100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting artikelen pedagogiek leerjaar 2 periode 2.3 diversiteit $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting artikelen pedagogiek leerjaar 2 periode 2.3 diversiteit

1 review
 27 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Beknopte samenvatting van de artikelen pedagogiek periode 2.3 diversiteit (leerjaar 2)

Preview 2 out of 11  pages

  • April 13, 2020
  • 11
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: diorborger1 • 4 year ago

avatar-seller
Beknopte samenvatting
Pedagogiek:
Tom Kroon: morele opvoeding
Kinderen hebben van jongs af aan al morele intuïtie maar moet verder ontwikkeld worden om tot
moreel handelen te komen
Ouder dient hierbij als rolmodel: leren van morele regels, juiste morele houding laten zien en laten
zien wat werkelijk te realiseren is
Leraar: motiveert, boeit, daagt uit, toont geestdrift, etc.: de essentie van goed onderwijs is de relatie
tussen leraar en leerling
Zelfonderzoek is hierbij van belang: wat wil je, wie ben je, wat kun je
Pedagogische visie is van belang: wat is wenselijk en hoe ga je daar invulling aan geven
Kinderen moet eerst leren dat er normen en waarden zijn (leren dat)
Kinderen moeten leren normen en waarden in praktijk te brengen (leren hoe)
Kinderen leren normen en waarden onder woorden te brengen (leren wat)
Kinderen kunnen redenen geven voor hun handelen (leren waarom)
Door de juiste morele houding te laten zien ontwikkelen kinderen morele deugden: karaktertrekken
die moreel handelen mogelijk maken; dit zijn onder andere: hulpvaardigheid, vriendelijkheid, trouw,
redelijkheid etc.
Zonder morele intuïtie en morele gewoonte word je wilsonbekwaam
Morele ontwikkeling kent twee stadia: autonomie en heteronomie
Autonomie: is bepaald worden door andere, afhankelijk van de opvoeders
Heteronomie: zelfbepaling, zelfbeschikking en kunnen handelen onder eigen verantwoordelijkheid,
in dit stadium kunnen ze hun eigen wet stellen.
Het stadium van heteronomie is uiteindelijk het doel van de opvoeding: de overgang van stadia loopt
niet geleidelijk (loopt vaak door elkaar)

Lodewijck Frencken: morele opvoeding
Probleem opvoeders: opvoeding geen kant en klare levensbeschouwing meer en normen en
waarden worden vaak opgelegd
Probleem jongeren: krijgen een overvloed aan informatie binnen die gestructureerd moeten worden,
dit kan doormiddel van normen en waarden: deze geven houvast.
Normatief opvoeden: recht doen aan het kind
Recht doen aan het kind: antwoord zijn op wat het kind nodig heeft
Kind heeft structuur, veiligheid, respect en rust nodig en normen en waarden om chaos van
informatie te ordenen.
Morele opvoeding draait om de intentie het goede om voor te leven: opvoeden vanuit waarden Niet
opvoeden tot, maar opvoeden vanuit waarden: opvoeders zien normen, waarden en
levensbeschouwing als iets waardevols dat ze de kinderen mee willen geven
Kinderen leren zelf hoe te leven, maar zo lang ze niet volwassen zijn hebben ze normen en waarden
nodig als houvast
Waarden en normen waarin we kinderen opvoeden mogen niet mensvijandig zijn en de manier van
overdracht is ook belangrijk: morele opvoeding moet uitgaan van de leef- en belevingswereld van het
kind
De volwassenen mag niet centraal staan, want dit is een aantasting van de beleefwereld
School en gezin zijn even belangrijk betreft morele opvoeding en het overbrengen van normen en
waarden
Scholen moeten zich richten op de overdracht van normen en waarden en niet op schaalvergroting
en anonimiteit

, Waarden en normen woorden op de eerste plaats doorgegeven door persoonlijke
relaties/pedagogische relatie van volwassenen met kinderen: de ouder is de eerste belangrijke relatie
Dit betekent niet dat dit op school niet mogelijk is: op school krijgt het kind de kans om dingen te
leren die die thuis niet heeft en andersom.
Morele opvoeding onderscheid 3 elementen
Voorwaardenscheppendelement/pedagogisch klimaat: een manier van leven van volwassenen
waarbij er ruimte is voor het kind en de opvoeding voor het kind
Gemeenschapselement/collectiviteit: houdt in dat opvoeding wordt gezien als een taak van de
gehele gemeenschap ten opzichte van haar kinderen
Dialoog element/pedagogische relaties: dit is de persoonlijke opvoedende relatie tussen volwassene
en kind, waarin beide in dialoog treden met elkaar, elkaar ontmoeten: in dit dialoog vindt de
overdracht van normen en waarden plaats

Kohlbergen stadia van moreel denken
Pre conventioneel: wijze van denken voorafgaand aan het stadium van gewoonte (waarde ligt in
quasi lichamelijke behoefte)
Conventioneel: datgene wat op gewoonte of overeenkomst berust (waarde ligt in het vervullen van
goede rollen)
Post conventioneel: er is sprake van een wijze van denken, waarin gewoonte en traditie een
ondergeschikte rol spelen (waarde ligt in het aansluiten bij rechten en plichten)

Fases:
Fase 1 (0-4) – oriëntatie op gehoorzaamheid en straf: goed is dat wat geen straf oplevert
Fase 2 (4-6) – oriëntatie op eigenbelang: goed is wat het eigenbelang dient
Fase 3 (6-14) – oriëntatie op braaf of lief zijn: goed is wat andere vinden
Fase 4 (14-16) – oriëntatie op doen van je plicht en wet en orde: goed is wat de groep goed vindt
Fase 5 (17) – oriëntatie op sociale contract: goed is wat in overleg is overeengekomen
Fase 6 (17) – oriëntatie op eigen geweten en op universele ethische principes goed is wat niet tegen
eigen principes ingaat

Hoe omgaan met verschillende fase:
Baby: verleiden om met vertrouwen te leven
Peuter: confronteren met regels
Kleuter: inwijden in regels en gewoontes
Schoolkind: verankeren in goede gewoonten
Puber: herscheppen en een eigen oordeel leren vormen

Vaneste waardenopvoeding:
Vormen waardenopvoeding:
Waardeoverdracht: opvoeder draagt zijn waarden over, kind gehoorzaamt en neemt over
Waardeverheldering: opvoeder verheldert waarden, kind ervaart waarden
Waardencommunicatie: opvoeder leidt in in waarden, kind maakt zelf bewuste keuze in waarden

Manieren van waardeoverdracht:
Expliciete waardeoverdracht: het bewust doorgeven van waarden (waarden worden daarmee het
opvoeddoel)
Impliciete waardenoverdracht: het onbewust doorgeven van waarden (verborgen leerplan)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisameijerink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (1)
  Add to cart