100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting TAB 4.1 farmacologie $8.74
Add to cart

Summary

samenvatting TAB 4.1 farmacologie

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

deze samenvatting van TAB 4.1 farmacologie bevat het deel van Present, Hereygers en Ceuleers.

Preview 4 out of 37  pages

  • December 19, 2024
  • 37
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
TAB 4.1 FARMACOLOGIE
1. PEDIATRISCHE PATIËNT (PRESENT)
 Op examen komen ook rekeningoefeningen van zowel pediatrie las volwassene
 Bekijk de leerdoelen in de cursus p 65, 102, 133

1.1 PIJN BIJ DE PEDIATRISCHE PATIËNT


1.1.1 INLEIDING
 Er zijn 3 mijlpalen in het pijnbeleid voor kinderen waar er groter veranderingen
waren
o 1990  pas een werkgroep opgericht om te zien hoe we gaan werken rond
pijn
o 2014  we moeten een tak in het pijnbeleid maken speciaal voor kinderen,
maar dit gaat enkel nog maar over acute pijn
o 2016  nu werd er een pijngroep gemaakt voor chronische pijn bij
kinderen
 Succesvolle ‘pijnvrije’ zorg  rol van de VPK + ouders + pijnteam
o Stap 1  pijn actief gaan bevragen en steeds opnieuw gaan evalueren
o Stap 2  probeer de omgeving zo kindvriendelijk te maken
o Stap 3  protocollen en procedures
o Stap 4  toegang tot verschillende therapeutische middelen
 Minimale handling maakt deel uit van het voorkomen en minimaliseren van pijn


1.1.2 WAT IS PIJN?
 Stellingen
o Kleine kinderen vergeten sneller pijn  fout
o Door pijn te behandelen maskeer je de symptomen en dat staat een goede
diagnosestelling in de weg  fout
 Op examen kreeg een kind fentanyl hoe schat je de
pijnwaarwording in  fentanyl = sterk opioïden  je kan kijken naar
parameters zoals BD omhoog, hartslag omhoog en dan kan je zien
of er toch nog pijn is
o Kinderen met autisme hebben een hogere pijngrens  fout
 Een kind met autisme toont zijn pijn anders waardoor het vaak
onderschat wordt


1.1.3 DIAGNOSTIEK: PIJNHERKENNING EN PIJNMETING
 Pijn maakt deel uit van het dagelijks leerproces van een kind
 Kinderen beleven pijn op een andere manier
 Bij aanhoudende pijn = reactie in 2 fasen
o Sterk emotionele (‘luidruchtige’) reactie
o Gebrek aan expressie/ interesse  psychomotorische atonie (niks
interesseert nog en is apathisch)




1

, Pijn in de sensorimotorische fase
o Baby/peuterleeftijd (0-2jaar)
o Ze denken vooral in het hier en nu en kunnen nog niet praten, ze weten de
gevolgen vaak nog niet van wat ze aan het doen zijn
 Pijn in de preoperationele fase
o Kleuterleeftijd (2-7jaar)
o Kind gebruikt om te denken
o Denken nog heel concreet en is vooral in het nu gelokaliseerd
o Ze leren pijn onderscheiden van oorzaken
 Pijn in de concreet-operationele fase
o Lagere schoollijftijd (7-11jaar)
o Logisch nadenken
o Taal gebruiken
 Pijn in de formeel-operationele fase
o Adolescenten/pubers (vanaf 11 jaar)
o Abstract denken
o Realiseren wat chronische pijn betekend
o Realiseren ‘de consequenties van pijn)


1.1.4 PIJNHERKENNING




 Observatie van metabole parameters
o Pijn/stress = hormonale en metabole veranderingen in lichaam
o Stressrespons  hyperglycemie en lactaatacidose
o Bepaling via bloedspiegels (kind onvriendelijk, relatief duur)
 Observatie van fysiologische parameters
o Pijnervaring  brengt lichaam on opperste paraatheid
o Fysiologische veranderingen waarnemen  goede observatie,
monitorbewaking
o Mogelijke symptomen zijn
 BD en hartslag omhoog, slechte wondgenezing, misselijkheid en
braken, verandering in AH-patroon




