Samenvatting Medische en tandheelkundige vakkennis 4
45 views 1 purchase
Course
Medische en tandheelkundige vakkennis 4
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Book
Algemene ziekteleer voor tandartsen
In deze samenvatting zijn alle colleges van de onderwijseenheid Medische en tandheelkundige vakkennis 4 samengevat en toegevoegd. Het document bevat ook eigen geschreven informatie (rood), dit is extra aanvulling wat tijdens de colleges is verteld. Daarnaast staan er aan het einde van elk college 2...
- Uit welke twee vatenstelsels is het circulatiestelsel opgebouwd?
> Bloedvatenstelsel
> Lymfatisch systeem
Het circulatiestelsel pompt bloed door het lichaam waar zuurstof in zit → wordt
afgegeven aan de weefsels. CO2 wordt ook opgenomen en weer uitgescheiden.
Bloedvatenstelsel
- Hart, arteriën, arteriolen, capillairen (capillairnetwerk), venulen en venen.
Het meeste bloed bevindt zich in de kleine venen (aders) en dit komt omdat de snelheid van
de bloedstroom hierin wat langzamer is en de aders wijder zijn.
Dubbele bloedsomloop
- Twee gescheiden systemen:
- Lichaamscirculatie
(De linker harthelft pompt bloed naar het lichaam → lichaamscirculatie)
Slagaders: zuurstofrijk en aders: zuurstofarm
- Longcirculatie
(De rechter harthelft pompt bloed naar de longen → longcirculatie)
Slagaders: zuurstofarm en aders: zuurstofrijk
- Hart
Hart – bouw
- Twee boezems (atrium) + twee kamers (ventrikels)
- Atriumspier + ventrikelspier
- Gescheiden door annuli fibrosi cordis (bindweefsel).
De atriumspier bevindt zich bovenaan het hart en de
ventrikelspier ligt onderaan in het hart.
- Linker en rechter harthelft
- Gescheiden door septum cordis (harttussenschot).
→ Septum interatriale cordis (dun, bindweefsel).
→ Septum interventriculare cordis (dikker, hartspierweefsel).
Het hart is niet symmetrisch, omdat de linkerlong een stuk kleiner is (2 kwabben) en de
rechterlong (3 kwabben). Het hart wijkt daarom ook uit naar de linkerkant.
- Truncus pulmonalis → linker en rechter arterie
pulmonalis (longslagader)
- Venae pulmonales (longaders; 4 stuks)
Vanaf elke long komen er twee longaders terug naar
het hart.
- Aorta
Hartwand
- Endocard: endotheel + laagje elastisch bindweefsel
- Myocard: hartspierweefsel (dikste laag)
- Pericard: hartzakje →
- Visceraal blad = epicard
- Pericardholte: gevuld met vocht
- Pariëtaal blad
Er zit een holte tussen de twee lagen die er voor zorgt dat
de twee lagen langs elkaar kunnen bewegen zonder te
scheuren. Het vocht zorgt ervoor dat ze soepel kunnen
bewegen.
Prikkelgeleidingssysteem
- Sinusknoop:
- Sinusritme (honderd per minuut)
- In rust: vertraagd door nervus vagus (parasympatisch
zenuwstelsel)
- Bij inspanning: verhoogd door nervi accelerantes (sympatisch zenuwstelsel)
De sinusknoop is de gangmaker van het hart en zorgt voor de snelheid en het ritme van het
hart.
- Sinusknoop (1)
- Atrioventriculaire knoop (2)
- Bundel van His (3)
- Bundeltakken (4)
- Vezels van Purkinje (5)
- Atrioventriculaire knoop:
- Atrioventriculaire ritme (vijftig per minuut)
- Impulsvertraging
Als de sinusknoop uitvalt kan de atrioventriculaire knoop als een
soort back up werken en alles overnemen.
