Geschiedenis van Nederland: van opstand tot heden
Wielenga. F, Zesde herziene druk, volledige samenvatting
Inleiding
De opstand van de Nederlanden ging niet om het verkrijgen van autonomie, maar het behouden van
privileges tegenover de centraliserende politiek van Filips II en zijn voorganger Karel V. De republiek
als zodanig werd pas met de vrede van Münster erkend, dat resultaat was niet het doel van de
opstand waardoor dat dan ook niet landelijk gevierd werd. In Godsdienstig op zich waren er
bovendien verschillende doelen, motieven voor de opstand van religieuze tolerantie naar een
calvinistisch staat vrijgemaakt van de katholieke overheerser. Door de verschillende belangen,
gebeurtenissen en doelen wordt de Nederlandse opstand pas later gezien als een eenheid en werd
het niet op een bepaalde dag landelijk gevierd.
H1: Oppositie en opstand. Ontstaan en consolidatie van de Republiek
der Verenigde Nederlanden
In 1518 verkreeg Karel V de regering van Nederland, waarmee Nederland volledig onder het gezag
van de Habsburgers kwam en niet meer onder het gezag van de Bourgondiërs. Door erfenissen,
oorlogen en conflicten wist Karel V. De zeventien verenigde Nederlanden ook daadwerkelijk enigszins
te verenigen. In 1549 bekrachtigden de zeventien Nederlandse gewesten onder Karel V, dat ze als
eenheid zouden blijven bestaan, de pragmatieke sanctie genoemd. De Nederlanden kenden vooral
een zeer hoge urbanisatiegraad in Holland en Brabant en bovendien een hoge bevolkingsgraad. De
economie groeide dan ook sterk door de toenemende vraag naar massagoederen zoals graan en
hout uit het Oostzeegebied, dit leidde in de Nederlanden tot intensivering en specialisatie van de
landbouw.
Hoezeer Holland en Brabant gelden als wingewesten voor de vorst, ze waren onafhankelijke fiscale
eenheden die alleen door bedes om belasting kon worden gevraagd. Het paste in het algemeen
Europese patroon en was zeer in het belang van Karel V om de Nederlanden tot een uniform
koninkrijk te maken. Er was dus een tegenstelling tussen het centrale gezag en de lokale elite, leidde
tot een mengvorm van oud en nieuw. In Brussel waren centrale ambten en instellingen, zo waren er
drie centrale raden: de Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën. Daarnaast was
er voor elk gewest een stadhouder als plaatsvervanger van de vorst, deze was bevelhebber van de
troepen, zorgde voor de bezittingen van de vorst en de positie van de Kerk. Toch bleef het oude sterk
aanwezig door het regionale, feodale gezag van de lokale adel.
Reformatie
"het was een godsdienstvraagstuk, dat de problemen van de eenwording onoplosbaar maakten".
Door de hoge geletterdheid en het verkeer met Duitsland groeide de reformatie in de harten van de
mensen vooral, maar nog niet in het daadwerkelijk verlaten van de kerk wat leidde tot een zeer
pluriforme gedecentraliseerde hervorming(en). Met de komst en sterke groei van de calvinisten
kwam er wel actie.