2

, o Als de pijn stijgt dan heb een autonome respons die zich snel aanpast aan
nieuwe evenwichtssituaties

 Observatie van gedragsmatige aspecten
o Gezichtsuitdrukking, huilen of andere vocalisaties, slaappatroon en BWZ-
toestand
o Deze observatie is moeilijk bij kinderen die op de PICU of NICU gesedeerd
zijn of vanwege beademings- of andere apparatuur niet in staat zijn te
bewegen


1.1.5 PIJNMETING
 Bepalen van: pijnintensiteit + effectiviteit van behandeling
 Goed pijnbeleid = pijn regelmatig meten




 Hetero-evaluaties (objectieve methode)
o Wie?  preverbale patiënten (pasgeborenen, jonge kinderen en kinderen
met een beperking)
o Wat?  gedragsobservatie, soms combinatie van fysiologische parameters
o Hoe?  geschikte pijnmeetinstrumenten (leeftijd, situatie, aard van pijn)
o Voorbeelden van observatieschalen voor pasgeborene
Op examen  Acute en postop pijn: NIPS, PIPP
mogelijks casus  Langdurige pijn: Edin, Comfort neo
en moet je o Voorbeelden observatieschalen voor jonge kinderen
zeggen welke  Acute en postop pijn tot +- 4j: comfort gedrag, CHIPPS
pijnschaal je zou  Op spoeddiensten (tot 6j): Evendol
gebruiken  Acute en postop pijn tot 7j: Flacc, Cheops
 Auto-evaluatie (subjectieve methode)
o Wie?  vanaf 4j en kinderen met helder BWZ
o Hoe?  vanaf 4j met foto’s en vanaf 7j met numerieke schaal
o Voorbeelden van zelfrapportage vanaf kleuterleeftijd
 face Pain scale revised
 Oucher
o Voorbeelden van zelfrapportageschalen vanaf lagere schoolleeftijd
 VAS (visueel analoge schaal)




3

,  NRS (numerieke rating scores)
 Voorbeeldvragen
o Welke methode gebruiken voor pijnbeoordeling bij kinderen 0-3 jaar?
 Gedragsobservatie = van primair belang
 Fysiologisch = van secundair belang
 Subjectief is niet mogelijk
o Welke methode gebruiken voor pijnbeoordeling bij kinderen 3-6jaar?
 Gedragsobservatie = van primair belang bij afwezigheid van
zelfrapportage
 Fysiologisch van secundair belang
 Projectieve methode mogelijks mogelijk
o Welke methode gebruiken voor pijnbeoordeling vanaf 6jaar?
 Primair belang is zelfrapportage
 Secundair belang = gedrag en fysiologische observatie
 Bij de beoordeling van pijn is ook de context van belang (leeftijd, anamnese,
omgeving)
 Ouders kunnen een actieve rol spelen bij de pijnmeting van hun kind
 Pijn meting kind met chronische pijn :
o Gedurende een langere periode pijn scoren
o Pijndagboek  aantal VAS scores per dag
 Pijnmetingen
o Contextuele factoren
 Relevante contextuele factoren  ouders, situatie (voor of na het
eten), omgeving
 Ouders
 Actieve rol bij pijnmeting van hun kind
o Ouders kunnen postop zeggen of de pijn erger is of
niet maar niet bij acute pijn
 Postop pijn  PPPM (parents postoperative pain measure
 Ouders aanwezig bij (pijnlijke) procedures  een afweging
dat je moet maken of dit positief of negatief is
 Cultuur
 Cultuurspecifiek aangeleerd gedrag


1.1.6 PIJNBEHANDELING
 Farmacologische methoden
o Analgetica
 Licht tot matige pijn  paracetamol
 Matige pijn  paracetamol + NSAID
 Contra-indicatie voor NSAID  zwak werkende opiaat (bv.
tramadol)
 Ernstige pijn  sterkwerkend opiaat bv morfine
 Paracetamol + NSAID + sterk opiaat
o Patient-controlled analgesia
  het kind heeft de mogelijkheid om zijn eigen pijnstilling binnen
bepaalde veiligheidsmarges te regelen bv. een morfinepomp




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aline58. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.74
  • (0)
Add to cart
Added