Samenvattingen van het boek Educational psychology (14e druk)
14 views 1 purchase
Course
NVO Onderwijs En Ontwikkelingspsychologie
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Educational Psychology
In deze samenvatting zijn alle samenvattingen van de hoofdstukken 1 t/m 12 van het boek Educational psychology (14e druk) vertaald naar het Nederlands.
Hoofdstuk 1 – Learning, Teaching, and educational psychology
Leren en onderwijzen vandaag de dag (pp. 32-36)
Hoe zien klaslokalen er vandaag de dag uit? Ongeveer 25% van de Amerikaanse kinderen onder de
18 jaar leeft in immigrantenfamilies, het is waarschijnlijk dat tegen 2060 bijna 20% van de
Amerikaanse bevolking in het buitenland geboren zal zijn, en mensen van Spaanse afkomst zullen
bijna 30% van die bevolking uitmaken Tegen 2044 zal er geen meerderheidsras of etnische groep
meer zijn in de Verenigde Staten, elke Amerikaan zal lid zijn van een minderheidsgroep. Ongeveer
22% van de Amerikaanse kinderen leeft momenteel in armoede. Meer dan de helft van de
schoolgaande leerlingen met een beperking krijgt het grootste deel van hun onderwijs in algemene
onderwijsklassen. Hoewel leerlingen in klaslokalen steeds diverser worden qua ras, etniciteit, taal en
economisch niveau, zijn leraren veel minder divers: het percentage blanke leraren neemt toe, terwijl
het percentage zwarte leraren daalt. Dit boek gaat over het begrijpen van de complexe processen
van ontwikkeling, leren, motivatie, lesgeven en beoordelen, zodat u een capabele en zelfverzekerde
leraar kunt worden met een hoog maar authentiek gevoel van effectiviteit.
Wat zijn NCLB en ESSA? De No Child Left Behind Act (NCLB) van 2002 vereiste uitgebreide
gestandaardiseerde prestatietests in lezen en wiskunde in de klassen 3 tot en met 8 (en nogmaals op
de middelbare school) en in wetenschap eenmaal in elke groep: basisschool, middelbare school en
middelbare school. De wet vereiste ook dat alle leerlingen op de scholen aan het einde van het
schooljaar 2013-2014 de volledige bekwaamheid in deze vakken bereikten; dat gebeurde niet.
Grotendeels omdat er grote straffen waren voor scholen die geen adequate jaarlijkse vooruitgang
(AYP) boekten richting volledige bekwaamheid, volgden er een aantal negatieve gevolgen in het
kielzog van de tests - spieken, lesgeven voor de test, het beperken van het curriculum tot een paar
vakken, het uit de klas jagen van leraren. In 2015 ondertekende president Barack Obama de Every
Student Succeeds Act (ESSA) die NCLB verving en de meeste controle teruggaf aan de staten. Er wordt
nog steeds getest in dezelfde klassen en vakken, maar staten en lokale scholen bepalen wanneer en
hoe er wordt getest en hoe er wordt ingegrepen in de slechtst presterende scholen. ESSA
ondersteunt ook meer toegang tot vroegschoolse educatie en de oprichting van lerarenopleidingen
buiten hogescholen en universiteiten.
Welk bewijs is er dat leraren een verschil maken? Verschillende onderzoeken spreken over de macht
van leraren in het leven van leerlingen. Het eerste onderzoek vond dat de kwaliteit van de leraar-
leerlingrelatie in de kleuterschool verschillende aspecten van schoolsucces voorspelde tot en met de
achtste klas. Het tweede onderzoek vond vergelijkbare resultaten voor leerlingen van de
kleuterschool tot en met de vijfde klas, een bevinding die werd bevestigd door bijna 100 leerlingen in
landen over de hele wereld. Het derde onderzoek onderzocht de wiskundeprestaties van leerlingen in
twee grote schooldistricten toen ze door de derde, vierde en vijfde klas gingen. Opnieuw maakte de
kwaliteit van de leraar een verschil: leerlingen die drie goede leraren op rij hadden, hadden een
enorme voorsprong op klasgenoten die 1 of meer jaar met minder goede leraren hadden
doorgebracht. In een onderzoek dat kinderen van groep 3 tot en met 5 volgde, hielpen twee factoren
kinderen met lagere vaardigheden in wiskunde de kloof in prestaties te dichten: instructie op hoger
niveau (niet alleen basisvaardigheden) en positieve relaties met leraren. Soortgelijke bevindingen
voor beginnende leraren
,Wat is goed lesgeven? (pp. 37-41)
Goede leraren zijn toegewijd aan hun studenten. Ze moeten omgaan met een breed scala aan
vaardigheden en uitdagingen van studenten: verschillende talen, verschillende thuissituaties en
verschillende vaardigheden en beperkingen. Ze moeten instructie en beoordeling aanpassen aan de
behoeften van studenten. De hele tijd dat deze experts door het academische materiaal navigeren,
zorgen ze ook voor de emotionele behoeften van hun studenten, ondersteunen ze het afnemende
zelfvertrouwen en moedigen ze verantwoordelijkheidsgevoel aan. Vanaf de eerste dag van de les
plannen en onderwijzen ze zorgvuldig de basisprocedures voor leven en leren in hun klassen.
