100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Infectie en Afweer $6.54
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges Infectie en Afweer

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hier staan alle hoorcolleges van het vak Infectie en Afweer van de Bachelor Diergeneeskunde zoals het in 2021 gegeven werd.

Preview 4 out of 82  pages

  • December 19, 2024
  • 82
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Infectie en afweer
Samenvatting

Hoorcollege 2 – Virusstructuur en Vermeerdering
Dimitri Iosifovich Ivanofski en Martinus Willem Beijerinck zijn de oprichters van virologie (hebben het
virus ontdekt)

Virussen zijn klein; je moet ze met een elektronenmicroscoop bekijken




- Er zijn ook giant viruses met een genoom dat groter is dan dat van sommige bacteriën. Deze
zijn wel met een lichtmicroscoop worden gezien

Criteria die een virus definiëren. Virussen:
- Zijn obligate (hebben een cel nodig) intracellulaire parasieten
- Zijn kleine infectieuze agentia met een a-cellulaire organisatie
- Worden uitsluitend gereproduceerd in levende, eukaryote cellen
- Bevatten één type van nucleïnezuur (RNA óf DNA), beschermd door een eiwitmantel
o Dat partikel noemen we een virion

Virussen komen voor in alle organismen en alle levensvormen (behalve bij sommige protozoa)
- Sommige virussen bestaan alleen uit een nucleïnezuur met daaromheen eiwitten: naakt
virus
- In andere virussen zit rondom het genoom en geassocieerde eiwitten nog een lipide
membraan (dit noemen we de enveloppe): membraan-omvattende virussen




- De driedelige algemene strategie:
o Alle virussen verpakken hun genoom in een partikel (virion) die transmissie van
gastheer naar gastheer medieert
o Het virale genoom bevat de informatie voor het initiëren en voltooien van een
infectiecyclus (het proces waarbij het virale genoom wordt ingebracht en wordt
vermeerderd) binnen een gastheercel
o Alle virussen zijn in staat om zich binnen een specifieke gastheer succesvol te
vermeerderen, want dat is essentieel voor hun voortbestaan

1

, - Virussen komen voor in verschillende vormen, maar hebben ook veel overeenkomsten
o Capsides: is bij naaktvirussen het hele virion (dus eiwit + nucleïnezuur), bij
membraanomvattende virussen noem je die structuur een nucleocapside
o Van capsides en nucleocapsides zijn twee basisstructuren bekend: de helicale en de
icosahedrale
▪ De icosahedrale structuur is een geometrisch figuur met 20 driehoekige
zijden
• Het wordt gekarakteriseerd door specifieke symmetrie: bevat 2-
voudige, 3-voudige, en 5-voudige assen van rotationele symmetrie
• Is het meest efficiënt van alle mogelijke vormen om vanuit
asymmetrische eiwitten iets te maken wat op een bolvorm lijkt




o Sommige virussen hebben een structuur dat nergens op lijkt (dus niet op helicaal of
icosahedraal)
o Functies van capsiden:
▪ Verpakken/condensatie van het genoom
▪ Bescherming van nucleïnezuur
▪ Transport van nucleïnezuur van cel naar cel
▪ Zorgt voor specificiteit van binding aan de gastheercel bij naakte virussen

Virus classificatie kan op verschillende manieren
- Op basis van gastheer; slecht criterium qua specificiteit
o plant, dier, of bacterie
- Op basis van morfologie; goed criterium (kunt veel informatie eruit halen)
o Naakt of membraan-omvattend
o Sferisch of filamenteus
o Nucleocapside: helicaal of icosahedraal
- Op basis van genoom
o DNA of RNA
o Enkel- of dubbelstrengs
o Lineair of circulair
o Gesegmenteerd (bestaat het uit verschillende stukjes nucleïnezuur) of niet-
gesegmenteerd (is het uni-moleculair)
- Op basis van replicatie strategie; beste manier van
classificatie
o ‘Baltimore’ classificatie: ieder virus moet op een
gegeven moment zijn genen tot expressie brengen
(je zult mRNA moeten produceren om je te laten
vermeerderen door je gastheercel)
▪ Baltimore heeft het mRNA centraal gesteld,
vraagt zich af hoe men vanuit het genoom in
de nieuw-geïnfecteerde cel lenovo mRNA kan produceren
▪ De manier waarop dat gebeurt bepaalt tot welke groep het virus behoort

