Dit bestand bevat uitgebreide aantekeningen die ik tijdens de onderwijsgroep heb gemaakt. Aan de hand van deze aantekeningen heb ik het vak 'consumentenrecht' behaald met een 8!
Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten
voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad, Pb. 2008, L133/67.
Literatuur:
J.W.A. Biemans, “De consumentenkredietovereenkomst in titel 7.2A BW. Over losse eindjes en rafelige randen”,
NTBR 2012/46.
W.H. van Boom, “Is een telefoonabonnement met ‘gratis’ toestel een overeenkomst voor consumentenkrediet?”,
AA 2014/11, p. 825-833.
V. Heutger, Tekst&Commentaar Burgerlijk Wetboek, commentaar op titel 7.2A BW
(Consumentenkredietovereenkomsten), online, bijgewerkt t/m 1 juli 2017.
A.L.M. Keirse, “Eigen schuld geen effect?- Over standaardisering in de afweging van wederzijdse
verantwoordelijkheid in effectenleasezaken”, MvV 2017/3, p. 77-84.
Jurisprudentie Nederland:
HR 11 juli 2003, NJ 2005, 103 (Van Zuijlen/Rabo).
Kouwenberg heeft als cliënt van de Rabobank in opties gehandeld, onder meer in de vorm van het schrijven van
putopties. Toen hij in oktober 1987 niet meer aan zijn margeverplichting bleek te kunnen voldoen en een
ongedekt tekort was ontstaan, is de bank tot liquidatie van de gehele effectenportefeuille overgegaan.
Kouwenberg vordert van de bank — kort gezegd — ‘teruglevering van de effectenportefeuille’. Aan deze
vordering heeft Kouwenberg ten grondslag gelegd dat de bank niet aan haar zorgverplichtingen jegens hem heeft
voldaan. Het Hof heeft — samengevat weergegeven — geoordeeld dat op de bank niet onder alle
omstandigheden de plicht rust de hand te houden aan de margeverplichting door opdrachten voor
optietransacties te weigeren of tot sluiting van optieposities over te gaan.
In het licht van HR 26 juni 1998, NJ 1998, 660 en HR 23 mei 1997, NJ 1998, 192 geeft het oordeel van het Hof
blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De strekking van de op de bank als professionele en op het risicovolle
terrein van optietransacties deskundige dienstverlener rustende bijzondere zorgplicht — bescherming van de
particuliere cliënt tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht — dwingt ertoe aan te nemen
dat, anders dan het Hof heeft geoordeeld, een bank in beginsel in strijd met die zorgplicht handelt indien zij haar
cliënt volgt in diens uitdrukkelijke wens dat, niettegenstaande hij niet voldoet aan de gebruikelijke
margeverplichting, uitvoering wordt gegeven aan (een) door hem verstrekte opdracht(en) tot het verkopen
(schrijven) van putopties in de hoop dat de beurs wel weer zal aantrekken en zijn verlies beperkt zal blijven.
Deskundigheid op het gebied van de optiehandel aan de zijde van de cliënt kan, weliswaar van invloed zijn op de
omvang van die zorgplicht, maar de enkele bekendheid met de optiehandel in het algemeen en de daaraan
verbonden risico's in het bijzonder kan, anders dan het Hof heeft aangenomen, niet leiden tot het oordeel dat
sprake is van in dit verband relevante deskundigheid aan de zijde van de cliënt.
Indien een bank nalaat opdrachten tot het verkopen (schrijven) van putopties, afkomstig van cliënten die niet aan
de gebruikelijke margeverplichting voldoen, te weigeren, dan zijn, ook als het gaat om opdrachten van
eigengereide en moeilijk te overtuigen cliënten, waarschuwingen (dat Kouwenbergs hele vermogen gevaar liep)
niet toereikend om iedere aansprakelijkheid van de bank voor schade die de cliënt lijdt ten gevolge van het niet
steeds aanhouden van de gebruikelijke margeverplichting af te wenden.1
HR 5 juni 2009, NJ 2012, 182 (Dexia/De Treek).
In zowel het arrest Van Zuijlen / Rabo als Dexia / De Treek was er sprake van een schending van de bijzondere
zorgplicht. Dit bijzondere zorgplicht vloeit voort uit de aanvullende eisen van de redelijkheid en billijkheid ex.
6:248 lid 1 BW. Verder geldt dat hoe gevaarlijker de financiële transactie is, hoe verder de bijzondere zorgplicht
strekt.
Wat was er in de Dexia zaak precies geschonden?
De eerste schending:
Het ging in deze zaak om beleggingsrisico. Er was in algemene zin voldoende essentiële informatie verschaft,
maar er werd niet specifiek genoemd wat het risico was van een restschuld.
Wat is precies de restschuld?
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maastrichtuniversiteit1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.