100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theoretische criminologie & victimologie - volledig $10.72
Add to cart

Summary

Samenvatting Theoretische criminologie & victimologie - volledig

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een volledige samenvatting van het vak Theoretische criminologie & victimologie van professor Christiaens. De samenvatting bevat alle te kennen leerstof van het examen.

Preview 4 out of 67  pages

  • December 21, 2024
  • 67
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Theoretische criminologie &
victimologie
Samenvatting




Denken als criminoloog
Criminologie ≠ denken over criminaliteit/bestraffing (→ afstand te maken met wetenschap)

Historisch perspectief:
● Criminaliteit en bestraffing doorheen tijd = deel v geschiedenis vd menselijke
samenleving
● Criminologisch wetenschappelijk denken (= criminologie) is NIET van alle tijden,
denken over criminaliteit en bestraffing wel
● Wetenschap én Wetenschappelijk denken kent ook ontstaansgeschiedenis



“Popular” ⇔ “academic” criminologisch denken
- Popular criminology (Rafter & Brown) ≠ wetenschap, fascinatie in crime, mensen
hebben eigen meningen (‘Criminology goes to the movies’)
- Academic criminology = wel wetenschap



1

,H2: Is criminologie een wetenschap,
en welke?
1. Wat is wetenschap?
a) Wetenschap = zoekend waarnemen
➔ ‘Zoekend’, dus selectieprincipe (want je focust je aandacht)
◆ Zoeklicht theorie (Popper): je gaat selecteren/afbakenen/isoleren waarop je
focust → dus bepaalde dingen zien we niet
◆ Ook tunnelperspectief = focus op ‘iets’, afhankelijk vd vraag
➔ Wetenschap heeft hierdoor altijd selectieve focus
◆ = enerzijds sterkte: specifiek te werk gaan, afbakening
◆ = anderzijds zwakte: oogkleppen
➔ Vraagstelling bepaalt waar onderzoeker naar kijkt (geeft afbakening, maar ook
oogkleppen)
➔ Waarnemen is geen evidentie



Klassieke (positivistische) visie op wetenschap:

1) Drie premissen (⇔ model “natuurwetenschapper”):
a) Orde en rationaliteit veronderstellen ⇔ wetmatigheden
b) Mens is enig kennend wezen (dieren, planten kennen wereld niet)
c) Scheiding tussen subject/waarnemer en object/waargenomene (als
onderzoeker afstand nemen van object (=moeilijk))

2) Wetenschapper actief op zoek ➔ waarnemingen doen (feiten)
● Wetenschapper ondervraagt de natuur ‘zoals rechter getuige ondervraagd'
● ↳ Door: systematische/gerichte vraagstelling & methode (relevantie)

3) Wetenschapper plaatst zich buiten gebeuren (subject / object scheiding)
↳ afstand nemen, niet betrokken raken

4) Controle & toetsing
● Procedure en tests om onderzoek te controleren/toetsen/reproduceren
● Intersubjectiviteit: iets is niet enkel subjectief (persoonlijk), maar wordt door
meerdere mensen als hetzelfde ervaren/begrepen → gemeensch. begrip
● Falsificatieprincipe (Popper): wetenschappel. kennis blijft hypothese totdat
deze weerlegd wordt (theorie die niet kan w weerlegd = onwetenschappelijk)



Positivisme 19de eeuw
↳ enige waaraan men zich mag onderwerpen zijn feiten

b) Wetenschap (kennisproductie) = praktijk van handelen die kennis, inzicht, … produceert
en wordt gekenmerkt door:
2

, a) Alle waarnemingen onvoorwaardelijk meenemen
b) Logica = ordening
c) Classificatie = “labelling”
(≠ Kwalificatie (gerechtelijke context): waarbij gedragingen misdrijven worden)
d) Ordening van classificaties ➜ begrippen op geplakt (patronen in classificaties)
e) Van particuliere naar algemene én terug (onderzoekers geïnteresseerd in algemene
verhaal)
f) Beweringen controleerbaar voor/door anderen = toetsbaar



Wetenschappelijke kennis (in positivisme)
= abstracte kennis die op systematische, objectieve en logische wijze verkregen en getoetst
werd of toetsbaar is, en die zo een precies mogelijk omschreven deel vd werkelijkheid
verklaart of tracht te verklaren

Kenmerken wetenschappelijk handelen:
1) Voortbouwen op bestaande kennis
2) Vragende problematiserende houding tav onderzoeksobject = Systematisch stellen
van (juiste) vragen
● Verklaren ⇔ Begrijpen (wat is bedoeling vd vraag?)
3) Systematisch stellen van handelingen als oplossingsprocedure voor gestelde vragen
(hoe/methode)
4) Twijfel, consensus, controverse (constant): falsificatie ⇔ stand vd kennis ?