2

,De 6 stappen van de virale levenscyclus die je bij vrijwel elk virus terug kunt vinden
1. Aanhechting: virus hecht aan de cel
o Adsorptie is een proces waarbij een virusdeeltje aanhecht aan de
gastheercel: het virus bindt aan specifieke oppervlaktemoleculen van
deze cel. Dit kunnen eiwitten zijn, maar het kunnen ook suikers zijn
2. Penetratie: binnenkomen in de cel
o Virussen zouden het liefst binnenkomen via de plasmamembraan,
maar dat gebeurt meestal niet
▪ Om die plasmamembraan bevindt zich namelijk en cortex, waar het virus in
vast komt te zitten
o Daarom komen de meeste virussen binnen via endocytose: ze worden opgenomen in
een vesicle, en vervolgens worden de gevormde endosomen langs microtubuli
verder het interieur van de cel ingebracht (naar het microtubule organizing center)
▪ Hier stapt het virus uit het endosoom, en komt het precies op de plek terecht
waar alle biomachinerie aanwezig is om de replicatie te starten
o Dus de meeste virussen komen binnen via endocytotische pathways, dit kan op
verschillende manieren:




3. Ontmanteling: het genoom komt vrij
4. Replicatie: transcriptie en translatie
o De meeste DNA virussen:
▪ Repliceren in de kern (behalve pokkenvirussen), omdat heel veel machinerie
die je nodig hebt voor transcriptie zich in de kern bevindt
▪ Hebben een dubbelstrengs genoom (behalve parvovirus)
o De meeste RNA virussen:
▪ Repliceren in het cytoplasma (behalve influenza virus), omdat, ze in de
celkern niets te zoeken hebben: er zijn in de cel geen RNA-polymerases
aanwezig die een inkomend RNA-molecuul kunnen gebruiken als matrijs voor
RNA-synthese. Ze nemen dus hun eigen RNA-polymerase mee de cel in
▪ Hebben een enkelstrengs genoom (behalve rotavirus: heeft een
dubbelstrengs RNA-genoom, en retrovirus: heeft een diploïd genoom).
Hierdoor hebben RNA-virussen genoom polariteit
• Positieve streng virussen: het genoom is mRNA sense, en kan door
de ribosomen direct worden getransleerd (en levert een RNA-
afhankelijk RNA-polymerase (RDRP) op)
Het genoom is dus infectieus
• Negatieve streng virussen: het genoom is anti-sense, en kan niet
door ribosomen worden getransleerd. Deze virussen moeten hun
RDRP meenemen in hun virusdeeltje
Het polymerase is een structureel eiwit bij deze virussen
• Ambisense genoom: bevat genen in beide oriëntaties

3

, 5. Auto-assemblage: de productie van nieuwe virusdeeltjes
o wanneer het genoom voldoende is gerepliceerd en er genoeg eiwitten zijn, vinden
deze deeltjes elkaar, en wordt er een virus partikel gevormd door intermoleculaire
interacties
o Bij naakte virussen vindt assemblage plaats in het cytoplasma van de gastheercel
6. Release
o Naakte virussen kunnen uit de cel komen op twee manieren:
▪ De cel laten klappen: cel lysis. De inhoud van de cel komt naar buiten
▪ Ze kunnen ook tijdelijk een membraan verwerven, zodat ze ook uit een
levende (niet-gelyseerde cel) kunnen worden vrijgezet
o Bij membraan-omvattende virussen zit er nog een extra stap bij: budding. Dit is een
stap waarbij het virus een membraan verwerft
▪ De nucleocapside wordt omhuld door een gastheer celmembraan die
gemodificeerd is door de insertie van virus-specifieke enveloppe-eiwitten
▪ Hierdoor kunnen membraan-omvattende virussen vrijkomen uit levende
cellen




o Virussen kunnen van elkaar verschillen in locatie van de
budding-site (dus kan bij de plasmamembraan, maar ook
bij elke specifieke stop langs de exocytotische route)
▪ Worden bijvoorbeeld vanuit het ER naar het Golgi
via de exocytotische route vervoerd alsof het
secretoire eiwitten zijn (via vesiculair transport)




Samenvattend de virale levenscyclus:




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celuit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.54
  • (0)
Add to cart
Added