Loyaliteit, oppositie en crisis
Willem van Oranje was veruit de rijkste en aanzienlijkste adel van de Nederlanden. Door het
vorstendom Orange trad hij toe tot de kring van regerende Europese vorsten. Er was wrijving tussen
de graven van Egmont, Hoorne en Willem van Oranje tegenover Granvelle, de jurist aangesteld door
Filips II met veel invloed op de landvoogdes. Zo werden de kerkelijke posities verdeeld over mensen
,met een gedegen theologische opleiding en niet meer aan de lokale adel waar die posten altijd aan
waren voorbehouden. Zo werd Granvelle de aartsbisschop van Mechelen en werd de vrees bevestigd
dat dit ook zou leiden tot zwaardere vervolgingen. Willem van Oranje trouwde daarentegen met
Anna van Saksen een lutheraan waarmee Willem van Oranje liet zien dat hij voorstander was van
religieuze pluriformiteit en wekte daarmee het wantrouwen van Granvelle en Filips II. IN 1564 hield
Willem v. O. een vurend betoog in de raad van staten waarmee hij pleitte voor vrijheid van het
geweten en daarna verslechterde de situatie snel met de beeldenstorm in 1566. Voor de
beeldenstorm wist Willem de woede van de lage edelen te kanaliseren tot een smeekschrift der
edelen aan Margaretha van Parma tot opschorting van de kettersplakkaten, ze richtten zich
uitsluitend tot de inquisitie in het smeekschrift. Ze zegde toe tot een antwoord van Filips II zou
komen, dit werd gevierd als een definitieve overwinning door de Calvinisten. Veertig jaar lang
opgehoopte spanning ontlaadde zich. De beeldenstorm was een feit in1566. Margaretha werd
aangemoedigd om door te gaan met de vervolgingen, maar de geest was uit de fles en daarmee
verharde de kampen. De edelen moesten trouw zweren aan de koning, maar Willem van Oranje
weigerde waardoor hij uitweek naar zijn familie in Duitsland.
Radicalisering, mislukte matiging en de weg naar de Republiek
Generaal Alva arriveerde in 1567 met een omvangrijke Spaanse troepenmacht in de Nederlanden. Hij
richtte de 'Bloedraad' op, Willem van Oranje werden al zijn bezittingen en stadhouderschap
afgenomen en zijn zoon werd gegijzeld naar Spanje. Hij bracht structurele belastingen, waaronder de
tiende penning. In 1568 werden eerst de graven van Egmond en Hoorne, na een aanvankelijke
overwinning op de slag bij Heiligerlee, verslagen en later ook Willem van Oranje na een inval in
Limburg die mislukte. Meer dan in 1568 was de stemming in 1572 anti Spaans en nu probeerde
Willem van Oranje het opnieuw vanuit het zuiden met de hugenoten, vanuit het noorden door zijn
broer en de watergeuzen die meer per ongeluk Den Briel veroverden. Daar kwam een doorbraak in
de provincies Holland en Zeeland. Willem van Oranje werd nu door de gewesten Holland en Zeeland
tot stadhouder benoemt na een vergadering in Dordrecht.
Generaal Alva veroverde gewelddadig Mechelen, Zutphen en Naarden en later ook Haarlem, hier
bleef hij steken door financiële problemen waardoor de soldij niet werd betaald en soldaten aan het
muiten sloegen. Daarnaast hadden de Nederlanders het wapen van het doorsteken van dijken waar
de Spanjaarden weinig verweer tegen hadden. Door het vertrek van Alva kwamen er gesprekken op
gang en kwam er een adempauze tot 1576 vanwege financiële tekorten, die de vroege opstand
waarschijnlijk heeft gered van een vroege dood. De pacificatie van Gent werd door alle zeventien
gewesten gesloten met daarin de verklaring dat alle Spaanse troepen moesten verdwijnen, in de
opstandige provincies zouden de Calvinisten de kerk vormen, in de Koningsgezinde gewesten de
katholieken, verder zou overal godsdiensttolerantie zijn. Deze pacificatie had een wankele basis en
door de grote tegenstellingen, de bereidheid tot compromissen van de koningsgezinde provincies en
de vergaande eisen van de opstandige provincies was een compromis vrijwel uitgesloten. Maar Don
Juan greep naar de wapens, wat de gewesten weer verbond in afkeer van die actie en ze verklaarden
Don Juan als gezamenlijke vijand. De kampen verharden verder en toen Don Juan gewapend de
zuidelijke gewesten aan zijn zijde dwong na nieuwe versterkingen vanuit Spanje was duidelijk dat de
pacificatie van Gent was mislukt. Er kwam een unie van Atrecht tussen de zuidelijke Nederlanden en
een unie van Utrecht tussen de noordelijke Nederlanden, met de afspraak om samen verder te
vechten. Er kwam een definitief einde aan het standpunt dat de opstandelingen zich niet tegen de
vorst keerden, maar tegen slechte uitvoerders van zijn bewind met het plakkaat van Verlatinghe in
1581. Ze zochten een nieuwe vorst en vroegen de hertog van Anjou. Hij werd al in 1583
weggestuurd, omdat hij vooral op eigen macht uit bleek te zijn. Tegelijk kon Filips II zich volledig
richten op de Nederlanden nu er vrede was gekomen met Turkije, wat leidde tot de versteviging van
1
,zijn grip op de zuidelijke Nederlanden. De enige persoon die de verdeelde gewesten wist samen te
binden werd op 10 juli 1584 vermoord in delft. Hij wordt gezien als de 'vader des vaderlands', wat
niet onjuist is maar belangrijk is om te onthouden dat zijn doel altijd was geweest dat er zeventien
verbonden godsdienstig tolerante gewesten kwamen, met hoge posities voor de edelen en voor 1581
was dat doel gewoon onder de vorst Filips II. Willem van Oranje legde wel de basis voor een
republiek die een hoge mate van godsdienstvrijheid en tolerantie voor die tijd kende.
