Dit document is een volledige samenvatting van de kenmerkende aspecten (wat ze inhouden), en de 4 historische contexten uitgelegd (inclusief de jaartallen die je moet kennen en leiders)
Tijdvak 1: jagers en boeren tot 3000v christus (prehistorie)
KA 1: de levenswijze van jagers en verzamelaars
Bronnen: ze hadden schrift nog niet uitgevonden dus waren er alleen ongeschreven bronnen,
die primair waren (uit de tijd zelf en uit eerste hand)
Middel van bestaan: Jagen en verzamelen, jagen voor vlees en huid en botten voor wapens
bvb
Politiek: Kleine nomadische groepen die weer weg trokken als het eten op een bepaalde
plek op was, geen georganiseerd bestuur want niet nodig in zo een kleine groep
Sociaal: weinig sociale verschillen, maar wel strict verschil dat vrouwen verzamelen en
mannen jagen
KA 2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Neolithische Revolutie=landbouwrevolutie in de vruchtbare halve maan
Agrarisch is landbouw
Vruchtbare halve maan: is een gebied met veel zoet water rivieren, planten en dieren
waardoor er voedsel in overvloed was. Mensen hoeften dus bijna niet meer rond te trekken
Akkerbouw: zelf planten van zaden, ipv verzamelen zelf planten
Veeteelt: later gingen ze ipv de dieren jagen ze temmen om eten te verbouwen, en meer eten
te kunnen krijgen
Als de boeren landbouw goed konden, dan kwam er voedseloverschot en konden de groepen
groeien, hieruit ontstonden dus de landbouwsamenlevingen
Sociaale verhoudingen:
- Sedentaire revolutie: mensen kregen een vaste woonplaats
- er kwamen meer sociale verschillen, wie meer heeft staat hoger in aanzien. Dus een
boer met veel eten was beter dan een waarbij de oogst mislukt. (dus status verschillen
en sociale ongelijkheid)
Historie: het schrift ontstaat omdat boeren bvb hun voorraad noteren dus spreken we vanaf
nu van historie ipv prehistorie.
KA 3: Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Nieuwe uitvindingen, veeteelt en akkerbouw---> voedseloverschot-----> groei van
dorpen-----> mensen konden andere dingen gaan doen dan landbouw, ontstaan ambacht en
nijverheid (dingen maken met de hand) ---> ontstaan handel
Door de groei van dorpen en handel konden er steden ontstaan. soms steden met stenen
huizen en stadsmuren
Soms overstroomde de rivieren, als het water dan weer wegtrok was de grond heel
vruchtbaar, en ze vingen veel water op waardoor ze verder van de rivier kanalen konden
maken en dus hun land konden uitbreiden (irigratie landbouw)
Eerste steden(dichtbij grote rivieren): Mesopotamië
Middelen van bestaan: landbouw, ambacht en handel
Bestuur: word bestuurd door de koning met behulp van priesters
Steden groeide tot rijken en er kwamen stadsstaten met een eigen bestuur en regels
Sociaal: sociale verschillen en een hierarchische samenleving adhv sociale klasse.
van onder naar boven
,slaven----boeren----ambachtslieden---priesters---koning
Cultuur: ontstaan van polytheïstische godsdienst, veel rituelen en uitvindingen, uitvinding
schrift
Eerste steden: Egypte
Middelen van bestaan: landbouw, ambacht en handel
Politiek: veel kleinere steden, die werden bestuurd door priesters en koningen.
Later worden de steden heel groot en vormt er een boven en onder egypte, na een oorlog
wint de ‘bovenegypte’ en vormt er een natiestaat, onder leiding van Farao’s. De leider wou er
dan ook voor zorgen dat iedereen zich egyptenaar voelde, iedereen had dus ook dezelfde
regels
Sociaal: hiërarchische samenleving
Cultuur: polytischitsye godsdienst (soms poging tot monotheistisch) rituelen en uitvindingen
(hiërogliefenschrift)
Tijdvak 2: grieken en romeinen (oudheid) 3000v chr - 500 n chr
KA 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de griekse stadstaat
Stadstaat(polis): gebied met vaste grenzen en eigen bestuur, en daarom heen ligt platteland,
waren redelijk klein qua opp en inwoners vergeleken steden van nu.