- Bundel van His:
- Bundel van prikkelgeleidende cellen
- Vertakkingen
, - Vezels van Purkinje:
- Prikkelgeleiding
- → contractie (samentrekken) ventrikels
- Myocardvezels:
- Ventrikelmyocardritme (veertig per
minuut)
ECG
- ECG = elektrocardiogram (hartfilmpje)
Worden geen vragen over gesteld, wel de term kunnen koppelen.
Actie-rustcyclus hart
- Systole = actie → contractiefase
- Diastole = rust → relaxatiefase
- Drie fasen:
- Passieve vullingsfase: atria + ventrikels ontspannen → bloed stroomt atria +
ventrikels binnen.
- Actieve vullingsfase: atriumsystole → extra vulling ventrikel. (10% + bloed)
- Ventrikelsystolische fase:
→ Isovolumetrische (Het volume van de kamers veranderd niet, maar de
bloeddruk gaat omhoog.)fase: atriumdiastole + ventrikelsystole → AV-kleppen
sluiten (eerste harttoon) → bloeddruk ventrikel ↑.
→ Ejectiefase: bloeddruk ventrikels hoger dan in slagaders → bloed naar
slagaders.
→ Relaxatiefase: ventrikeldiastole → arteriële kleppen sluiten (tweede
harttoon).
,Termen
- Hartcapaciteit: vermogen van ventrikel om per tijdseenheid een bepaalde
hoeveelheid bloed weg te pompen.
- Hartminuutvolume (HMV): hoeveelheid bloed die het hart per minuut, per
ventrikel wegpompt. (Het volume is van beide ventrikels (harthelften) even hoog. Anders
gaat het zich ophopen bij een hoger volume.)
- HMV = hartfrequentie x slagvolume
- Hartfrequentie = aantal ventrikelcontracties per minuut.
- Slagvolume per ventrikel = aantal milliliters dat per contractie wordt
weggepompt.
- Transportfunctie
- Tunica media: met name elastisch bindweefsel → elastische
arteriën.
- Elasticiteit → opvangen schoksgewijze bloedstroming (polsgolf) →
wordt steeds gelijkmatiger.
Kleinere arteriële bloedvaten
- Kleine arteriën en arteriolen
- Distribuerende functie
- Tunica media: meer en meer glad spierweefsel → musculeuze arteriën
→ vernauwen (vasoconstrictie) en verwijden (vasodilatatie) bloedvaten.
, - Capillairen (zijn heel dun):
- Alleen tunica intima: endotheelcellen met
bindweefselmembraan.
- Uitwisseling stoffen met weefsels.
Venulen en venen
- Venulen: tunica intima + tunica media (m.n. bindweefsel).
- (Grotere) venen: tunica intima + tunica media + tunica
adventitia.
- Venen: groter lumen en dunnere wand dan arteriën.
- Bevordering terugstroming bloed naar hart door:
- Kleppen (kunnen maar één kant op → terug naar het hart)
- Spierpomp (liggen vaak naast de bloedvaten en aders. Als de spieren samentrekken
wordt het bloedvat dichtgeknepen en het bloed weggeduwd)
- Hartpomp (zuigt het bloed terug naar het hart)
- Adempomp (de druk neemt af en de borst zet uit)
- Arteriële pomp (naast de aders liggen ook nog de slagaders)
Vaatsystemen
- Eindarterie: één arteriole → één capillairnetwerk (a/f)
- Portale circulatie: twee capillairnetwerken in serie
- Arterieel: arterieel + gewoon (b)
- Veneus: gewoon + veneus (c)
- Collaterale circulatie: parallel lopend bloedvat (d)
- Anastomosen: dwarsverbindingen tussen vaten
- Veneus: tussen twee venen
- Arterieel: tussen twee arteriën (e)
- Arterioveneus: tussen arterie en vene (g)
Bloeddruk
- Bloeddruk (tensie) = druk die het bloed uitoefent op de wand van de
bloedvaten.