Met Parma als veldheer ging het van 1584 tot 1590 niet goed met de strijd waar stad na stad voor de
milde Parma zijn poorten opende. Een enorme economische impuls voor de Hollandse steden
leverde de uit de zuidelijke Nederlanden op. Zo werd nadat Antwerpen door Parma veroverd was de
Schelde geblokkeerd en vertrokken vele protestanten naar Hollandse steden. In 1585 stuurde na
verzoek om hulp, Elizabeth I de graaf van Leicester met troepen om de soeverein te zijn en de
opstandige gewesten te steunen, dit leidde al snel tot een machtsstrijd met de Staten Generaal en na
ook het verlies van de steun van Elizabeth I vertrok hij stil weer in 1587. Dit lag vooral aan de persoon
Johan van Oldenbarnevelt als landsadvocaat, voorvechter van de belangen van het gewest Holland,
won hij glansrijk de machtsstrijd tegen de graaf van Leicester. Nu consolideerde zich een republiek,
doordat ze de soevereinde macht bij zichzelf legden, dit deden ze door de nadruk op continuïteit, het
behouden van oude privileges te leggen. Door de jaren heen ontstond zo een unieke politieke
structuur in de jonge republiek. Filips bond de strijd aan met Engeland en de republiek, door een
grote vloot te sturen om eens en voor altijd een einde aan die protestantse bolwerken te maken,
deze vijandigheid bracht de republiek en Engeland dichter bij elkaar en een keerpunt van de oorlog
werd het verslaan van die vloot in 1588. De stootkracht van Parma was minder geworden en hij
moest het zwaartepunt van de strijd verplaatsen naar Frankrijk vanwege een conflict daar.
Militaire successen, politieke consolidatie en wapenstilstand
Op papier waren de machtsverhoudingen goed verdeeld, de gewestelijke staten waren soeverein en
hadden dus evenveel stemrecht in de Staten-Generaal. Het hoogste orgaan waarin ze dus alleen
vertegenwoordigd waren alleen bracht Holland het meeste geld dus had ook het meeste te zeggen.
In Holland was Oldenbarnevelt de landsadvocaat, dat zou nu de premier, minister van Financiën en
buitenlandse zaken zijn. Hoe sterk de positie van Holland ook was, het was niet mogelijk om de
Republiek met harde hand vanuit één machtscentrum te regeren.
In 1585 benoemden de staten van Holland en Zeeland bij het wegvallen van Willem van Oranje zijn
zoon Maurits tot stadhouder, mede uit angst voor te veel macht bij Leicester. Maurits kreeg het
militaire zeggenschap, maar niet de politieke macht van zijn vader. Ook kreeg hij later het
stadhouderschap van Utrecht, Gelderland en Overijssel. Zijn neef Lodewijk van Nassau was
stadhouder van Friesland en Groningen. Maurits kreeg in 1590 militaire successen dankzij de
adempauze en professionalisering van het militaire bedrijf. Daarnaast verwetenschappelijkte Maurits
ook de militaire strategieën en ontwierp hij vestingsteden. De jaren 1588-1598 vormden de periode
waarin de opstand definitief won, na de verovering van Breda (1590) volgden vele steden, eind 1595
stokte dat door financiële problemen, maar Spanje was te verzwakt door oorlog met Frankrijk om
een tegenoffensief te beginnen. In 1596 werd het eerste belangrijke buitenlandse succes
gerealiseerd door de sluiting van het drievoudige verbond met Engeland en Frankrijk, om zich
gezamenlijk tegen Spanje te keren. Dit gaf de republiek vooral tijd om te consolideren.
