Fysiologie van het bloed
Samenstelling van bloed
• = vloeibaar BW
• Plasma (vloeibare matrix) + cellen (RBC, WBC) & celfragmenten (bloedplaatjes)
• Vol bloed = bloed zoals in cardiovasculair stelsel
• Perifeer bloed = bloed genomen uit perifere vene of arterie
• Bloedvolume = 7% vh mager LG
• Plasma, matrix v bloed (55% v V vol bloed)
o Water (91%)
o Plasma-EW in opgeloste vorm
▪ Globulinen: antilichamen, transportglobulinen
▪ Fibrinogeen: bloedstolling
▪ Enzymen
o Overige opgeloste stoffen (2%)
▪ Voedingsstoffen
▪ Elektrolyten
▪ Afvalstoffen
• Cellen & celfragmenten (45%)
o RBC of erythrocyten: O2 vervoeren
o WBC of leucocyten: lichaam verdedigen tegen ziekteverwekkers
o Bloedplaatjes of trombocyten: belangrijke rol bloedstolling
Toepassing in de praktijk: plasma en serum
• Bloedonderzoek
o Plasma
▪ Waterige component (matrix) vh bloed = bloed zonder de cellen
▪ Paars bloedbuisje (anti-stollingsmiddel) -> centrifugeren -> 3 lagen
• Onderaan: RBC
• Midden: buffy coat = WBC & bloedplaatjes
• Boven: plasma -> bevat stollings-EW
o Serum
▪ Rood bloedbuisje (gn anti-stollingsmiddel) -> stollen -> centrifugeren:
serum (boven) + bloedstolsel (fibrinogeen uit plasma nr bloedstolsel)
▪ Fibrinogeen omzetten in fibrinedraden -> plasma
▪ = plasma zonder fibrinogeen & stollingsfactoren
Functies van bloed
• Transport
o O2, CO2
o Voedings- & afvalstoffen
o Hormonen (endocriene klier -> bloed)
• Stabilisering pH & samenstelling weefselvloeistof
o Te zuur: bloed laten bufferen door te binden met bicarbonaat
▪ Bv te weinig kalium -> bloed meer kalium aanvoeren
, • Beperking vloeistofverlies bij verwonding
o Afgedicht & hersteld
o Hemostasis = bloedstelping
• Verdediging tegen gifstoffen & ziekteverwekkers
o Mbv WBC
• Op peil houden lichaamstemperatuur
o Vasoconstrictie & vasodilatatie
Bloedvorming of hematopoëse
• Foetus: lever en milt
• Na geboorte: rode beenmerg (in lange beenderen: schedel, ribben, humerus…)
o Rood beenmerg: heel actief & veel aanw bij jonge dieren
o Ouder worden: aanmaak gele beenmerg (rode gedomineerd door vetcellen)
o Reactivatie (indien terug veel nodig) gele beenmerg -> rood beenmerg (minder
efficiënt)
o Eventueel lever en milt
o Vervanging versleten en beschadigde bloedcellen
• Beenmergpunctie
• Pluripotente of multipotente stamcel (kunnen nog alle cellen w) -> unipotente stamcel
(omgezet) -> specifieke bloedcellen (afh v factoren die inwerken)
o RBC (erytropoëse)
o WBC (leukopoëse)
o Bloedplaatjes (trombopoëse)
1. Erytropoëse
= vorming RBC (erytrocyten)
• hemoglobine geproduceerd door erytroblasten -> kern afstoten
• Op bepaald moment kern uitgestoten -> erytroblast
• Reticulocyten nr bloedbaan -> na 1 dag erythrocyt
• Voornamelijk geregeld door hormoon erytropoëtine (EPO)
o Meer RBC -> meer O2 nr weefsel
o Meer vrijgesteld tijdens hypoxia (te weinig O2)
o Erytropoëtine nr beenmerg -> meer aanmaken
, Toepassing in de praktijk: polychomasie en gekernde RBC
• Plotse nood aan extra RBC -> snelle productie door rode beenmerg -> immature
RBC in circulatie
o RBC met paars cytoplasma =
polychromatische RBC
▪ Eerdere stadia dan
reticulocyten in bloedbaan
sturen
o Gekernde RBC
▪ Kern nog nt uitgestoten + minder
hemoglobine aanwezig (nt veel mr
beetje helpen)
2. Trombopoëse
= vorming van bloedplaatjes (trombocyten)
• Lever: trombopoëtine prod -> aanmaak stimuleren
• Unipotente stamcel diff in rode beenm tot megakaryocyt
• Megakaryocyt = enorme, meerkernige cel
o Beenmerg nooit verlaten
o kleine stukjes cytoplasma afsnoeren -> bloedplaatjes
(= celfragment)
Rode bloedcellen
1. Structuur van rode bloedcellen
• Rode, biconcave, flexibele schijven zonder kern
o Dunne, centrale zone die lichter is
o Grootte en vorm verschillen per diersoort
o Biconcaaf -> groot diffusieoppervlak en korte diffusieafstand voor O2 & CO2
o Flexibel om door kleine capillairen te kunnen
• Klinische toepassing: bloedglucose en RBC metabolisme
o Bevatten gn mitochondriën -> nt aan aerobe glycolyse doen (ATP vormen) ->
anaerobe glycolysis uit glucose uit plasma
o RBC gebruiken glucose uit plasma vr E
o Bloedstaal vr glucose -> centrifugeren en RBC verwijderen voor glucosegehalte
daalt of grijs bloedbuisje gebruiken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febedelobelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.