3.114-3.15 SMZ 2 – College groei en ontwikkeling & gerelateerde stoornissen
Indeling college
o Embryonale ontwikkeling (kort)
o Normale lichaamsgroei (herhaling)
o Normale craniofaciale groei (herhaling)
o Enkele mogelijke afwijkingen in ontwikkeling
Embryonale fase: FAS (foetaal alcohol syndroom), Treacher Collins, Hemifaciale Microsomie, Schisis
Foetale fase: craniosynostosis (schedeldelen fuseren te vroeg); Crouzen
Latere (postnataal) groeiafwijkingen: Condylaire hyperplasie
Embryonale ontwikkeling
o 3 kiembladen: ectoderm, mesoderm, endoderm
o Ectoderm
Buitenste cellagen
Epidermis vormt o.a. tandglazuur, orale epitheel, huid, nagels, haren
Iets afwijkends: ectoderme dysplasie
Verminderde speekselsecretie, verminderde zweetproductie,
droog haar, afwijkende nagels, afwijkende tanden
(vormen/aantal)
Neurale buis vormt o.a. centrale zenuwstelsel
Neural crest cells vormen o.a. craniofaciale kraakbeen/ botten, dentine,
perifere zenuwstelsel
o Mesoderm
Vormt o.a. bindweefsel, bloedvaten, spierweefsel, botten, hart, nieren,
gonaden
o Endoderm
Vormt o.a. de binnenbekleding van het spijsverteringskanaal en de
ademweg en organen
Ectoderm
o Bijna alle weefsels van gezicht en nek ontstaan vanuit ectoderm
o Neurale plaat en neurale plaat grens en epidermis: gaat naar binnen vouwen dan kruig je stuiting neurale crest
cellen vorming migratie van deze cellen
o ‘Neural crest cells’ migreren in het embryo gedurende eerste 4 wkn
o Vormen het mesenchymale weefsel van het aangezicht en mandibulaire boog
o Hieruit ontstaan o.a. botten van het aangezicht en dentine, spieren in het gezicht
Embryonale ontwikkeling
o Na neurale plaat, buis vorming en cellen Ontwikkeling kiembogen:
Kiembogen zijn belangrijk voor aangezicht
M.n. 1e kiemboog: bilaterale processi Maxillaris en mandibulaire boog; mandibula vormt zich rond ‘Meckel’s
cartilage’
5 belangrijke stadia
Stadia Dagen Stoornissen
Vorming kiemlagen 17 FAS
Vorming neurale buis 18-23 Anencephalie
Vorming, migratie en interactie 19-28 Hemifaciale microsomie
celpopulaties (neural crest cells)
Vorming orgaansysteem Cleft lip en/of primaire primaire
- Primaire plaat 28-38 palatum
- Secundaire plaat (palatum molle 42-55 Cleft sec. palatum
sluit wat later)
Differentiatie weefsels 50-geboorte Achondroplasie, Crouzon
Normale lichaamsgroei (herhaling)
o Cephalocaudale groeigradiënt:
Neurocranium verhoudingsgewijs groot in vroege ontwikkeling
Viscerocranium later tot ontwikkeling en vertoornt meer variatie
o Cephalocaudale groeigradiënt; schedel
Pasgeborene
Viscerocranium/ mandibula onderontwikkeld in verhouding tot
neurocranium
Hoofd is 1/4e van gehele lichaam
Volwassene
Maxilla en vooral mandibula hebben veel meer groei doorgemaakt
dan neurocranium; meer evenredige verhouding
ontstaat (zie plaatje schedels).