4 normatieve principes voor wetenschappelijk handelen (Robert Merton):
↳ bedoeling wetenschap = getoetste (robuuste/harde) kennis verkrijgen
1) Communalisme = dingen onderzoeken in belang vh common good/gemeenschap
2) Universalisme = geproduceerde kennis is universeel (maar is eig niet altijd zo)
3) Belangeloosheid = wetenschapper moet neutraal, geen onderzoek uit eigen belang
4) Georganiseerde scepsis = sceptische vragen stellen over onderzoek → toetsbaar

⇨ Wetenschap is constant in beweging, door toetsing/falsificatie/op de proefstelling
➔ Wetensch kennis dus nooit definitief bewezen, dus nooit voor eens en altijd “waar”



Kritische bedenkingen bij klassieke visie
a) Experiment:
● Geen labo’s → geen klinische onderzoeken → bewijzen hebben weinig kracht
en robuustheid
b) Object vh onderzoek:
● is ook subject, want we herkennen onszelf in object
● recalcitrante object: denkt wat die wil, kunnen we niet controleren
c) Buiten het lab:
● oncontroleerbaarheid vd “wereld”
● oncontroleerbaarheid v sociale wezens (denken/doen wat ze willen)
⇨ Hierdoor pluralisme en diversiteit van wetensch praktijken (versch manieren v doen)


3

, ↳ Wel 2 generische kenmerken of constraints (leidraad vh handelen):
1) “Objectiteit” (B.Latour): bestudeerde object niet manipuleren, respecteren, niets
zeggen dat object niet valideert, geen woorden in de mond leggen
2) Collectief karakter of op-de-proefstelling: wetenschapper positioneert zich tav
anderen, is deel vh landschap



De criminologische verbeelding
= reflectie/manier om na te denken over wetenschappelijk criminologisch denken
- over probleem van tunneldenken in criminologie ("onderzoeksobject is iets specifieks
dat apart staat, criminaliteit is dat wat op consensus manier in strafrechtelijke regels
werd vastgelegd" = problematisch in 1e deel cursus)
- men gaat er niet meer vanuit dat er consensus is over n&w en over onderzoeksobj
- we komen van criminologie die fundamenteel meedoet aan “othering”/“wij-zij denken”

Loïc Wacquant: “door tunnelvisie v crim en bestraffing als apart onderzoeksobj beschouwen
draagt criminologie bij aan herbevestigen v idee dat crim iets is dat op zich staat en
legitimeert daarmee de maatsch aanpak (bestraffing)”

↪ In ontwikkeling vh criminologisch denken zien we problemen:
● Probleem van consensus (als uitgangspositie)
● Probleem van tunneldenken (aanvaarden dat object gedefinieerd door SR definities)
● Probleem van positivisme en individualisme (beschouwen crim als geïndividualiseerd
probleem, niet sociologisch)
⇨ Kritische criminologie opent mogelijkheid vr andere criminologie (afstappen vd 3 punten)

Begrip voorgesteld door Wright Mills (1959)
Sociologische verbeelding = link kunnen maken tussen individu en maatschappij
↳ ons (wetensch/sociologen) bewustzijn vh verband/relatie tussen persoonlijk ervaring en
bredere/algemenere samenleving (leven v mensen maakt deel uit v collectieve dynamieken)
Bedoeling Soc Verb:
- “To situate human biography in history and in social structure” (link micro en macro)
- Om innerlijke leven van menselijke actoren te verbinden met historische en sociale
setting waarin ze zich bevinden op bepaald moment in tijd
- Sociologie moet leven van individuen linken aan structuren van macht en ideologie
en de historische periode waarin ze leven

↗ Aan ene kant: personal troubles of milieu
➢ ‘Troubles’: binnen individu zelf (als biografische entiteit), komen tot uiting binnen soc
setting waarin persoonlijke ervaringen plaatsvinden
↘ ⇔ public issues of social structure
➢ ‘Issues’: spelen zich af op hoger niveau van historische instituten en historische
organisatie vd sml (die vormgeven aan sml)
⇨ sociologische verbeelding richt zich op linken van private aan publieke + persoonlijke
ervaringen te interpreteren in functie vd soc structuur waarin deze vervat zit




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterre50. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72
  • (0)
Add to cart
Added