Aantekeningen colleges ontwikkelings- en onderwijspsychologie
3 views 0 purchase
Course
NVO Onderwijs En Ontwikkelingspsychologie
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Educational Psychology
Dit document bevat de aantekeningen van het vak ontwikkelings- en onderwijspsychologie van het studiejaar . Dit is een NVO-vak die wordt gegeven aan de SPO in Groningen. Ik heb de aantekeningen van het vak aangevuld met informatie uit het boek, zodat deze samenvatting je goed voorbereid op het tent...
Test Bank For Educational Psychology 14th Edition (Global Edition) By Anita Woolfolk, All Chapters 1-15 ||Complete A+ Guide
Aantekeningen colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie
2024-2025
Inhoud
Aantekeningen colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie ......................................................... 2
College 1: Hoofdstuk 1 en 2 ................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2: Cognitive developments ............................................................................................ 8
College 2: Hoofdstuk 3 en 4 ............................................................................................................... 13
Hoofdstuk 4: Learner differences and learning needs .................................................................. 18
College 3: Hoofdstuk 5 en 6 ............................................................................................................... 25
Hoofdstuk 6: Culture and diversity ................................................................................................ 29
College 4: Hoofdstuk 7 en 8 ............................................................................................................... 34
Hoofdstuk 8: Cognitive views of learning ...................................................................................... 39
College 5: Hoofdstuk 9 en 10 ............................................................................................................. 46
Hoofdstuk 10: Constructivism and designing learning environments ........................................... 52
College 6: Hoofdstuk 11 en 12........................................................................................................... 58
Hoofdstuk 12: Motivation in learning and teaching ...................................................................... 63
,Aantekeningen colleges Ontwikkelings- en onderwijspsychologie
College 1: Hoofdstuk 1 en 2
Hoofdstuk 1: Learning, teaching and educational psychology
Inhoud hoofdstuk 1
- Terminologie
- Wat maakt een goede leraar?
- Onderzoeksdesigns
Onderwijspsychologie
- Onderzoek naar leren en lesgeven
- Verbeteren van onderwijsbeleid en onderwijspraktijk
- Focus van onderzoek:
* Jaren ’40 en ’50: Individuele verschillen, testen en leergedrag
* Jaren ’60 en ’70: Cognitieve ontwikkeling en leren
* Recent: Invloed van culturele en sociale factoren op leren en ontwikkelen
Een goede leerkracht heeft sense of efficacy (zelf-effectiviteit)
- Teachers’s sense of efficacy: de overtuiging van een leraar dat hij of zij zelfs de moeilijkste leerlingen
kan bereiken en hen kan helpen leren
- Hoge mate van efficacy: werken harder, zijn tevreden, minder grote kans op burn-out
- De mate van efficacy is hoger als er op de scholen ook hogere verwachtingen worden gesteld aan
studenten en leerkrachten
- De mate van self-efficacy is hoger als leerkrachten zich gesteund voelen door het management
Kwaliteit van de relatie met de leerling
1. Sensitiviteit voor de behoeften van de leerling
2. Frequente en consistente feedback
3. Reflectief vermogen
4. Aanpassen instructie en toetsing
- De relaties zijn vooral sterk voor kinderen die een academisch risico hebben, voor oudere kinderen
en voor kinderen met veel gedragsproblemen.
Or is it just common sense?
- Stel: je bent docent en je leerlingen zijn zelfstandig aan het werk. Op welk moment ga je als
leerkracht lager presterende leerlingen hulp aanbieden?
- Common sense antwoord: Leraren zouden vaak hulp moeten aanbieden. Deze leerlingen met
minder goede prestaties weten immers niet wanneer ze hulp nodig hebben of schamen zich om hulp
te vragen.
- Antwoord gebaseerd op onderzoek: Als de leraar hulp biedt voordat de leerlingen erom vragen, is
de kans groter dat de leerling en anderen die toekijken, concluderen dat de leerling die hulp kreeg,
niet de capaciteiten heeft om te slagen. De leerling zal mislukkingen eerder toeschrijven aan gebrek
aan capaciteiten dan aan gebrek aan inspanning, dus de motivatie lijdt eronder.
- In veel gevallen klinken de principes die onderwijspsychologen hebben opgesteld - na veel
nadenken, tijd en geld te hebben gestoken in onderzoek - pathetisch duidelijk. Mensen zijn geneigd
te zeggen, en zeggen dat meestal ook, 'iedereen weet dat'!
