Zorgthema Urogenitale functies
Urogenitale functies zijn erop gericht om zowel de totale hoeveelheid
water als de totale hoeveelheid elektrolyten continu te verversen en de
onderlinge verhoudingen constant te houden.
Elke 30 dagen wordt de totale hoeveelheid lichaamswater ververst.
Nieren en hormonen zijn erop gericht om intake en uitscheiding van water
en elektrolyten in balans te houden.
Aandachtspunten:
1. Intake & behoefte
Mond- en maagdarmkanaal: orale intake & absorptie vocht & elektrolyten.
Hypothalamus: dorstprikkel door serumnatrium.
2. Osmolariteit
Kristallijnse osmolariteit: plasma en interstitium (natrium, glucose, ureum)
Colloïde osmolariteit: plasma > grote eiwitten (albumine)
3. Totale watermassa
3 compartimenten:
- Plasma (5%): 2L plasma bij 70 kg
- Interstitium (30%): 12L interstitium bij 70 kg
- Intracellulair (65%): 26 liter intracellulair bij 70 kg
4. Nierfuncties
Nieren: volumeregulatie, klaring, pH, EPO maken
Bijnieren: hormonen > aldosteron, (nor)adrenaline, cortisol
5. Mictie
Ureteren en blaas: urinetransport, opvang en blaaslediging.
Sfincter: beheerzing van aandrang en lozing > continentie
Urethra: urineweg > urinelozing.
Vochtintake en behoefte
De vochtbehoefte is de hoeveelheid water die zorgt voor verversing en die
de verliezen compenseert.
Zelfzorgfunctie bij inname van vocht: helder bewustzijn, mobiliteit,
dorstgevoel en een intacte slikreflex.
Dorstgevoel is een lichamelijke reactie op gebrek aan vocht. Treedt op als
meer dan 2% van het lichaamsgewicht aan water onttrokken is aan
weefsels. Wordt gereguleerd in dorstcentrum van de hypothalamus,
reageert bij:
- Activering van de osmosensoren in de hypothalamus bij verhoging
van osmolariteit van het extracellulaire compartiment.
- Activering van baroreceptoren in de aortaboog bij een te lage
bloeddruk en of een te laag extracellulair volume
- Stimulatie van het RAAS door renale hypoperfusie waarna
angiotensine II het dorstcentrum stimuleert.
Bij ouderen neemt de dorstprikkel geleidelijk af.
, Waterbehoefte is afhankelijk van leeftijd, geslacht, lichamelijke activiteit,
temperatuur, ziekte/therapie, ondervoeding, groei, gewichtstoename,
verliezen aan energie en voedingsstoffen of voedingsstofbeperkingen.
Osmolariteit
Afhankelijk van de concentratie osmotisch actieve stoffen in een oplossing.
Osmolariteit zorgt ervoor dat het op basis van mineralen en of eiwitten
osmotisch evenwicht tussen de diverse watercompartimenten.
Iso-osmolair: wanneer twee oplossingen dezelfde osmotische waarde
hebben.
Hyper-osmolair: oplossing met de hoogste osmolariteit.
Hypo-osmolair: oplossing met de laagste osmolariteit.
Osmose: vochtverplaatsing door celwand of vaatwand in de richting van
de meeste opgeloste deeltjes.
Extracellulair vloeistofcompartiment: bloed en interstitium in balans met
intracellulair vloeistofcompartiment.
Kristallijne osmolariteit: bepaald door de concentratie van het aantal
opgeloste elektrolyten (an- en kationen), glucose, en ureum per liter >
verhouding intra/extracellulair (vooral bepaald door natrium)
Colloïdale osmolariteit: concentratie van eiwitten (albumine) in het bloed
> osmolariteit van plasma ten opzichte van het interstitium (te groot voor
capillairen): capillair fluid shift. Op basis van filtratie en colloïde osmose.
Weefselcellen door diffussie en osmose in fluid shift opname O2 & glucose
en afvalstoffen (CO2, creatinine, ureum etc) afstaan.
Membranen goed doorgankelijk voor water maar ionen (Na K) vrijwel
alleen door pompen in de wand van de cel. In hyperosmolair milieu
verschrompelen de cellen.
Isotone vloeistoffen hebben dezelfde osmolariteit als de cellen zodat het
intracellulaire volume gelijk blijft.
Totale watermassa
Water transporteert:
- Bouwstoffen (aminozuren en elektrolyten)
- Brandstoffen (glucose en vetzuren)
- Afvalstoffen (ureum en CO2)
- Warmte
- Warmte, voedingsstoffen, mineralen, cellen, afvalstoffen en
schokdemper.
Totaal volume: totale watermassa is de gehele hoeveelheid water in het
lichaam > evenwicht tussen intake en uitscheiding.
Waterverdeling:
1. Intravasculair compartiment
2. Interstitiële compartiment
3. Intracellulair compartiment
Compartimenten verdeeld door semipermeabele wanden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophykevankouterik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.