Wat zijn enkele op onderzoek gebaseerde modellen van effectief lesgeven? Charlotte Danielson
beschrijft een Framework for Teaching, dat 22 componenten heeft die zijn georganiseerd in vier
domeinen of gebieden van lesverantwoordelijkheid: Planning en voorbereiding, klasomgeving,
instructie en professionele verantwoordelijkheden. Dit framework is de basis voor een veelgebruikt
systeem voor de evaluatie van leraren. Teaching Works, een nationaal project aan de Universiteit van
Michigan en gewijd aan het verbeteren van de lespraktijk, heeft 19 high-leverage lespraktijken
geïdentificeerd, gedefinieerd als acties die centraal staan in het lesgeven en nuttig zijn voor de
meeste leerjaren, academische vakken en lessituaties. Tot slot lanceerde de Bill and Melinda Gates
Foundation het Measures of Teaching Effectiveness (MET) Project, een onderzoekssamenwerking
tussen 3.000 leraren en onderzoeksteams bij tientallen instellingen, dat een driedelig systeem heeft
geïdentificeerd voor het evalueren van goed lesgeven dat winst op staatsexamens (gewogen op
ongeveer 33% tot 50%), percepties van leraren door studenten en klasobservaties omvat met behulp
van het Danielson Framework for Teaching. De laatste twee vormen 66% tot 50% van de weging in de
evaluaties.
Wat zijn de zorgen van beginnende leraren? Leren lesgeven is een geleidelijk proces. De zorgen en
problemen van leraren veranderen naarmate ze groeien in hun kunnen. Tijdens de beginjaren is de
aandacht meestal gericht op het handhaven van discipline, het motiveren van studenten, het
tegemoetkomen aan verschillen tussen studenten, het evalueren van het werk van studenten, het
omgaan met ouders en het omgaan met andere leraren. Zelfs met deze zorgen brengen veel
beginnende leraren creativiteit en energie in hun lesgeven en verbeteren ze elk jaar. De meer ervaren
leraar kan doorgaan naar zorgen over professionele groei en effectiviteit bij het lesgeven aan een
breed scala aan studenten.
De rol van onderwijspsychologie (pp. 42-52)
Wat is onderwijspsychologie? Onderwijspsychologie is gekoppeld aan lesgeven sinds het meer dan
een eeuw geleden in de Verenigde Staten begon. De doelen van onderwijspsychologie zijn om de
leer- en wachtprocessen te begrijpen en te verbeteren. Onderwijspsychologen ontwikkelen kennis en
methoden, ze gebruiken ook de kennis en methoden van psychologie en andere verwante disciplines
om leren en lesgeven in alledaagse situaties te bestuderen. Onderwijspsychologen onderzoeken wat
er gebeurt als iemand/iets (leraar of ouder of computer) iets leert (wiskunde of weven of dansen) aan
iemand anders (student of collega of team) in een bepaalde setting (klaslokaal of theater of gym)
,Wat zijn de onderzoeksmethoden in de onderwijspsychologie? Correlatiemethoden identificeren
relaties en maken voorspellingen mogelijk. Een correlatie is een getal dat zowel de sterkte als de
richting van een relatie tussen twee gebeurtenissen of metingen aangeeft. Hoe dichter de correlatie
bij +1,00 of -1,00 ligt, hoe sterker de relatie. Experimentele studies stellen onderzoekers in staat om
oorzaken te detecteren, niet alleen voorspellingen te doen. Experimentele studies moeten docenten
helpen om nuttige veranderingen door te voeren. In plaats van alleen een bestaande situatie te
observeren en te beschrijven, introduceren de onderzoekers veranderingen en noteren ze de
resultaten. Quasi-experimentele studies voldoen aan de meeste criteria voor echte experimenten,
met als belangrijke uitzondering dat de deelnemers niet willekeurig aan groepen worden
toegewezen. In plaats daarvan nemen bestaande groepen zoals klassen of scholen deel aan de
experimenten. In ABAB-experimentele ontwerpen onderzoeken onderzoekers de effecten van
behandelingen op een of meer personen, vaak door een baseline/interventie/-baseline/-interventie-
benadering te gebruiken. Klinische interviews, casestudies en etnografieën kijken gedetailleerd naar
de ervaringen van een paar individuen of groepen. Als deelnemers in de loop van de tijd worden
bestudeerd, wordt het onderzoek longitudinaal genoemd. Als onderzoekers cognitieve processen
intensief bestuderen te midden van verandering terwijl de verandering daadwerkelijk plaatsvindt -
gedurende meerdere sessies of weken, dan is het onderzoek microgenetisch. Ongeacht welke
methode wordt gebruikt, worden resultaten van het onderzoek gebruikt om theorieën verder te
ontwikkelen en te verbeteren, zodat er nog betere hypothesen en vragen kunnen worden ontwikkeld
om toekomstig onderzoek te begeleiden.
