Belang van de sociale groep staat centraal in de sociologie. het is de basis van een duurzame interactie.
Een groep ≠ aggregaat of sociale categorie.
• Aggregaat = bestaat uit een aantal mensen die zich toevallig op dezelfde plaats bevinden.
• Sociale categorie = bestaat uit een aantal mensen die één of meer gemeenschappelijke kenmerken hebben.
We onderscheiden een groep van een aggregaat of sociale categorie o.b.v. essentiële kenmerken:
1) Leden van een groep hebben gemeenschappelijke belangen.
• Gemeenschappelijk doel => gemeenschappelijke belangen.
• Vb. postzegelclub; gemeenschappelijk belang: samen bestuderen, ruilen en kopen/ verkopen van
postzegels.
2) Leden van een groep interageren.
• Interactie is niet het resultaat van toeval, maar afhankelijk van het streven naar het doel van de
groep te realiseren.
• Vb. Belastingsbetalers die een sociale categorie vormen, staan niet in interactie met elkaar, tenzij ze
een actiegroep opzetten om het belastingsregime te beïnvloeden => vormen van sociale groep.
3) Leden van een groep delen de rechten en plichten verbonden met het lidmaatschap.
• Elke groep heeft regels à middel om hoofd te bieden aan de complexiteit van de groep.
• Vb. In sommige groepen, zoals religieuze gemeenschappen zijn er regels m.b.t. kledij.
4) Groepsleden hebben een gedeelde identiteit en een groepsgevoel.
• Leden zien zichzelf als mensen die tot dezelfde groep behoren.
• Mensen kunnen in soc. categorie zitten zonder het te weten. Maar het is onmogelijk dat je het niet
weet als je in een sociale groep zit à deel uitmaken van een groep vereist een bewust groepsbesef.
• Personen die deel uitmaken van meerdere groepen hebben meervoudige identiteitscomponenten.
• Stabiliteit en permanentie van groep zijn afhankelijk van groepsgevoel.
• Groepscohesie = capaciteit van een groep om samen te blijven à hoe groter de groepscohesie, hoe
meer de groepsleden het groepsbelang voorrang geven op eigen belang.
• Vb. Binnen militaire eenheden streeft men naar groepscohesie: de individuele soldaat is
ondergeschikt aan de eenheid en hij moet bereid zijn zich op te offeren voor het groepsbelang.
3.1.2. SOORTEN GROEPEN
Onderscheid ontstaansgrond: sommige groepen ontstaan spontaan (vb. vriendengroepen) en andere groepen zijn formeel
opgericht (vb. huurdersbond).
Onderscheid grootte van groep: kleine groepen (persoonlijk contact tussen leden mogelijk) en grote groepen (persoonlijk
contact tussen leden niet mogelijk).
Onderscheid type groep: primaire en secundaire groepen:
PRIMAIRE GROEPEN (kenmerken)
1) Primaire groepen zijn klein.
• Leden van de groep kennen en ontmoeten elkaar persoonlijk.
• Contacten zijn face-to-face.
2) Primaire groepen zijn blijvend.
1
, • Blijven gedurende een lange periode bestaan.
3) Primaire groepsrelaties zijn diffuus.
• Alle aspecten van het leven van groepsleden komen in primaire groepen aan bod.
• In primaire groep is er niet enkel belangstelling voor beroepsloopbaan maar ook voor
vrijetijdsbesteding, emotionele leven, financiële situatie enz.
4) Primaire groepen zijn op emoties gebaseerd en niet-instrumenteel.
• Relaties tussen groepsleden draaien om wat men voor elkaar voelt à emotionele banden staan
centraal.
• Opdracht om samen dingen te realiseren is minder van belang.
SECUNDAIRE GROEPEN (kenmerken)
1) Secundaire groepen hebben een variërende grootte.
• Kan zowel klein of groot zijn.
• In grote secundaire groep zijn face-to-face interacties met alle groepsleden moeilijk.
2) Secundaire groepen hebben een wisselende permanentie.
• Ledenwisseling brengt bestaan van secundaire groep niet in gevaar (wat wel zo is bij een primaire
groep).
3) Relaties in de secundaire groepen zijn gespecialiseerd en gesegmenteerd.
• De volledige persoon komt in een secundaire groep niet aan bod.
• Alleen belangstellig voor persoonlijke kenmerken die aan basis van groep liggen.
4) Secundaire groepsrelaties zijn formeel en instrumenteel.
• Relaties gebaseerd op rationele berekeningen m.b.t. voor- en nadelen van het aangaan van relaties.
• Aangaan relatie met de bedoeling bepaalde doeleinden te realiseren.
3.1.3. HET PROBLEEM VAN SAMENWERKEN BINNEN SOCIALE GROEPEN
Binnen een groep zijn er regels, rechten en plichten. Die regels zijn verbonden met een specifieke cultuur binnen een groep. De
groepscultuur omvat de betekenissen die mensen aan hun interacties geven. Daarbij horen ook waarden en normen die het
handelen van groepsleden vormgeven. Daarnaast is er ook een sociale structuur binnen groepen, groepsleden hebben
verschillende posities binnen een groep.
• Waarom groepsstructuur? à samenwerken binnen groepen is niet evident.
o Het aantal groepsleden is een cruciaal kenmerk om deze uitdaging te begrijpen.
Socioloog Simmel maakte de impact van groepsgrootte helder door zijn analyse van dyade en triade.
• Dyade = groep van slechts 2 person/ 2 personen in een ‘relatie’
o Vb. getrouwd koppel zonder kinderen.
o De groepsleden kunnen een relatief sterke controle uitoefenen over de groep.
o Wanneer de ene persoon de andere persoon ‘controleert’, wordt zo ook de groep gecontroleerd.
• Triade = dyade wordt uitgebreid met een 3de persoon.
o 3 personen in 3 relaties.
o Hierbij is het onmogelijk voor een individueel lid om de hele groep te controleren.
o Stel men heeft persoon A, B en C dan is er een coalitie mogelijk tussen persoon B en C. Zij kunnen zich stiekem
opstellen tegen A. à hierdoor ontstaan nieuwe eigenschappen; de groep wordt autonoom tegenover de
samenstellende leden + onzekerheid van alle leden neemt toe.
Wat als groep verder uitbreidt?
• Toename van groepsleden leidt ertoe dat het aantal mogelijke relaties in een groep sterk toenemen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deprilfrann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.