MODULE 5: SOCIALE CONTROLE EN DEVIANTIE
5.1. SOCIALE CONTROLE
Sommige conflicten zijn tussen een bepaald individu en de totale sociale groep.
Edward Alsworth Ross stelt dat er 2 ordes zijn:
1) Ethische controleorde: publieke opinie, persoonlijke idealen, religie, kunstvormen enz.
- Overheerst wanneer de samenleving homogeen is, er geen grote statusverschillen zijn en wanneer er van iedere
maatschappelijke groep een identieke inspanning wordt gevraagd.
- => sociale gelijkheid gaat samen met de ethische controleorde.
2) Politieke orde: recht, het leger, de politie
- Samenleving gekenmerkt door ongelijkheid en overheersing tussen etnische groepen/geslachten/ sociale klassen.
à Kenmerken van de maatschappelijke structuur bepalen welke soort controle voorkomt.
5.1.1. DE MORELE ORDE: HET ONTSTAAN EN DE INTERNALISATIE VAN WAARDEN EN NORMEN
William Summer gaf antwoord op “Hoe ontwikkelen zich normen?”.
Basis theorie: eerste en voornaamste doel van de mens is overleven.
- De mens is oorspronkelijk begonnen met handelen en pas nadien beginnen nadenken over die handelingen.
Folkways = collectieve gewoonten, elementaire gezichtspunten of methodes die betrekking hebben op wat juist is, effectief en
goed is.
- Via proces ‘trial and error’ worden de beste en meest aangepaste handelingen geselecteerd.
- Niet resultaat van bewuste reflectie over handelen!
- Sommige folkways verliezen mettertijd hun waarde omdat ze niet langer beantwoorden aan behoeften.
Als die folkways zich nu - in een bepaalde bevolkingsgroep - ontwikkelen, spreekt men over mores (rationalisaties van
gewoonten).
- Van folkways naar mores à wanneer mensen bewust beginnen nadenken over folkways.
- Vb. Gebruik van alcohol en marihuana in de VS is een voorbeeld van (afgekeurde) folkways die (verbiedende) mores
worden.
Mores: sanctie of het uitoefenen van sociale controle.
- Folkways niet navolgen werd niet gesanctioneerd. Bij het niet naleven van mores wel sanctie!
à Naleven mores is volgens Summer essentiële voorwaarde voor algemeen welzijn en functioneren van bevolkingsgroep.
- Mores vormen basis van instellingen die binnen maatschappij ontwikkelen.
Wetten = weerspiegeling van mores (Summer). Wetten moeten congruent zijn aan mores om doeltreffend te zijn.
↓Veel kritiek: Summer ziet de relatie tussen mores en wetten te eenzijdig: wetten spruiten wel voort uit mores, maar nieuwe
wetten kunnen invloed uitoefenen op mores.
Emile Durkheim: morele regels hebben als fundamenteel kenmerk dat ze niet Alleen verplicht zijn maar ook gewenst worden.
Mensen zijn bereid om een inspanning te leveren om morele regels te realiseren.
à Er zijn 2 soorten moraliteiten
1
, 1) Objectieve moraliteit: bestaat uit de gemeenschappelijke en oorspronkelijke standaard die we gebruiken om menselijk
handelen te evalueren.
2) Subjectieve moraliteit: elk individu het morele bewustzijn op haar eigen specifieke wijze uitdrukt.
Hoe morele regels erkennen?
à Het antwoord ligt in het soort gevolg dat een overtreding van een morele regel heeft. Een handeling kan twee soorten
gevolgen hebben: analytisch en synthetisch gevolg.
- Vb. Het niet navolgen van een hygiënische regel kan leiden tot infectie. Infectie is het directe gevolg van het niet naleven
van die regel à infectie is een analytisch gevolg.
- Vb. Wanneer doen we iemand vermoorden en hiervoor gesanctioneerd worden is dit een synthetisch gevolg. Dit Omdat
de sanctie niet inherent verbonden is aan onze daad maar deze wordt opgelegd.
à Een sanctie volgt dus niet uit de handeling zelf maar uit het gegeven dat de handeling een regel overtreedt. Handelingen
worden verplichtend omdat er regels zijn die sancties opleggen bij niet naleving (= essentie morele regel).
- Het naleven van regels had een positieve sanctionering in. Het volgen van de regels spruit een gevoel van welbehagen
(bij handelen conform aan morele regels), dit gevoel is het resultaat van het socialisatieproces (Mead en Piaget
omschreven verloop socialisatieproces).
Socialisatietheorie Mead
- Beschrijft proces waardoor internalisering van waarden en normen gebeurt.
- Uitgangspunt: onderscheid Me en I (vormen samen een eenheid)
- I = handelen van het individu in een bepaalde sociale situatie
o Hoe een individu handelt is niet op voorhand vastgelegd. Een individu onthoud wat hij deed, m.a.w. men kan
onze uitgevoerde handelingen vasthouden => mogelijkheid handeling evalueren.
o Evaluatie
§ ‘Mentaal vastgehouden handeling’ te vergelijken met geïnternaliseerde attitudes (= Me)
§ Reacties van significante anderen op handeling (= deel van Me) à herinneringen die toekomstig
handelen mee bepalen.
Socialisatietheorie Piaget
- Uitgangspunt: relatie tussen sociale verhoudingen en rationele bewustzijn.
- Onderscheid tussen coöperatieve relaties en relaties gebaseerd op autoriteit.
o Coöperatieve relaties liggen aan basis van het bewustzijn van ideale en gewenste regels.
- Maatschappelijke evolutie bestaat uit een proces van toenemende differentiatie => samenleving gebaseerd op
samenwerking.
- Er bestaat een parallel tussen ontwikkeling van het logische denken bij kinderen en ontwikkeling van morele
bewustzijn.
o Egocentrische fase: Onderscheid tussen zichzelf en de wereld (kind is middelpunt van de wereld)
o Verdere ontwikkeling: kind komt onder dwang te staan van de volwassenen (relatie tussen kind en volwassene
wordt gekenmerkt door dwang en unidirectionaliteit) à kind neemt geen zelfstandige beslissingen, maar
affirmeert wat de volwassenen opleggen.
o Autoriteit moet vervangen worden door coöperatie à als coöperatie ontbreekt, is moraliteit gelijk aan moreel
realisme.
o Coöperatie leidt tot kritiek en dialoog à confrontatie leidt tot afbouw egocentrisme en moreel realisme =>
morele regels krijgen autonoom karakter.
5.1.2. DE POLITIEKE ORDE
Howard Becker: mensen wijken af omdat anderen met meer macht in de samenleving beweren dat da afwijkend zijn (macht en
controle: cruciale elementen om deviantie te begrijpen).
- Het materiële object van de sociologie bestaat uit de studie van collectief handelen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deprilfrann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.