Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht Collegejaar 2023/2024
Inhoud
Opmerking vooraf.......................................................................................................................................... 2
Overzicht Jurisprudentie.................................................................................................................................3
Week 1........................................................................................................................................................... 4
HR 4 december 1998, NJ 1999/269 (Van der Lugt/Zegers).............................................................................. 4
HR 28 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1052 (Openbaar betekenen of betekenen aan briefadres?).................... 7
HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3151 (art. 80 RO, recht op mondelinge behandeling I)...................9
HR 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:650 (mondelinge uitspraak)...................................................................11
HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:449 (Van der Zwan q.q./X; recht op mondelinge behandeling II).......14
HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:868, RvdW 2023/664 (Tegelijk genomen akten)....................................... 16
HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073, NJ 2023/247 (Onredelijke benadeling door betekeningsgebrek?)... 17
Week 2......................................................................................................................................................... 19
HR 23 oktober 1992, NJ 1992/813 (Ongeval St Oedenrode)..........................................................................19
HR 24 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5466, NJ 2006/46 (Dimopoulos/Van Mierlo)...................................... 21
HR 15 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5612, NJ 2011/180 (Van Donkersgoed/Jansen)................................. 23
HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, AA 2014, p. 358-362 (Heesakkers/Voets)............................ 26
HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810, NJ 2019/446, m.nt. J. Hijma (Eigen Haard)........................ 28
HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:585, NJ 2023/120, m.nt. A.I.M. van Mierlo (X/Bouwinvest).................. 30
Week 3......................................................................................................................................................... 33
HR 22 december 1989, NJ 1990/434 m.nt. W.H. Heemskerk (Kempkes/Samson).........................................33
HR 20 januari 1995, NJ 1995/413 (Smokehouse/Culimer).............................................................................35
HR 13 januari 1995, NJ 1997/366 (Ontvanger/Bos)....................................................................................... 37
HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2841, Ars Aequi 2003/52, m.nt. A.I.M Van Mierlo (Hoda
International/Mondi Foods)...........................................................................................................................39
HR 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1559, NJ 2007/483 (Bijl/Van Baalen).................................................. 41
HR 20 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7729, NJ 2009/376 (Ontvanger/De Jong q.q.)............................. 42
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026, NJ 2020/425 m.nt. A.I.M. van Mierlo (Hotel-restaurant De
Zeester).......................................................................................................................................................... 44
Week 4......................................................................................................................................................... 47
HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8771, NJ 2010/154 (Wertenbroek q.q./ Van den Heuvel c.s.)............. 47
HR 1 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2225, JBPR 2017/64, m.nt. G.C.C. Lewin (Berekening
rechtsmiddeltermijn)..................................................................................................................................... 50
HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924, RvdW 2022/27 (X/Gemeente Borger-Odoorn)................... 53
1
,Opmerking vooraf
Een aantal arresten komt in meerdere weken terug. Deze worden niet nogmaals uitgewerkt in dit document.
Hieronder volgt een overzicht van jurisprudentie per week, inclusief de arresten uit voorgaande weken.
Week 1
1. HR 4 december 1998, NJ 1999/269 (Van der Lugt/Zegers).
2. HR 28 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1052, NJ 2020/367 (Openbaar betekenen of betekenen aan
briefadres?).
3. HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3151, JBPr 2018/19, nt. C.J.M. Klaassen (art. 80 RO, recht op
mondelinge behandeling I).
4. HR 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:650 (mondelinge uitspraak).
5. HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:449, NJ 2023/125 (Van der Zwan q.q./X; recht op mondelinge
behandeling II)
6. HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:868, RvdW 2023/664 (Tegelijk genomen akten)
7. HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073, NJ 2023/247 (X/Erven Y) (Onredelijke benadeling door
betekeningsgebrek?)
