100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Politiek & actualiteit $8.23
Add to cart

Class notes

Samenvatting Politiek & actualiteit

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Notities van elke les + omschrijving examen!

Preview 4 out of 37  pages

  • December 20, 2024
  • 37
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Erik vandecasteele
  • All classes
avatar-seller
POLITIEK EN ACTUALITEIT

A. DE KENMERKEN VAN HET ANCIEN REGIME
Examen  open vragen + 4 termen (vb: Sami Mehdi = voorzitter CD&V  Christen democratisch en Vlaams) +
inzichtsvraag + mening

- vooraf: situering: ruimtelijk en tijdsindeling

RUIMTELIJK

o Eerste 3 lessen  algemene Europese geschiedenis
o Daarna voornamelijk Belgische geschiedenis
o Late middeleeuwen grote invloed op Europa
o Europa was de bakermat vr de westerse beschaving.
 Sociaaleconomisch ook belangrijke rol
 dmv veel kolonies.
 ook industrieel waren ze de top.



o VANDAAG: niet meer zo toonaangevend  moeten hun best doen want
veel uitdagingen & concurr. (US, CH,..)
o Op cultureel terrein (redelijk toonaangevend)
o Wetenschap, technologie & industrie  hinken achteruit op
andere werelddelen
o Achteruitgang kwaliteit onderwijs
o Klimaattransitie (US steekt voorbij)
o Productie elektrische auto’s….

TIJD

o Late middeleeuwen (12de/13de eeuw)
o Moderne tijden (+/- 1450 - 1648)  tijden zijn sterk moderniserend tov
late middeleeuwen
o Belangrijke doorbraken id wetenschap
 Vb; uitvinding boekdrukkunst
o 1648 = Europees vrede gesloten na de godsdienstoorlogen (tss
protestanten & katholieken)
o Vredesbestand = Europa onderverdeeld tss katholieke en
protestantse landen
 Overgangsperiode v oud regime nr hedendaagse tijd
 Oud regime = late middeleeuwen en moderne tijd
o Overgangsperiode = 1648 – 1789 (FRANSE REVOLUTIE)
o Franse revolutie = cesuur (kantelmoment)
o Verlichtingsdenken aanwezig tijdens overgangsperiode
o Basis vr liberale westerse democratie en rechtsstaat
o Industriële revolutie



o Hedendaagse periode (1789 - …
o Kan onderverdeeld worden, maar benoemen we niet specifiek (in
deze lessen)


1

,Opm: over tijd en ruimtelijke indeling  bepaalde wetenschappen en historici interpreteren
bepaalde tijden anders.

Vb; late middeleeuwen werden vroeger als negatieve periode gezien (geweld, ..) werden door
verlichtingsdenkers ‘the dark ages’ genoemd.

LATER: correctie  late middeleeuwen = pre moderne tijden (groot verschil in woordgebruik =
appreciatie lag anders) (late middeleewen = 1ste universiteiten werden opgericht + rijkdom steden
(handel drijven, ..))


1) DE GROTE AANWEZIGHEID VAN GEWELD:
1.1. Het criminele geweld.

Middeleeuwen = ‘the dark ages’

o Geweld = alledaags & normaal fenomeen (id middeleeuwen)
o 1ste vorm v geweld = crimineel geweld
 Moorden, diefstal, etc…

REDENEN:

o TALIO RECHT = oog om oog, tand om tand
 Mensen namen recht in eigen handen =
recht vd sterkste
 = ANARCHIE = wetteloosheid, wetten
tellen niet, men neemt het recht in
eigen handen
 Strafwetgeving was onvoldoende
ontwikkeld
- STRAFWETBOEKEN: onvoldoende ontwikkeld
(Strafwetboek; dit misdrijf = deze straf)
- RECHTSPRAAK  niet aanwezig
= voor rechter komen + recht op
verdediging

(Maken van wetten; beschermen zwakken i/d
samenleving)


o Er bestonden nog GEEN STATEN (zoals we die nu kennen)
o België, Nederland, Frankrijk,. Bestonden niet
o Europa = lappendeken van regionale gebieden
en steden
o NU; moderne staten hebben het monopolie v geweld.
 H politiediensten, leger, …
 Alleen zij kunnen gebruik maken v geweld.
Milities = bij wet verboden
(Alleen staat mag ‘geweld’ oprichten)

