8.2 Circulatoire Shock
Shock is een verspreid zuurstoftekort door een probleem in de circulatie. Meestal is doorbloeding in
buik en huid onvoldoende. Bloed wat nog rond stroomt moet naar hart en hersenen gaan. Als
compensatiemechanismen (vasoconstrictie& versnelde hartslag) tekortschieten komt er te weinig
zuurstof in vitale organen.
Hypovolemische shock (te weinig circulerend volume) : gevolg van bloed/vochtverlies. Bv
door bloeding, braken,diarree,brandwond. Nog aanwezige bloed wordt extra snel
rondgepompt en verdeeld over weefsels. Veel bloed naar vitale organen.
(bloedverlies/buikgriep, vlakke halsvenen liggende patiënt)
Cardiogene shock (hart pompt onvoldoende/niet) : Gevolg slechte
hartwerking/infarct/ritmestoornis. Normale hoeveelheid bloed, wordt onvoldoende
rondgepompt. Bezuiniging doorbloeding buik/huid, wel naar vitale organen. (drukkende pijn
op borst, gestuwde halsvenen zittende patient, trage hartslag)
Distributieve shock (bloed is verkeerd verdeeld) : Gevolg algehele vaatverwijding door bv
allergische reactie/sepsis. Verdeling over weefsels is niet juist. Bv te weinig bloed door huid
en door hersenen. Ook bij vitale organen te weinig bloed. (infecties/allergeencontact , vlakke
halsvenen liggende patiënt)
Obstructieve shock (bloedsomloop is afgesloten) : Gevolg van afsluiting in de circulatie. Bv
longembolie/vochtophoping hartzakje. Belemmeren instroom bloed. Hoge druk verstoort
vulling van hart. (plotselinge pijn bij ademen, gestuwde halsvenen zittende patiënt)
Verschijnselen :
Zodra baroreceptoren in aorta en hals een geringe tensiedaling meten geven ze verandering door
aan hersenstam. stimuleert bijnieren extra afgifte adrenaline stimuleert hart en vernauwt
bloedvaten in huid en darmen. daardoor bij beginnende shock normale bloeddruk.
Snelle ademhaling (meer zuurstofopname)
Snelle,zwakke pols (sneller rondpompen,minder volume)
Bleke,koude huid (bezuinigen huiddoorbloeding)
Zweten (effect adrenaline)
Trillen (minder doorbloeding huid en adrenaline-effect)
Ingevallen gezicht (minder vocht onderhuids)
Dorst (minder bloed naar spijsvertering en hijgen)
Onrust (zuurstofgebrek hersenen en grote hoeveelheid adrenaline)
Niet meer gecompenseerde shock :
- Bloeddrukdaling (RR <90-100 mm Hg systolisch of MAP <60 mm Hg)
- Bewustzijnsverlies (ernstig zuurstofgebrek)
- Anurie (diurese <10ml/uur )
Distributieve shock begint juist met rode warme huid door algehele vaatverwijding.
, Onderzoek :
Bloedonderzoek ; daling hemaglobineconcentratie en hematrociet wijst op bloedverlies.
Plasma snel aangevuld, erytrocyten pas later. Hoog Hb en Ht wijst op dehydratie, verlies van
plasma maar niet van bloedcellen.
Bloedgasanalyse ; Bij zuurstoftekort in weefsels schakelen deze over op anaerobe
stofwisseling, waarbij melkzuur wordt gevormd. metabole acidose met verhoogd lactaat.
Afwijkingen elektrolyten en afvalstoffen wijzen op nierfunctieverlies.
Elektrocardiografie ; cardiogene shock
Beeldvormend onderzoek ; oorzaak shock. Spoort bloedingen etc op.
Hulp:
Beste houding shockpatiënt plat met benen omhoog. Circulerende bloed loopt dan naar vitale
organen toe. Bij bemoeilijken ademhaling, halfzittende houding met benen omhoog. Shockpatiënt
mag niet drinken, kan tijdens bewusteloosheid in de luchtwegen lopen en zuurstoftekort verergeren.
Als omgeving kouder is dan kamertemperatuur deken geven. Maar niet bij warme omgeving.
Ventilatie : zuurstoftoediening om circulerende bloed te verzadigen.
Infuus : vocht in bloedsomloop brengen. Fysiologisch zout met 0,9 NaCl of Ringers-lactaat of
colloïden.
Bloedproducten toedienen ; packed-cells, stollingsfactoren of bloedplaatjes. Verkeerde
bloedcellen kan voor gevaarlijke transfusiereactie zorgen, hierdoor ontstaat algehele
vaatverwijding met tekenen van distributieve shock. 4-5-6 regel acuut bloedverlies en
gezond hart 5 mmol/L, cardiaal belastie patiënt 6 mmol/L.
Adrenaline etc : stimuleren pompfunctie hart. Noradrenaline werkt vaatvernauwend.
Ook oorzaak shock aanpakken bv bloedingen stelpen, stolsels oplossen, antihistaminica bij
allergie etc.
8.5 Hypertensie :
Bij hypertensie is de bloeddruk herhaaldelijk tussen 140/90 en 160/100 mm Hg. Bij matige
hypertensie is dit 160/100 en 180/110 mm Hg. Bij ernstige hypertensie is dit hoger dan 180/110 mm
Hg.
Oorzaken :
Vaak is de oorzaak onbekend , essentiële/primaire hypertensie.
Bij Secundaire hypertensie oorzaak wel bekend :
- Renaal: nierfalen, (gevolg van toegenomen circulerend volume, meer vocht binnen dan naar
buiten, ophoping vocht zit deels in circulatie waardoor bloeddruk hoger wordt)
- Renovasculair : stenose nierarterie , (vernauwde arteria renalise, nier achter stenose meet
lage bloeddruk en geeft renine af, zorgt voor angiotensine wat voor vasoconstrictie en extra
afgifte aldosteron zorgt patiënt drinkt meer en vocht neemt toe.
- Bijnierafwijkingen : overproductie stresshormonen (overproductie bloeddrukverhogende
hormonen)
- Coartatio aortae : vernauwing einde aortaboog , (bloeddruk gemeten in armen is verhoogd,
bloeddruk in benen is laag)
- Zwangerschapshypertensie : abnormale reactie op foetus, (vasoconstrictie, bloeddruk stijgt)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindydelelij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.