Week 2
8. HR 23 oktober 1992, NJ 1992/813 (Ongeval St Oedenrode)
9. HR 24 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5466, NJ 2006/46 (Dimopoulos/Van Mierlo).
10. HR 15 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5612, NJ 2011/180 (Van Donkersgoed/Jansen).
11. HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, AA 2014, p. 358-362, m.nt. W.H. van Boom
(Heesakkers/Voets).
12. HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810, NJ 2019/446, nt. J. Hijma (Eigen Haard).
13. HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:585, NJ 2023/120, m.nt. A.I.M. van Mierlo (X/Bouwinvest).
14. HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:868, RvdW 2023/664 (Tegelijk genomen akten)
Week 3
15. HR 22 december 1989, NJ 1990/434 m.nt. W.H. Heemskerk (Kempkes/Samson).
16. HR 20 januari 1995, NJ 1995/413 (Smokehouse/Culimer).
17. HR 13 januari 1995, NJ 1997/366 (Ontvanger/Bos).
18. HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2841, Ars Aequi 2003/52, m.nt. A.I.M Van Mierlo (Hoda
International/Mondi Foods).
19. HR 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1559, NJ 2007/483 (Bijl/Van Baalen).
20. HR 20 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7729, NJ 2009/376 (Ontvanger/De Jong q.q.).
21. HR 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:650 (mondelinge uitspraak).
22. HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026, NJ 2020/425 m.nt. A.I.M. van Mierlo (Hotel-restaurant
De Zeester)
Week 4
23. HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8771, NJ 2010/154 (Wertenbroek q.q./ Van den Heuvel c.s.).
24. HR 1 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2225, JBPR 2017/64, m.nt. G.C.C. Lewin (Berekening
rechtsmiddeltermijn).
25. HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3151, JBPr 2018/19, nt. C.J.M. Klaassen (art. 80 RO, recht op
mondelinge behandeling I).
26. HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924, JBPr 2022/22, m.nt. P.A. Fruytier (X/Gemeente
Borger-Odoorn).
2
,Overzicht Jurisprudentie
Overzicht van alle jurisprudentie, zoals volgt uit syllabus 2023/2024 p11.
1. HR 22 december 1989, NJ 1990/434 m.nt. W.H. Heemskerk (Kempkes/Samson).
2. HR 23 oktober 1992, NJ 1992/813 (Ongeval St Oedenrode) NB: het in het arrest genoemde art. 177 Rv
is in het huidige Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering vernummerd naar art. 150 Rv.
3. HR 20 januari 1995, NJ 1995/413 (Smokehouse/Culimer).
4. HR 13 januari 1995, NJ 1997/366 (Ontvanger/Bos).
5. HR 4 december 1998, NJ 1999/269 (Van der Lugt/Zegers).
6. HR 11 april 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2841, Ars Aequi 2003/52, m.nt. A.I.M Van Mierlo (Hoda
International/Mondi Foods).
7. HR 24 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5466, NJ 2006/46 (Dimopoulos/Van Mierlo).
8. HR 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1559, NJ 2007/483 (Bijl/Van Baalen).
9. HR 20 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7729, NJ 2009/376 (Ontvanger/De Jong q.q.).
10. HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8771, NJ 2010/154 (Wertenbroek q.q./ Van den Heuvel c.s.).
11. HR 15 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5612, NJ 2011/180 (Van Donkersgoed/Jansen).
12. HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, AA 2014, p. 358-362, m.nt. W.H. van Boom
(Heesakkers/Voets).
13. HR 1 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2225, JBPR 2017/64, m.nt. G.C.C. Lewin (Berekening
rechtsmiddeltermijn).
14. HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3151, JBPr 2018/19, nt. C.J.M. Klaassen (art. 80 RO, recht op
mondelinge behandeling I).
15. HR 20 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:650 (mondelinge uitspraak).
16. HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810, NJ 2019/446, nt. J. Hijma (Eigen Haard).
17. HR 28 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:1052, NJ 2020/367 (Openbaar betekenen of betekenen aan
briefadres?).
18. HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026, NJ 2020/425 m.nt. A.I.M. van Mierlo (Hotel-restaurant
De Zeester)
19. HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1924, JBPr 2022/22, m.nt. P.A. Fruytier (X/Gemeente
Borger-Odoorn).
20. HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:585, NJ 2023/120, m.nt. A.I.M. van Mierlo (X/Bouwinvest).
21. HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:449, NJ 2023/125 (Van der Zwan q.q./X; recht op mondelinge
behandeling II)
22. HR 9 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:868, RvdW 2023/664 (Tegelijk genomen akten)
23. HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073, NJ 2023/247 (X/Erven Y) (Onredelijke benadeling door
betekeningsgebrek?)
3
, Week 1
HR 4 december 1998, NJ 1999/269 (Van der Lugt/Zegers).
Onderwerpen: Onjuiste partij-aanduiding; rectificatie. Stuiting verjaring; aanvulling feitelijke
grondslag.
Leerstuk: Procedure in eerste aanleg
Essentie
Ook omstandigheid dat verscheidene rechtspersonen met op elkaar gelijkende namen bij geschil
betrokken zijn, staat niet in de weg aan rectificatie van vergissing gemaakt bij aanduiding van eisende
rechtspersoon in dagvaarding, mits die vergissing voor gedaagde kenbaar was, de gedaagde niet
wordt benadeeld of in verdediging geschaad en rectificatie tijdig plaatsvindt. Nu eiser/appellant wel
heeft aangevoerd dat verjaring was gestuit door aanmaningen maar niet dat deze was gestuit door
een erkenning, heeft het hof de feitelijke grondslag van het beroep op stuiting in strijd met art. 176
Rv aangevuld.
Een aanvankelijk onjuiste partijaanduiding kan worden gerectificeerd wanneer het onder de gegeven
omstandigheden voor de wederpartij kenbaar was dat van een vergissing sprake was, die wederpartij
door de vergissing en de rectificatie daarvan niet is benadeeld of in haar verdediging is geschaad, en
de rectificatie tijdig heeft plaatsgevonden.
De feiten
Begin 1988 en 1989 heeft Electrotechnisch Handels- en Installatiebureau A.M. Zegers BV (Zegers)
werkzaamheden verricht in het huis van de heer van Van der Lugt. De werkzaamheden die Zegers
heeft verricht zouden op grond van een calculatie basis worden uitgerekend. Van der Lugt zou
hiervan een uitgebreide specificatie ontvangen met daarop de gebruikte materialen, aantal uren en
de kosten. Op de overeenkomst tussen Zegers en Van der Lugt zijn de algemene voorwaarden van
Zegers BV van toepassing. Van der Lugt heeft al een deel van het geld voldaan. Toen Zegers Van der
Lugt nog een nota stuurde, heeft Van der Lugt gevraagd om een specifiekere nota, omdat er
onduidelijkheden waren. Na correspondentie over en weer over deze laatste nota heeft Van der Lugt
deze nog steeds niet voldaan. Een aantal jaren later is Zegers BV failliet verklaard. De curator heeft
aan de betrokkenen/klanten medegedeeld dat de BV wordt voortgezet door twee andere
vennootschappen, waaronder Zegers Installatietechniek BV. Deze BV heeft de vordering van Zegers
BV overgenomen. De BV heeft van Van der Lugt gevorderd het openstaande bedrag alsnog te
voldoen. Uiteindelijk is dit geding voor de rechter gekomen door middel van een
dagvaardingsprocedure. In de dagvaarding is de oude BV Elektrotechnisch Handels- en
Installatiebureau vermeld in plaats van de nieuwe BV Zegers Installatietechniek. Van der Lugt
weigerde om het geldbedrag te voldoen, omdat de verkeerde BV was vermeld (bestond niet meer)
en omdat de vordering als was verjaard. De rechtbank gaf Van der Lugt gelijk, waartegen
Installatietechniek BV hoger beroep instelde.
4