1. Beschrijvend (descriptive) onderzoek
- Onderzoeken waarbij gedetailleerde informatie over specifieke situaties wordt verzameld, vaak met
behulp van observaties, enquêtes, interviews, opnames of een combinatie van deze methoden.
- Doel: gebeurtenissen in een bepaalde situatie beschrijven
- Middel: correlationeel onderzoek
(1). Correlationeel onderzoek
- Correlatie: een getal dat de sterkte en de richting van een relatie tussen twee gebeurtenissen of
metingen weergeeft
- Correlatie is een getal tussen de -1.00 en +1.00
- Hoe dichter de correlatiecoëfficiënt (aangegeven als r) bij 1 is, hoe sterker de relatie
- Hoe sterk is de relatie tussen x en y?
- Correlatie geeft verband aan en geen causaliteit (let op derde variabelen)
Positieve en negatieve correlatie
- Een positieve correlatie geeft aan dat de twee factoren samen toenemen of afnemen. Naarmate de
ene groter wordt, neemt de andere ook toe. Gewicht en gezondheid zijn positief gecorreleerd omdat
een groter gewicht vaak geassocieerd wordt met een grotere lengte.
- Een negatieve correlatie betekent dat een toename in de ene factor ook gerelateerd is aan een
afname in de andere, bijvoorbeeld: hoe minder u betaalt voor een theater- of concertkaartje, hoe
groter uw afstand tot het podium.
, Correlatie ≠ causaal verband
- Correlaties bewijzen geen oorzaak en gevolg. Bijvoorbeeld,
gewicht en lengte zijn gecorreleerd, maar aankomen zorgt er
uiteraard niet voor dat je langer wordt. Als je weet wat
iemands gewicht is, kun je een algemene voorspelling doen
over de lengte van die persoon.
- Wanneer onderzoek aantoont dat aangelegde gazons en
schoolprestaties gecorreleerd zijn, toont het geen causaliteit.
Gemeenschapswelvaart, een derde variabele, kan de oorzaak zijn van zowel schoolprestaties als
aangelegde gazons.
Drie voorwaardes voor causaal verband
1. A gaat in tijd vooraf aan B (oorzaak gaat vooraf aan het gevolg)
2. Waarneembare samenhang
3! Er is geen derde variabele die beide verklaart
2. Experimenteel onderzoek
- Onderzoeksmethode waarbij variabelen worden gemanipuleerd en de effecten worden vastgelegd
- Doel: onderzoeken naar oorzaken en gevolgen (wel causaliteit)
- Het vergelijken van groepen: controlegroep en experimentele groep
- Experimenteel onderzoek = random indeling van participanten
- Quasi-experimenteel onderzoek = participanten behoren al tot een bepaalde groep/ze zijn niet
random ingedeeld in een groep
2. Experimenteel onderzoek: is een onderzoek statistisch significant?
- Als een resultaat statistisch significant is, is de kans op toeval onwaarschijnlijk
- De kans (p van probability) op het resultaat is dan kleiner of gelijk aan 5 procent, p = ≤ .05
2. Experimenteel onderzoek: ABAB design
- Wordt gebruikt om vast te stellen of een interventie of
therapie een verandering teweeg kan brengen
- A = Baseline, B = interventie
- Het doel van ABAB-ontwerpen is om de effecten van
een therapie, lesmethode of andere interventie te
bepalen door eerst de deelnemers gedurende een basisperiode (baseline period) (A) te observeren
en het gedrag van interesse te beoordelen; vervolgens een interventie te proberen (B) en de
resultaten te noteren; vervolgens de interventie te verwijderen en terug te gaan naar de
basisomstandigheden (A); en ten slotte de interventie opnieuw in te stellen (B). Deze vorm van
ontwerp kan helpen een oorzaak-gevolgrelatie vast te stellen.
Experimenteel onderzoek: Klinische interviews
- Jean Piaget was de pionier van het klinische interview om het denken van kinderen te begrijpen
- Het klinisch interview gebruikt open vragen om antwoorden te onderzoeken en antwoorden op te
volgen. Vragen gaan waar de antwoorden van het kind naartoe leiden.
- Voorbeeld: Wat is een leugen?
Experimenteel onderzoek: Case studies
- Intensieve studie van één persoon of één situatie
- Voorbeeld boek: bestuderen van zeer bekwame mensen om te proberen te begrijpen welke
factoren de ontwikkeling van uitzonderlijk talent ondersteunden
- Voorbeeld Genie: Wat zijn de gevolgen van opgroeien in isolatie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shanna123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.77. You're not tied to anything after your purchase.