100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting recht '24-'25 (boek + ppt + lesnotities) $12.35
Add to cart

Summary

Volledige samenvatting recht '24-'25 (boek + ppt + lesnotities)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak recht in het 1e jaar bedrijfsmanagement aan Arteveldehogeschool (boek + ppt's + lesnotities) AJ '24-'25 . Bevat ook notities van gastcollege gerechtsdeurwaarder die te kennen zijn voor het examen!

Preview 5 out of 74  pages

  • December 19, 2024
  • 74
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT
H1 ALGEMENE INLEIDING
1 VERANTWOORDING

Het recht is een zaak van alle burgers, en er wordt verondersteld dat iedereen de wet kent.
==> Daarom wordt dagelijks het Belgisch staatsblad gepubliceerd.
Verschil tussen recht en andere normenstelsels.
Normen zoals moraal en godsdienst maken niet noodzakelijk deel uit van het rechtssysteem, al
kunnen ze elkaar beïnvloeden.
- Moraal = geheel van normen die de bedrijvigheid van de individuele mens beheersen, en
hem leiden naar geestelijk welzijn
o Gericht op het individu, niet op de maatschappij
o Sanctie: een slecht geweten
o Overlap met recht: sommige normen zijn zowel juridisch als moreel, zoals het
verbod op doden.

- Godsdienst = gericht op de eeuwige zaligheid van de mens
o Religie beïnvloedt het recht wel (vb. zondag = rustdag)
o Recht is in principe neutraal tegenover religie, maar wordt soms indirect beïnvloedt.
 Door de tijd heen zijn elementen van moraal en godsdienst in het recht doorgedrongen.

2 HET BEGRIP RECHT

Bij de studie van het recht onderscheiden we:
- Objectief recht: Het geheel van rechtsregels dat algemeen geldt.
- Subjectief recht: Individuele rechten, zoals het recht om iets te eisen (‘ik heb het recht
om...”)

Kenmerken van het objectief recht:
- Algemeen geldende (Rechtsregels bevatten gedragsvoorschriften en normen:)
o Verbodsbepalingen: bijvoorbeeld het verbod op stelen
o Gebodsbepalingen: bijvoorbeeld verplichte verzekeringen
o Toelatingsnormen: bijvoorbeeld het verkrijgen van een bouwvergunning
o Organieke regels: regels die processen organiseren, zoals gerechtelijke procedures.
o Dwingend recht: regels waar niet van afgeweken mag worden.
o Aanvullend recht: regels die gelden als er geen afwijkende afspraken zijn gemaakt.
o Algemene normen: toepasbaar op iedereen.
o Individuele normen: gericht op specifieke situaties of personen.
 Regels zijn afdwingbaar. Niet-naleving kan leiden tot sancties.

DWINGEND RECHT VS. AANVULLEND RECHT

,- Dwingend recht = Rechtsregels die voor iedereen gelden en waarvan niet mag worden
afgeweken. Niet-naleving leidt tot sancties.
o Openbare orde = Beschermen de maatschappij, bijvoorbeeld het verbod op stelen.
o Goede zeden: Beschermen morele waarden, zoals het verbod op openbare
dronkenschap.
o Ter bescherming van de zwakken = Beschermen kwetsbare groepen, zoals
huurders of werknemers.

- Aanvullend recht = Regels die gelden wanneer partijen geen afwijkende afspraken maken.
o Vb. Volgens de wet moet je pas betalen als je het goed hebt ontvangen, tenzij anders
afgesproken (zoals een voorschot bij het bestellen van een auto).
ALGEMENE NORMEN VS. INDIVIDUELE NORMEN
- Algemene normen = Van toepassing op iedereen die zich in eenzelfde situatie bevindt. (vb.
huurrecht, arbeidsrecht)
- Individuele normen = Toepasbaar op specifieke personen of groepen. (vb.
onschendbaarheid koning)
DOOR DE STAAT OPGELEGDE OF ONTVANGEN EN BEKRACHTIGDE NORMEN
Staat = Een entiteit die beschikt over een bevolking (inwoners), een grondgebied (gebied
waarover de staat gezag uitoefent) en een regering (gezagsinstantie die wetten uitvoert
en naleving afdwingt) die gezag uitoefent en die bovendien soeverein en onafhankelijk is.
- Wetgevende macht: maakt wetten
- Uitvoerende macht: voert wetten uit
- Rechterlijke macht: oordeelt over geschillen en past wetten toe

REGELS KUNNEN OP VERSCHILLENDE NIVEAUS UITGEVAARDIGD WORDEN: `
- Federaal niveau: Bevoegdheid voor heel België.
- Gewesten en gemeenschappen: Regelen specifieke bevoegdheden (zoals taal/economie).
- Provincies: Regionale bevoegdheden.
- Gemeenten: Lokale bevoegdheden (vb. gemeentebelastingen).

NORMEN ONTSTAAN DOOR RECHTSSUBJECTEN ZELF:

Gewoonterecht: Recht gebaseerd op:

- Herhaald gedrag: Het consistent toepassen van een bepaalde praktijk.
- Sanctie: Erkenning of afdwinging door een rechtsinstantie.

Rechtspraak: Rechters kunnen rechtsregels creëren via vonnissen of arresten, vooral bij
interpretatie van de wet.