Groeicurves: Scammon’s curve
o Niet alle weefsels groeien met gelijke snelheid
o Neurale weefsel als eerste voltooid (6-7 jaar)
o Groen en blauwe lijn: hele steile curve in begin
, o Bij kinderen vaak ontstoken keel- en neusamandelen (lymfe)
o Groeispurt in puberteit (rode ovaal)
Meisjes ± 2 jaar eerder
Peak height velocity is eerder (12/13 jaar bij meisjes en 14/15 jaar bij jongens)
Jongens groeien later, sneller en langer door
De curve gaat langer door
Wel vergelijkbaare pieken
Fasen groeispurt meisjes:
1. Start borstvorming en groei schaamhaar
2. 1 jaar later piek van groeispurt: sterke toename borstomvang, donker
schaamhaar/ okselhaar
3. 1-1,5 jaar na fase 2 1e menstruatie en snelste groeispurt voorbij. Toename
heupen
Gemiddelde duur: 3,5 jaar
Fasen groeispurt jongens:
1. ‘Fat spurt’: toename lichaamsgewicht
2. 1 jaar later start lengtegroei + schaamhaar + geslachtsdeel
3. 8-12 mnd later: piek groeispurt + haargroei bovenlip en oksels
4. 15-24 mnd na fase 3: spurt in lengte stopt; haargroei kin + toename
spierontwikkeling
gemiddelde duur: 5 jaar
Klinisch belang groeispurt
o Correctie van skeletale afwijkingen starten kort voor groeispurt, zodat van snelle groei gebruik gemaakt kan worden
en OK kans krijgt zich naar voren te kunnen ontwikkelen.
Theorieën van groei
o Growth site; plaats waar groei optreedt (reactief op omgeving bv. actie van spier, modificeerbaar)
o Growth center: plaats waar genetisch geprogrammeerde groei plaatsvindt (niet te beïnvloeden) (autonome groei)
o Waar ligt de regie?
Bot als determinant/belangrijkste factor (wordt weinig meer aangehangen)
Kraakbeen als determinant (endochondrale ossificatie)
Weke delen als determinant (functionele matrix theorie; bij slappe spieren andere ontwikkeling dan iemand
met stevige spieren. Iemand die altijd door neus ademt; spieren in gezicht minder ontwikkeld en langer
slanker gezicht) ( dus bot vormt zich naar functie van spieren).
Craniofaciale groei: 2 typen botgroei.
o Bij bot is interstitiële groei niet mogelijk (uitbreiding, vermeerdering) wel:
1. Endochondrale ossificatie:
a. Matrix wordt eerst in kraakbeen gevormd
b. Hier ontstaan van soort eilandjes van bot dat kraakbeen gaat vervangen en ‘samen smelten’
c. Kan onder druk plaatsvinden (bv. groei/hersendruk in schedel)
2. Intramembraneuze ossificatie:
a. Directe afzetting van bot aan periostale oppervlak: directe vorming van botmatrix in vezelig bindweefsel,
zonder tussentijdse vorming van kraakbeen.
b. Steeds een laagje bot erbij
c. Als reactie op groei van omringende weefsels (kan niet onder grote druk plaatsvinden)
d. Groei tpv suturen en appositie aan
buitenzijde botstukken en periost
e. Te zien aan suturen
samensmelting, buitenzijde en
periost
Craniofaciale groei: neurocranium
o Intramembraneuze botvorming
o Bij geboorte fontanellen vervorming
schedel mogelijk
o Botstukken worden ‘uit elkaar gedreven’
door groeiende brein (zoeken elkaar weer
op)
o Groei tpv de suturen door appositie
o Daarnaast ook enige appositie aan
buitenzijde botstukken en resorptie aan
binnenzijde zo groeit uiteindelijke de
schedel
Craniofaciale groei: craniale basis
o Endochondrale ossificatie
Intramembraneuze ossificatie tpv suturen die bij elkaar komen
BK groeit naar voren en later ook de OK (die groeit nog wat langer)
Groei tpv synchondrosen lengtetoename schedelbasis +
voorwaartse verplaatsing van het nasomaxillaire complex.
Craniofaciale groei: maxilla
o Ventrale + caudale verplaatsing tov cranium; appositie tpv suturen
o Opp.-remodeling ventrale zijde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.