- Arteriële bloeddruk:
- Vullingstoestand bloedvat (hoe hoger, hoe hoger de bloeddruk)
- Slagvolume (hoeveelheid bloed die per hartslag wordt weggepompt) (hoe hoger, hoe hoger
de bloeddruk)
- Elasticiteit vaatwand (hoe hoger, hoe lager de bloeddruk)
- Perifere weerstand (weerstand die de bloedstroom ondervindt) (hoe hoger, hoe hoger de
bloeddruk)
- Neurale regulatie (gebeurt door zenuwen):
- Hartregulatiecentrum: impulsen naar hartspier.
- Vasomotorisch centrum: vasoconstrictie (vernauwen) +
vasodilatatie (verwijden) arteriolen.
- Hormonale regulatie
- ADH (antidiuretisch hormoon)/vasopressine:
- Bevordert terugresorptie water in nieren → bloedvolume
omhoog → bloeddruk omhoog.
- Aldosteron:
- Reguleert natrium-kaliumbalans: stimuleert terugresorptie
natrium + uitscheiding kalium → bloedvolume omhoog →
bloeddruk omhoog.
Om natriumionen zitten er meer watermoleculen dan om
kaliumionen. Hierdoor trek je meer water aan en werkt het
beter.
- Hormonale regulatie:
- Renine:
→ Stimuleert vorming angiotensine: vasoconstrictie arteriolen
+ productie aldosteron → bloeddruk omhoog.
- Adrenaline en noradrenaline:
→ Adrenaline: hartactiviteit omhoog + vasoconstrictie arteriolen + vasodilatatie
skelet + hartspieren → bloeddruk omhoog.
→ Noradrenaline: hartactiviteit omhoog + vasoconstrictie van alle arteriolen →
bloeddruk sterker omhoog.
- Histamine:
→ Vasodilatatie arteriolen in beschadigd gebied → bloeddruk omlaag.
Lumen: de opening van een bloedvat
Uitwisseling stoffen
- Functie circulatiestelsel: uitwisseling stoffen tussen bloed en
weefselvocht →
handhaven homeostase.
- Bloeddruk: duwt bloed door wand capillair
- Osmotische druk: zuigt vloeistof in capillair
, Lymfatische systeem
- Lymfatische systeem:
- Lymfe (weefselvocht opgenomen in lymfecapillair)
- Lymfevatenstelsel
- Lymfecapillairen / netwerk
- Kleine lymfevaten
- Grote lymfevaten
- Lymfatisch weefsel (lymfoïde organen)
- Functies:
- Ondersteuning bloedcirculatie: opname weefselvocht → terugbrengen in
bloedcirculatie.
- Betrokken bij immuun respons.
- Transport lymfe
Lymfoïde organen
- Lymfoïde organen: opgebouwd uit lymfatisch weefsel (reticulair
bindweefsel + lymfocyten + lymfocyten vormend weefsel).
- Lymfeknopen: boonvormige organen bij overgang van kleine naar grotere
lymfevaten.
→ Filtert lymfe.
→ Opslagplaats van T en B lymfocyten → activatie immuun respons.
- Milt: ‘grote lymfeknoop’
- Filtert bloed
- Productie antistoffen
- Fagocytose
- Recyclen hemoglobine
- Bloedreservoir
- Peyerplaques: in de wand dunne darm
- Thymus: bevat thymocyten (stamcellen voor T-lymfocyten)
→ Rijpen T lymfocyten + ontwikkelen geheugencellen.
- Waldeyerring: op overgang van mond- en neusholte naar keelholte
→ vangt ziekteverwekkers (o.a. bacteriën) uit buitenlucht en
voedsel.
- Tonsilla palatina (keelamandel) (3)
- Tonsilla lingualis (tongamandel) (4)
- Tonsilla pharyngealis (neusamandel) (1)
- Lymfatisch weefsel rond ingang buis van Eustachius (5)
Bedoelt om ziekte wekkende organismen op te vangen en af te
geven aan de lucht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MondhygiënistLiz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.