2 INLEIDINGEN VAN HET RECHT
1 ALGEMEEN

,Het recht kent een grote verscheidenheid van regels. Elke rechtstak heeft ook een aantal eigen
principes. Een bewijs daarvan zijn onder meer de verschillende soorten rechtbanken die elk
hun specialiteit hebben. Een indeling van het objectief recht dringt zich dan ook op.
2 PRIVAAT – PUBLIEKRECHT
- Privaat recht = Richt zich op private belangen en regelt de verhouding tussen burgers
onderling.
o Burgerlijk recht (= Het 'gemeen' privaatrecht dat voor alle burgers geldt.)
 Personenrecht: Regelt de status en rechten van personen.
 Goederenrecht: Beheert de relaties tussen personen en goederen.
 Familierecht: Gaat over familiale relaties, zoals huwelijk en afstamming.
 Familiaal vermogensrecht: Regelt de verdeling van goederen binnen
families, zoals erfenissen.
 Verbintenissenrecht: Behandelt contracten en verplichtingen tussen
partijen.

o Internationaal privaatrecht (IPR): Regelt grensoverschrijdende gevallen en
bepaalt de bevoegdheid van de Belgische rechters en welk recht van toepassing is.

- Publiek recht = Richt zich op de algemene belangen Het regelt de inrichting, werking en
onderlinge verhoudingen van overheidsorganen. De relatie tussen de overheid en burgers,
waarbij het openbaar gezag centraal staat.
o Grondwettelijk recht: De basisregels van de staat en de rechten van burgers.
o Bestuursrecht (administratief recht): Regelt het functioneren van de overheid en
haar diensten.
o Onderwijsrecht: Richt zich op regelgeving binnen het onderwijs.
o Strafrecht:
 Materieel strafrecht: Bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn.
 Formeel strafprocesrecht: Regelt hoe strafrecht wordt toegepast in de
praktijk.
o Socialezekerheidsrecht: Zorgt voor collectieve verzekeringen en ondersteuning.
o Fiscaal recht: Behandelt belastingwetgeving.

- Gemengde rechtstakken = Sommige rechtstakken bevatten zowel private als publieke
elementen:
o Ondernemings- en economisch recht: Combinatie van commerciële regels en
publieke regulering.
o Vennootschapsrecht: Regelt zowel de interne werking van vennootschappen als de
publieke verplichtingen.
o Gerechtelijk recht: Combinatie van burgerlijk procesrecht en publiek toezicht op
het gerechtelijk apparaat.
o Sociaal recht:
 Arbeidsrecht: Private afspraken tussen werkgevers en werknemers.
 Socialezekerheidsrecht: Publieke regelingen voor sociale bescherming.

, o Burgerlijk procesrecht: Regelt de procedure voor de uitoefening van
privaatrechtelijke geschillen, maar onder toezicht van de rechterlijke macht.
3 SUPRANATIONAAL RECHT VS. NATIONAALRECHT
Internationaal publiekrecht (volkenrecht) regelt de verhoudingen tussen staten en andere
internationale rechtssubjecten, evenals de structuur en bevoegdheden van internationale
organisaties (bijv. verdragen, Europees recht).
Nationaal recht = rechtsregels die tot stand komen door federale overheid, gemeenschappen,
gewesten, provincies en gemeenten.

, 4 OBJECTIEF RECHT VS. SUBJECTIEF RECHT
Objectief recht = Het geheel van normen die de menselijke activiteiten reguleren, de
onderlinge verhouding tussen mensen regelen en de verhouding tussen mensen en de
gemeenschap bepalen.
Subjectief recht = De aanspraken die een persoon op grond van het objectieve recht tegenover
een ander kan doen gelden.
Rechtsmisbruik = Rechtsmisbruik doet zich voor wanneer iemand zijn subjectieve recht
uitoefent op een manier die duidelijk de grenzen van een normale en redelijke
rechtsuitoefening overschrijdt. Doel: het schaden van anderen.
o Sanctie
 Matiging van het recht: Het recht wordt beperkt tot een normaal gebruik.
 Schadevergoeding: Verplichting tot herstel van de schade die door het
misbruik is veroorzaakt.
o Proportionaliteitscriterium: Het hebben van een subjectief recht betekent niet dat
men dit recht onbeperkt mag gebruiken. De uitoefening van rechten moet redelijk
en proportioneel zijn in verhouding tot de situatie.


3 BRONNEN VAN HET RECHT
- Wetgeving sensu lato (materiële wet)
- Rechtspraak
- Rechtsleer
- Gewoonte
- Algemene rechtsbeginselen
 Alle bronnen van het recht, behalve de wetgeving sensu lato (materiële wet),
zijn gezaghebbende bronnen. Dit betekent dat ze invloed kunnen uitoefenen op het recht,
maar niet noodzakelijk verplicht zijn. Ze kunnen wel als richtlijn dienen, maar hoeven niet
altijd opgevolgd te worden.
1 INLEIDING
Materiële rechtsbronnen: verwijzen naar de inspiratiebronnen die de inhoud van de
rechtsregels bepalen. Het gaat hierbij om de factoren die invloed hebben op de vorming van
een rechtsregel.
- Uitwendige factoren
- Rationele en intellectuele factoren
- Gewoonten en gebruiken
- Juridische inspiratiebronnen
- De (ideologische) wil van de normvormers

Formele rechtsbronnen: we gaan op zoek naar de reden waarom sommige regels als
rechtsregels te beschouwen zijn. Het gaat over de vorm waaronder de norm zich aan de
rechtssubjecten voordoet, de diverse manieren waarop een rechtsregel ontstaat.
- Gewoonte
- Wet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dariodehenau. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.35
  • (0)
Add to cart
Added