Er zit een embryo in daaraan kan je al zien of het dicotiel of monocotiel gaat worden.
Begint met 1 cel tot de ruimte in het zaad helemaal is opgenomen door het embryo.
Planten hebben verschillende celtypes die tijdens de embryogenese al begint. Cel differentiatie.
Er is ook celstrekking nodig, toename in grootte. Hij neemt telkens water op zodat de cel groter
kan worden. De planten kunnen sturen dat de celstrekking niet in
alle richtingen gebeurt maar alleen in de lengte. ( vierkant naar
rechthoek)
Polariteit en organen
Cel differentiatie en celstrekking zijn voorbeelden van polariteit.
Dit word geregeld door genen. (eiwitten)
In het zaadje zit eigenlijk alles al voor de plant.
Ontkieming
Hoe weet een plant wanneer hij moet ontkiemen
- Tempratuur, opwarming koude periode
- Licht, daglengte intensiteit en de samenstelling.
- Vochtigheid
Hoe weet een plant de richting
Wortels omlaag
- Licht
- Zwaartekracht
,Van zaad tot zaailing
Ontwikkeling
Onderdelen
Herkenning mono vs dicotiel
omgevingsfactoren
meristeem
een gespecialiseerd weefsel dat bestaat uit ongedifferentieerde cellen die in staat zijn tot
voortdurende celdeling.
Meristeem scheut
Eerste bladcellen
Hoogte in
Zijtakken kunnen zich hieruit vormen
Bij grassen zit een meristeem aan de grond en soms zelfs in de
grond
Bij dicotielen zit hij bij elke zijtakken en hoger.
Secundair meristeem
Bij dicotielen
Zorgt voor diktegroei.
Meristeem wortel
- je ziet een soort puntje ( bij de pijl ) vanuit waar alle cellen groeien.
Hoe verder van meristeem weg hoe ouder de cel.
Bij de zijtakken van wortels zitten ook weer nieuwe meristemen.
Onbeperkte celdeling waaruit de weefsels ontstaan.
Bij monocotiele planten zit het meristeem onder de grond daardoor kunnen
grassen verder groeien als je ze maait
Als je dicotielen onder de axcillarary buds afknipt kan hij niet meer verder
groeien.
,Week 1B
Biomassa en groeisnelheid.
Planten bestaan voor 80/90 procent uit water
De vaste stof bestaat vooral uit koolstof en zuurstof dit komt van (co2)
Drooggewicht is de Standaard manier om te gebruiken als je kijkt naar de plant.
Want je hebt altijd natte en droge periodes dus is niet betrouwbaar
Groei wordt gekeken naar hoeveelheid c
Toename in biomassa is kijken hoeveel plant aan fotosynthese heeft gedaan.
Plant kan je onderverdelen in 4 verschillende groepen
Vruchten/ bloemen
Bladeren,
- fotosynthese
- Petiel is de soort van stam van het blad en daaraan
zitten 1 of meerdere bladeren.
Stam,
- zorgen dat bladeren komen waar ze moeten zijn.
Ondersteunig.
Wortels
- Houvast plant
- Water en mineralen opnemen
- Opslag suikers.
- Vaak symbiose met schimmels ( mychorrhizal )
Dermal tissue is beschermende buitenlaag ( epidermis,
cuticula )
Vasculair tissue transport facaliteren ( xyleem en floeem)
Hoe druk je groei uit
Verschil in drooggewicht.
Wel relatief bekijken natuurlijk.
Rekening houden met startgewicht.
Dus hoe groter de plant wordt hoe harder hij groeit. Want
hij heeft meer materiaal om te groeien.
Licht heeft ook invloed op de groei
Relatieve groei is context afhankelijk
Verdeling koolstof ( normale omstandigheden )
15% voor scheut onderhoud
15% voor wortel onderhoud
, 70% voor groei
Waneer er bijv minder stikstof is gaat hij meer wortels aanmaken en kost het dus meer procent
voor de onderhoud wortels. Hierdoor wordt de groeisnelheid dus lager want er is minder energie
voor groei.
Waar komt het verschil tussen plantensoorten vandaan.
Psa ( fotosynthese activiteit ) gebruikte koolstof
Er is geen connectie tussen relatieve groei en psa
Wat is dan wel het verschil.
ULR ( unit leaf rate) efficientie
- Fotosynthese activiteit
- Onderhoudskosten
- C ratio
Dit verklaart maar voor 13% het verschil in relatieve groeisnelheid
LAR ( leaf area ratio ) hoeveelheid blad
91% kan worden verklaard door LAR ( verschil in relatieve goeisnelheid )
- Leaf mass fraction LMF ( gewicht blad / gewicht plant ) 32%
- Specific leaf area SLA ( bladoppervlak / gewicht blad ) 57%
Veel licht = dikke bladeren lage sla
Weinig licht = dunne bladeren hoge sla
Lage sla is veel fotosynthese
Hoge sla is weinig fotosynthese.
Meer investeren in blad is grotere groeisnelheid, compactere planten.
Boek week 1
Planten zijn niet zoals meeste dieren en groeien gedurende hun hele leven. Dit noem je
indeterminate growth. Ze blijven groeien door meristemen die cellen bevatten die delen wat leidt
tot nieuwe cellen die groeien en gedifferentieerd worden.
Lengtegroei komt door de meristemen ( apical meristeem )
Diktegroei komt door de laterale meristemen ( vasculair cambium )
2 hoofdtypes
Apical meristems
- Primaire groei
- In wortel en scheut topjes en zorgen voor lengte groei
Lateral meristems
- Secundairy growth
- Vasculair cambium ( houtvorming )
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suzevaneerden52. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.80. You're not tied to anything after your purchase.