Zowel Spanje als de republiek waren nog klaar voor vrede. In de republiek was angst dat wanneer de
externe vijand verdwijnt interne spanning zullen oplaaien. Oldenbarnevelt drukte ook een veldtocht
naar het zuiden door om de kapers van Duinkerken aan te vallen en een opstand in Brussel te kunnen
bevorderen. Maurits ging met tegenzin en won op het nippertje de slag bij Nieuwpoort (1600) wat
een eerste breuk in hun relatie bracht, want als hij die had verloren had de republiek in gevaar
geweest en was hij overleden. Maurits keerde onverrichter zake terug van die veldtocht.
2
, Wegvallende internationale steun, uitblijvende militaire successen, geldgebrek en oorlogsmoeheid,
waren de vele factoren die pleiten voor vredesbesprekingen. In 1609 kwam er een wapenstilstand
voor de duur van twaalf jaar, dit was geen vrede vanwege breekpunten bij godsdienstvraagstukken
en de soevereiniteit. Het bestand impliceerde een verdere vastlegging van de uiteengevallen
Nederlanden in het Noorden en het Zuiden.
Dynamiek en expansie op economisch gebied
De republiek profiteerde ervan middenin het zwaartepunt van de handel van Noord- West-Europa te
liggen. De republiek een economie met zichzelf versterkende dynamiek van bevolkingstoename
(mede mogelijk door overvloed aan graan door Amsterdam als graanhandelscentrum), groeiende
afzetmarkten door verstedelijking, toenemende nijverheid en stijgende prijzen. Dit alles zorgde dan
ook voor een agrarische differentiatie in landbouwproducten en efficiëntie. Bovendien werd steeds
meer land in Holland gewonnen/ingepolderd. Dit was allemaal mede mogelijk door investeringen
vanuit de steden die land ook in bezit hadden door het wegvallen van de katholieke kerk, onteigenen
van adel die de Spaanse koning getrouw was en in Holland was dit proces sowieso al langer gaande,
omdat de adel relatief zwak was. Deze stedelijke macht maakte de burgerlijke samenleving zich kon
ontplooien, onafhankelijkheid en individualiteit en rationaliteit behoorden bij de republiek en haar
gewesten. Deze stedelijke cultuur was sterker in Holland terwijl in Gelderland en Overijsel juist de
adel nog een relatief sterke positie had.
De economische groei kwam ook dankzij de migratie van het zuiden naar noorden (zo kwam
bijvoorbeeld de textielindustrie in de republiek) en de afsluiting van de schelde waardoor
Amsterdam de handelsstad werd. Ook een voorbeeld van de nieuwe technologische doorbraken die
de groei stimuleerden is het fluitschip, dat minder bemanning nodig had, meer laadruimte had en
sneller voer waardoor het in plaats van twee keer per jaar drie tot vier keer per jaar naar de Oostzee
kon varen voor handel in bulkgoederen. Het smalle zorgde er bovendien voor dat er minder belasting
hoefde te worden betaald. Zo groeide samen met de ontwikkeling van de houtzaag molen ook
scheepswerf industrie ontzettend in de Nederlanden. Amsterdam en daarmee de republiek werd
wereldhandelsmacht nummer één door de stapelmarkt met internationale marktkennis die een
stabiel en betrouwbaar distributiesysteem werd.
De VOC ontstond in 1602 op initiatief van Oldenbarnevelt door en voor de groei in de handel met
Oost-Indië. Die groei kwam mede door een handelsembargo van Spanje waardoor de republiek zelf
zijn goederen in Azië moest halen. De VOC kreeg een monopolie en werd een beursgenoteerd bedrijf
- wat uniek was.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mastenbroekaron. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.