In dit document staan de vragen van de oefentoetsen uit de online omgeving volledig uitgewerkt met het juiste antwoord erbij.
Dit heeft mij enorm geholpen met het leren van mijn toets.
Mens en recht:
Hoofdstuk 3 – Deel A:
1. Een verbintenis kent ten minste twee partijen. Welke partijen zijn dat?
Schuldenaar en schuldeiser.
2. Een verbintenis kan ontstaan uit:
Een overeenkomst of onrechtmatige daad.
3. Wat is een inspanningsverbintenis?
Een verplichting om een zo goed mogelijke inspanning te leveren.
4. De heer X spreekt met mevrouw Y af dat hij vier bossen bloemen zal bezorgen. Er is hier
sprake van:
Een rechtshandeling en een resultaatsverbintenis.
5. Wat is een meerzijdige rechtshandeling?
Een overeenkomst waarbij partijen zich over en weer akkoord verklaren met de inhoud.
6. Een overeenkomst komt tot stand door:
Aanbod en aanvaarding.
7. Wat is contractvrijheid?
De vrijheid om een contract te sluiten met wie dan ook.
8. De heer X heeft geen overzicht meer op zijn financiële situatie. Er ontstaan schulden en
achterstanden. Wat zou voor de heer X het beste zijn?
Een bewindvoerder.
9. Mevrouw Y zet haar pasgeboren baby op Marktplaats te koop. Als er een koper komt, is de
overeenkomst:
Nietig
10. Bij overmacht is er sprake van:
Een niet-toerekenbare tekortkoming.
11. Stelling: Opschorten van de eigen nakoming is alleen mogelijk als de partij niet als eerste moet
presteren.
Onjuist
12. Aanvullende schadevergoeding kan:
Naast de ontbinding van de overeenkomst worden gevorderd.
13. X komt een overeenkomst met Y niet na. Y wil nog wel dat de overeenkomst wordt uitgevoerd,
maar wil wachten met betalen totdat X geleverd heeft. Wat kan Y het beste doen?
Zijn eigen prestatie opschorten.
, 14. Mevrouw X zou een nieuw bed ontvangen. De leverancier komt echter niet over de brug en stelt
de levering telkens uit. Mevrouw X is woedend en wil niet eerder betalen dan dat het bed
geleverd is. Er gaan namelijk geruchten rond dat de beddenleverancier failliet gaat. Kan
mevrouw X dit doen?
Ja, mevrouw X mag haar prestatie opschorten als er een vermoeden is dat de tegenpartij niet
gaat presteren.
15. Wat is geen criterium voor de onrechtmatige daad?
Letselschade
16. Wat is geen vereiste om van een onrechtmatigheid te kunnen spreken?
Opzet
17. Welke stelling is onjuist over toerekening?
Een daad kan alleen worden toegerekend als diegene erbij was.
18. Stelling: bij een onrechtmatige daad ontstaat er een verbintenis.
Juist.
19. X is 16 jaar en veroorzaakt schade. Wie is hiervoor aansprakelijk?
X is daar volledig zelf aansprakelijk voor.
20. X breekt haar been nadat Y haar van haar fiets heeft gereden met haar auto. X moet naar het
ziekenhuis en moet daarvoor betalen.
Er is sprake van materiële schade en er is een causaal verband.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ariëtte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.