Les 5 – 3. OBSTRUCTIEVE LONGZIEKTEN x 4. NEOPLASIE 09/10/2024
246. Diagnose stellen obv de spirometrie. Bij mensen met COPD: chronisch niet meer in staat
om volledige uitademing uit te voeren. Expiratie einde drukt op luchtwegen maar die
worden hier dichtgeduwd bij COPDpt. Als je niet voledig uitademt, ga je lucht opstapelen in
de longen waardoor je op een hoger niveau je teugvolume stijgt = statische hyperinflatie.
Nl: we gaan fysiologisch hyperventileren als je een inspanning doet.
Bij COPD: TV neemt toe maar in stressomstandigheden, dus tijd voor expiratie daalt zie je
dat ze gaan botsen tegen reserve capaciteit = dynamische hyperinflatie.
247. Difussiecapaciteit. Test met edele gassen: meten hoe efficiënt zuurstof via de lucht
wordt opgenomen in het bloed. Belangrijk verschil met astma!!
248. Zie je klinisch, die hyperinflatie, maar ook op beeldvorming: diafragma verlaagd +
toename afstand tussen ribben.
249. CT – gaten: cystische destructie = opgevulde zones met lucht ten gevolge van
beschadiging van alveolen bemoeilijkt functie van nog werkend longweefsel
250. Bepaalde bact kweken vanuit respiratoir staal. Toch bij sommige pt ook naast
neutrofielen ook eosinofiele en dat gaat dan gepaard met meer risico op exacerbaties
(astmatische component?) overwegen behandeling met inhalatiesteroïden.
251. astma lijkt er het meest op maar daar is de leeftijd een goede parameter om
onderscheid te gaan maken: COPD niet onder 40j!
252. Nodig om behandeling te sturen. Eerste is de BODE-index. Geeft ook een idee van de
mortaliteit. Kans op longtransplantatie: BODE 7-10.
253. GOLD indeling: horizontaal obv het feit of de pt exacerbaties doet of niet per jaar?.
Verticaal obv maat van ernst van klachten dat dan obv mMRC of CAT. mMRC 2 = ‘Als u met
leeftijdsgenoten gaat stappen kan u dan mee of moet je dan vragen om te vertragen?’
254.
255. Meest belangrijke interventie: grootste effect geeft op mortaliteit is zonder enige twijfel
rookstop. Fletcher curve: verloop minder stijl zelfs als zolaat nog stopt met roken.
256. Makkelijker gezegd dan gedaan, roken is een verslaving. Hulp kan geboden worden, er
zijn rookstopbegeleiders ‘tabakologen’ (psychologen en verpleegsters maar ook artsen met
een wettelijk erkenning na een opleiding). Winst na stoppen met roken blijft beperkt tot 30-
40%, is pover, je moet er dus vanuit gaan dat pt wss gaan blijven roken.
257. Inzetten op het voorkomen van die exacerbaties: vaccinaties. RSV: we zijn beperkt door
de beschikbaarheid van deze vaccins + niet terugbetaald en is 200€.
, 258. - Stimuleren van de activiteit winst te halen door pt te mobiliseren: advies geven
(bvb ‘schaf hond aan en ga er elke dag mee wandelen’), pulmonale revalidatie (traject met
kine) afname exacerbaties en verbetering levenskwaliteit.
- O2 bij pt met ernstig COPD, je hebt draagbare zuurstofconcentratoren.
- Soms uitzichtloze, palliatieve situatie.
259.
1. Standaardbehandeling via inhalatie (‘puffers) (belang van goede inhalatietechniek!)
2. combinatie nood- en onderhouds- medicatie: rescue/reliever - controller
3. bronchodilatatie medicatie in onderhoud is belangrijker dan anti-inflammatoire medicatie
- anticholinergica zijn iets efficiënter dan beta2agonisten – ‘eerste keus’
- combinatie van langwerkende anticholinergica met langwerkende beta2agonisten werkt
synergistisch
- (cortico)steroïden (via inhalatie) (ICS) zijn bij COP geen standaardtherapie maar
aangewezen in specifieke situaties (frequente exacerbaties, bestegen bloedeosinofilie)
- itt astma mag bij COPD bronchodilaterende therapie (langwerkende anticholinergica en/of
beta2agonisten en/of snelwerkende bronchodilatantiea) wel als monotherapie worden
gegeven
4. bijkomende indicatie voor ‘immunomodulerende therapie met azithromycine of
roflumilast in de preventie van COPD exacerbaties
5. nog onvoldoende evidentie voor andere/nieuwe behandelopties bij COPD (zoals
biologische therapie)
261. duovent
262.
263.
264. in 1 inhalatie, samen innemen
265. bij pt die geen exacerbaties doen is er weinig effect van anti-inflammatoire medicatie
Maar pt met exacerbaties of bloed eosinofilie of ook concomittant astma doen is er wel
daling mortaliteit
266. makkelijker voor de pt
267. macrolide lang aanwezig in luchtwegen en doen neutrofielen sneller in apoptose gaan.
Geen AB effect maar immunomodulerend effect. Gedoseerd in onderhoudshoeveelheid –
owv langdurig effect 3x per week.
268. In belgië niet beschikbaar owv kostprijs. Anti-inflammatoir + bronchodilaterend effect.
269. statines in kader van CV risico, zeker aangeraden.
Vaker Vit D tekort gepaard met verhoogde morbiditeit.
270. zoeken naar ziektestabiliteit
271.
272.
273.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefaniemartens33. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.