= staat kan dus met geweld wetten afdwingen
(vb; u mag niet vermoorden – dan grijpt staat
in via politiediensten)

o Er was geen georganiseerd geweld dus burger
‘grepen’ zelf in


2

, ACTUALITEIT:

Staten waar er geen georganiseerd geweld is  vb MEXICO:
drugskartels zij nemen macht over en eisen monopolie op
geweld = er heerst ANARCHIE (folteren, geweld op
willekeurige basis zonder dat staat nog kan ingrijpen 
zwakkeren zijn er de dupe van)

BELGIË  probleem met toepassing v rechtspraak

- Gerechtelijk apparaat werkt niet nr behoren
- Dossiers in rechtbanken staan onder water +
beschimmeld
- Gerechtelijk apparaat = niet gedigitaliseerd
- Te weinig rechters, te veel werk
- Overbevolking v/d gevangenissen = straffen w
n/ uitgevoerd.
-  Doordat budgetten vr justitie zijn
verwaarloosd.
- Er wordt meer en meer geweld gebruikt dr
jongeren




1.2. De onmenselijke folteringen.

Zeer gebruikelijk i/d late middeleeuwen

o Folteren
o Wnr mensen ondervraagd werden
 op vraag vd kerk en de staat
Vb; kritiek op de kerk = opgepakt en
ondervraagd dmv foltering

Inquisitie = diepgaand onderzoek dmv
foltering door de kerk (rechtbank vd rooms-
katholieke kerk)

 Het katholiek-religieuze geweld tegenover de heidenen of de "ongelovigen".

Zeer vaak voorkomend in die tijd, dag van vandaag nog steeds aanwezig

1.3. Het religieuze geweld tegenover de Joden:

 De complexe relatie tussen de Joden en de katholieken: het religieuze
antisemitisme.

o Verband tss beide religies
 Joden en Katholieken baseren zich op het oude testament  hebben
zelfde god
 Joden die op de vlucht zijn uit Egypte op zoek nr het beloofd land 
ISRAËL
 Vanaf dan conflicten tussen Joden en Palestijnen
 Meningsverschil tss joden en christenen vanaf periode van het
nieuwe testament

3

,  Nieuw testament = gaat over leven Jezus Christus
 Jezus wordt beschouwd als MESIAS dr christenen
(MESIAS = verlosser op aarde)

 Christenen hebben Joden altijd beschuldigd op moord
Jezus Christus.
 Joden werden beschuldigd v godsmoordenaars

ACTUALITEIT:
Katholieke kerk heeft dat in haar officiële leer
opgenomen tot 1960

o Joden werden vervloekt
 Op dat moment ontstaat een religieus
antisemitisme.
 Antisemitisme = Jodenhaat
  werd ondersteund door de toenmalige
koningen.

 Er werden discriminerende maatregelen tov joden
opgenomen in Katholieke concilie
o Concilie = bijeenkomst v kerkelijke leiders. (Paus,
priesters, bisschoppen, event wetenschappers) houdt zich
bezig met interpretatie en invulling v katholieke leer.
o Tijdens concilie in 1215
 Kerk heeft besloten tot nemen v
discriminerende maatregelen tov
joden.
 Joden mochten geen landbouwgrond bewerken.
(Want landbouwgrond werd toen vaak
ingezegend)
 Joden mochten niet studeren en toenmalige
universiteiten. (Toen allemaal katholiek)
 Geen openbare functies uitoefenen
 Verplicht om in bepaalde wijken te gaan wonen
(getto’s)
 Bepaald kentekens dragen




 De discriminerende maatregelen tegenover de Joden en de gevolgen daarvan: de
aanzetten tot haat en geweld.

(zie discriminerende maatregelen in vorige punt)

 Men maakt van die bevolkingsgroep een andere groep.
o Dmv het anders zijn te beklemtonen
 = polarisatie (verwijdering)
 Je creëert een wij/zij gevoel, je duwt een bevolkingsgroep
weg.
 Je gaat niet in dialoog
 Onbekend is onbemind.  je creëert een onbekende groep
 Geeft aanleiding tot haat (vaak voorafgaand aan racisme)


= discriminerende maatregelen had polarisatie tot het gevolg




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rhunehimpe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.23
  • (0)
Add to cart
Added