Samenvatting literatuur van het vak openbare financiën aan de RUG. Dit is de voorgeschreven stof van week 6. Dit zijn H21 t/m 22 van het boek: 'Overheidsfinanciën, 17e druk'.
Loonheffing samenvatting
HOOFDSTUK 21 – DECENTRALE OVERHEDEN.....................................................................................1
21.1 INLEIDING...................................................................................................................................1
21.2 TAAKVERDELING TUSSEN BESTUURSLAGEN..........................................................................................1
21.2.1 ECONOMISCHE INVALSHOEK...........................................................................................................1
21.2.2 BESTUURSKUNDIGE INVALSHOEK.....................................................................................................1
21.2.3 STABILISATIEFUNCTIE.....................................................................................................................1
21.2.4 VERDELINGSFUNCTIE.....................................................................................................................1
21.2.5 COÖRDINATIEFUNCTIE...................................................................................................................1
21.2.6 ALLOCATIEFUNCTIE.......................................................................................................................2
21.3 CENTRALISATIE EN DECENTRALISATIE VAN TAKEN..................................................................................2
21.4 RUIMTELIJKE EXTERNE EFFECTEN......................................................................................................3
21.5 UITGAVEN..................................................................................................................................3
21.6 INKOMSTEN................................................................................................................................3
21.7 UITKERINGEN VAN HET RIJK............................................................................................................4
21.7.1 ALGEMENE UITKERING..................................................................................................................4
21.7.2 SPECIFIEKE UITKERINGEN...............................................................................................................4
21.8 EIGEN BELASTINGEN......................................................................................................................5
21.8.1 BETEKENIS VAN EIGEN BELASTINGEN................................................................................................5
21.8.2 GEMEENTELIJKE BELASTINGEN........................................................................................................5
21.8.3 PROVINCIALE BELASTINGEN............................................................................................................6
21.8.4 WATERSCHAPSBELASTINGEN...........................................................................................................6
21.9 BEGROTINGSSALDO.......................................................................................................................6
HOOFDSTUK 22 – EUROPESE UNIE.....................................................................................................7
22.1 INLEIDING...................................................................................................................................7
22.2 DOELSTELLINGEN EN INSTELLINGEN...................................................................................................7
22.2.1 DOELSTELLINGEN.........................................................................................................................7
22.2.2 BEVOEGDHEDEN..........................................................................................................................7
22.2.3 INSTRUMENTEN...........................................................................................................................7
22.2.4 INSTELLINGEN..............................................................................................................................7
22.3 BEGROTING.................................................................................................................................8
22.3.1 MEERJARIG FINANCIEEL KADER......................................................................................................8
22.3.2 UITGAVEN.................................................................................................................................. 9
22.3.3 STUWMEER.................................................................................................................................9
22.3.4 EUROPEES HERSTELFONDS..............................................................................................................9
22.3.5 HET SURE-PROGRAMMA..............................................................................................................9
22.3.6 INKOMSTEN................................................................................................................................ 9
22.3.7 NETTO BETALINGSPOSITIE............................................................................................................10
22.4 ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE...............................................................................................10
22.5 COÖRDINATIE VAN HET BEGROTINGSBELEID.......................................................................................11
22.5.1 VIER VERBODSBEPALINGEN...........................................................................................................11
22.5.2 NALEVING NORMEN VOOR SALDO EN SCHULD.................................................................................11
22.5.3 NAAR NIEUWE BEGROTINGSNORMEN.............................................................................................11
22.6 COÖRDINATIE VAN HET MACRO-ECONOMISCH BELEID..........................................................................12
22.7 EUROPEES SEMESTER...................................................................................................................12
, Hoofdstuk 21 – Decentrale overheden
21.1 Inleiding
Nederland is onderverdeeld in decentrale overheden, elke bestuurslaag heeft een eigen
taakverdeling. De decentrale overheden mogen hun beleid voor een groot deel zelf invullen.
Om hun beleid te vervullen moeten ze uitgaven doen welke gefinancierd moeten worden,
hiertoe hebben zij een eigen begroting nodig.
21.2 Taakverdeling tussen bestuurslagen
Economen en bestuurskundigen hebben bepaald welke bestuurslaag overheidstaken het
beste uit kan voeren, hierbij zijn de 4 economische functies van het overheid
doorslaggevend.
21.2.1 Economische invalshoek
De taakverdeling moet economisch gezien verdeeld worden op de wijze dat
overheidsactiviteiten het meeste ruimtelijke bereik hebben. Beleid dat plaatselijke belangen
dient kunnen dan het beste door gemeenten worden uitgevoerd, deze kleinere afstand tot
de burgers is vaak doelmatiger.
De centrale overheid zou niet in staat zijn om met de specifieke lokale omstandigheden
rekening te houden. De centrale overheid kan zich dus het best op nationale belangen
richten.
21.2.2 Bestuurskundige invalshoek
Bestuurskundig maak je op grond van het subsidiariteitsbeginsel overheidsbeleid op een zo
laag mogelijk bestuursniveau. Dit is staatsrechtelijk verankerd in de Grondwet, zo heeft de
gemeente autonomie op lokaal niveau. De centrale overheid kan gemeenten echter wel
verplichten mee te werken aan de uitvoering van en wet, hierbij mogen ze die wet wel naar
eigen inzicht toepassen, medebewind.
21.2.3 Stabilisatiefunctie
De centrale overheid kan de economie het beste stabiliseren, op nationaal niveau kunnen zij
beleid voeren die de productie en consumptie van burgers stuur. Op lokaal niveau zou dit
amper effect hebben omdat gemeentelijke uitgaven te laag zijn om de economie te sturen.
Het conjunctuurbeleid wordt dus aan de centrale overheid overgelaten. Economisch
structuurbeleid is aan decentrale overheden voorbehouden, zij bepalen waar
industrieterreinen etc. komen.
21.2.4 Verdelingsfunctie
De mobiliteit binnen het land zorgt ervoor dat gemeenten geen eigen inkomensbeleid
kunnen voeren. Dit zou ertoe leiden dat de gemeenten met de hoogste bijstandsuitkering
een stormloop aan mensen krijgt, voor hoge belastingen geldt dit vice versa.
De centrale overheid zet daarom hoofdlijnen van het inkomensbeleid uit, dit wordt daarna
door de decentrale overheden uitgevoerd, zij keren de bijstand uit. De gemeenten voeren
dus armoedebeleid uit, hierdoor kunnen er tussen gemeenten verschillen zitten waardoor
bijstandontvangers het in sommige gemeenten beter hebben.
21.2.5 Coördinatiefunctie
Overheidsbeleid wordt per definitie in de hogere bestuurslagen gecoördineerd, de hogere
bestuurslaag regelt de coördinatie voor de laag onder haar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larsroelfs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.