vragen:
• Wie gaat naar het “jeugdrecht” en wie naar het “klassieke strafrecht”?
• Waarom is er een apart recht voor “kinderen” en “jongeren”?
o Er is discussie over welke leeftijdscategorieën vallen onder de termen "jeugd," "jongeren"
en "kinderen."
• Hoe ziet dat “jeugdrecht” er dan uit?
o Er wordt onderscheid gemaakt tussen materieel jeugdrecht en formeel jeugdrecht, ook
wel gerechtelijk jeugdrecht of jeugdprocesrecht genoemd.
o Wat maakt het jeugdrecht bijzonder in vergelijking met het klassieke strafrecht?
• Wie is in België bevoegd voor het jeugdrecht?
• Welke invloed hebben Europese en internationale rechtsnormen, zoals kinderrechten, op het
jeugdrecht in België?
Link jeugdrecht en jeugdcriminologie
• Het jeugdrecht ontstond mede dankzij de eerste criminologen, die zagen dat jongeren een eigen
juridisch kader nodig hadden.
• Het is belangrijk om zowel juridisch (law in books) als criminologisch inzicht (law in action) te
hebben. De wetboeken geven de regels aan, maar criminologie laat zien hoe het er in de praktijk
echt aan toe gaat.
• De uitspraak van Eliaerts & Christiaens, “Niets is wat het lijkt in de jeugdbescherming,” laat zien
hoe ingewikkeld jeugdbescherming is. Wat op papier eenvoudig lijkt, blijkt in de praktijk vaak veel
complexer.
DEFINITIE “JEUGD(BESCHERMINGS)RECHT ”
Jeugd(beschermings)recht
= regelt de (overheids)interventies ten aanzien van kinderen en jongeren die zich in bijzondere
probleemsituaties bevinden of die delicten hebben gepleegd. De interventies betreffen zowel vrijwillige
als gerechtelijke maatregelen, veelal uitgevoerd in specifieke voorzieningen. De bevoegdheid om die
interventies te regelen komt grotendeels toe aan de gemeenschappen, maar ook de federale staat heeft
een aantal bevoegdheden behouden.
• Interventies van de overheid
• 2 doelgroepen
o MOF (Misdrijf Omschreven Feiten)
▪ Jongeren worden als "onbekwaam" beschouwd
▪ De term “jeugddelict” wordt gebruikt i.p.v. een misdrijf, wat de nadruk legt op
het minderjarige karakter van de daders
o VOS (Verontrustende Opvoedingssituaties)
▪ Gaat om jongeren in een zorgwekkende omgeving of opvoedingssituatie, zonder
dat zij zelf strafbare feiten hebben gepleegd.
o Er is geen duidelijke scheiding tussen MOF en VOS
▪ Men kan een kwalificatieswitch doorvoeren, afhankelijk of de nadruk wordt
gelegd op een delict (MOF) of op de problematische situatie
• 2 soorten hulpverlenende interventies
o Sociale vrijwillige maatregelen
▪ Vinden plaats buiten de rechtbank
▪ Gebasseerd op vrijwillige medewerking van de jongere en/of de ouders
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller awamariedg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.60. You're not tied to anything after your purchase.