Wat is het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek? Er is een algemeen onderscheid
tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Dit zijn grote categorieën en, zoals veel categorieën,
een beetje vaag aan de randen. Kwalitatieve methoden zoals case studies en etnografieën gebruiken
woorden, dialogen, gebeurtenissen, thema's en afbeeldingen als data. Het doel is om specifieke
situaties of mensen diepgaand te onderzoeken en de betekenis van de gebeurtenissen voor de
betrokken mensen te begrijpen om hun verhaal te kunnen vertellen. Kwantitatief onderzoek gebruikt
getallen, metingen en statistieken om niveaus of groottes van relaties tussen variabelen of verschillen
tussen groepen te beoordelen - correlatief en experimenteel onderzoek zijn voorbeelden.
Verschillende soorten onderzoek kunnen verschillende vragen beantwoorden. Tegenwoordig
gebruiken veel onderzoekers gemengde methoden om vragen zowel breed als diepgaand te
bestuderen. Er zijn drie basismanieren om methoden te combineren. Ten eerste verzamelt een
onderzoeker tegelijkertijd kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, waarna hij de gegevens
samenvoegt en integreert in de analyses. Ten tweede verzamelt de onderzoeker eerst kwantitatieve
gegevens, bijvoorbeeld uit enquêtes of observatie-instrumenten, en voert vervolgens diepgaande
kwalitatieve interviews uit met geselecteerde deelnemers.
Vaak is het doel hier om oorzaken te verklaren of te zoeken. Ten slotte kan de volgorde worden
omgedraaid: de onderzoeker voert eerst interviews of casestudies uit om onderzoeksvragen te
identificeren en verzamelt vervolgens kwantitatieve gegevens op basis van de kwalitatieve
bevindingen. Hier kan het doel zijn om een situatie diepgaand te onderzoeken.
Wetenschappelijk gebaseerd onderzoek, dat meer in overeenstemming is met kwantitatief
onderzoek, maakt systematisch gebruik van observaties of experimenten om geldige en betrouwbare
gegevens te verzamelen; omvat rigoureuze en geschikte procedures voor het verzamelen en
analyseren van de gegevens; is duidelijk beschreven zodat het door anderen kan worden herhaald;
en is rigoureus beoordeeld door geschikte, onafhankelijke experts. Op bewijs gebaseerde praktijken,
het soort dat moet worden gebruikt om in te grijpen in falende scholen onder de ESSA-wet, zijn
gebaseerd op resultaten van systematisch, rigoureus onderzoek. Wanneer leraren of scholen
, systematische observaties doen of methoden testen om het lesgeven en leren voor hun studenten te
verbeteren, voeren ze actieonderzoek uit.
Maak onderscheid tussen principes en theorieën. Een principe is een vastgestelde relatie tussen
twee of meer factoren - tussen een bepaalde onderwijsstrategie bijvoorbeeld en de prestaties van
studenten. Een theorie is een onderling verbonden set concepten die wordt gebruikt om een
hoeveelheid gegevens te verklaren en voorspellingen te doen. De principes uit onderzoek bieden een
aantal mogelijke antwoorden op specifieke problemen en de theorieën bieden perspectieven voor
het analyseren van bijna elke situatie die zich kan voordoen. Onderzoek is een voortdurende cyclus
die bestaat uit het duidelijk specificeren van hypothesen of vragen op basis van goede theorie, het
systematisch verzamelen en analyseren van gegevens, het interpreteren en analyseren van de
verzamelde gegevens met behulp van geschikte methoden om de vragen te beantwoorden, het
aanpassen en verbeteren van verklarende theorieën op basis van de resultaten en het formuleren
van nieuwe, betere vragen op basis van de verbeterde theorieën.
Welke sleutelfactoren ondersteunen het leren van studenten? Een synthese van ongeveer 150
onderzoeken naar het leren van studenten vond twee brede categorieën van invloed: persoonlijke
factoren van studenten en school- en sociaal-contextuele factoren. Toen ik dit artikel las, was ik blij
om te zien dat mijn favoriete onderwerp, onderwijspsychologie, een basis biedt voor het ontwikkelen
van kennis en vaardigheden op vrijwel elk gebied behalve leiderschap van schoolhoofden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shanna123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.