- autarkisch= zelfvoorzienend probeerde zoveel mogelijk uit hun eigen stad te halen, zo
niet? dan handelde ze soms met andere stadstaten
- autonoom= eigen bestuur en eigen regels
- andere steden om hun heen waren kolonien (kleine stadjes die de griekse normen
overnamen maar niet in griekenland wonen)
Soorten staatsvormen:
1. monarchie: macht ligt legitiem bij 1 persoon
2. tyrannie: macht ligt niet legitiem bij 1 persoon
3. Aristocratie: regering van adel
4. oligarchie: macht in handen van mensen die niet perse van adel zijn
5. democratie: regering door de bevolking met burgerrecht
Athene was de eerste democratie, en daar mochten mensen met burgerrechten mee doen in
die democratie. (alleen mannen die in Athene geboren waren, geen slaven en vrouwen)
Ze dachten veel na over wat de beste vormvan politiek is,geneeskunde, natuurwetenschap
etc. vooral filosofen. Filosofen proberen de wereld te verklaren op een rationele manier. Dus
niet voor alles naar god wijzen maar met eigen verstand nadenken ---> begin wetenschap
(opdoen van kennis op basis van experimenten, waarneming en gebruik van het verstand en
moeilijke vragen antwoorden)
Ostracisme/schervengericht: het stemmen van de mannen op iemand die ze vinden dat
teveel macht heeft die moest dan 10 jaar athene verlaten. Dit laat zien dat ze nadachten over
de positie en macht van de burgers en de democratie
presentiegeld: geld dat je krijgt als je deelneemt aan de verkiezingen, door geld te geven voor
aanwezigheid ( zo zorg je voor eerlijke en gelijkere verkiezingen, want niet alleen de rijke
stemmen)
,De griekse samenleving begon zich steeds meer te verspreiden, maar werden uiteindelijk
veroverd door de macedoniërs (Alexander de Grote).
Hellenisme: De verspreiding van de griekse cultuur naar het oosten vanaf de tijd vann
Alexander de Grote
KA 5: De klassieke vormentaal van de grieks-romeinse cultuur
grieks-romeins= klassieke cultuur (iets met blijvende waarde en waardering)
Met hun vormentaal wouden ze bepaalde boodschappen overbrengen:
Griekse Architectuur:
Zuilen
- Dorische stijl: strakke lijnen/simpele versiering
- ionische stijl: smaller/meer versiering (vaak een krul)
- Korinthische stijl: veel versiering vooral bladeren
Griekse Beeldhouwkunst:
- drie dimensionaal
- anatomisch correct
- goden en heersers vaak naakt afgebeeld
- geperfectioneerd ( ideaal beeld weergeven)
Romeinen keken op naar de grieken en namen dus ook veel over, ze namen dus veel over
vann de griekse cultuur maar creerde hieruit ook steeds meer hun eigen cultuur
Romeinse beldhouwkunst:
- drie dimensionaal
- anatomisch correct
- gekleed
- realistischer, niet een perfect strak lijf maar rimpels bvb
Romeinse architectuur:
- mengeling van griekse zuilstijlen
- uitvinging van beton dus bood veel meer mogelijkheden (groter en beter)
- te herkennen aan vaak gebruik van bogen en koepels
KA 6: De groei van het romeins imperium waardoor de grieks-romeinse
cultuur zich in europa verspreidde
Bestuur kan je in drie periodes opdelen:
1. koningstijd: Rome is een kleine stadstaat met een koninng aan het hoofd (monarchie)
2. republiek: Koning word afgezet, om te voorkomen dat er nog iemand misbruik zou
maken van zijn macht kwam er een republiek waar mensen verschillende functies
hadden. (machtsverdeling) belangerijkste functies: consul=opperbevelgever van het
leger & senaat=adel/normale burgers
Consuls vochten alleen meer om zelf meer macht te rkijgen dan echt voor de
republiek
3. keizertijd: Door meerdere burgeroorlogen komt er een keizer genaamd Augustsus. De
keizer heeft de macht in handen, consuls en senaat zijn er nogsteeds maar weinig
macht
, Groei van het romeinse rijk was enorm, en werd een imperium:
oorzaken:
- sterk en gedisiplineerd leger (door af te kijken bij de grieken, konden ze veekl
technieken gebruiken)
- goed verdedigbare grenzen (door bvb muren of rivieren)
- goede infrastructuur (goed voor contact, opstanden tegenhouden) en goed voor
handelaren want makkelijk van plek A naar B
- goed bestuur: iedereen had dezelfde regels
Veroverde vorsten komen bijna niet in opstand want behielden hun macht en kregenn
romeins burgerschap erbij (houd in dat je niet zomaar veroordeeld kan worden toegang hebt
tot goede functies)
Romanisering: dit zorgt er voor dat een heel groot deel andere volken de romeinse cultuur
overneemt (veel mensen keken er tegen op en wouden erbij horen
De romeinen nemen griekenland in en nemen heel veel over van hun cultuur, dus krijgen zij
een grieks-romeinse cultuur en omdat de romeinen zoveel veroveren word het hele romeins
imperium de grieks-romeinse cultuur.
KA 7: De conforntatie tussen de Grieks-romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur van Noordwest Europa.
Romeinen verslaan de bataven (germanen) voor een klein deel, maar het lukt ze niet echt dus
komt er een duidelijke grens tussen germanen en romeinen
Germanen: volkeren ten noorden van de rijn
Romeinen
- argrarischurbaan
- goed georganiseerd imperium (iedereen dezelfde regels en leider, was 1 groot rijk)
- Romeinen kijken neer op de germanen, ze vinden hun barbaren en onbeschaafd maar
wel dapper en sterk
-
Germanen:
- agrarisch
- losse stammen
- Germanen keken een beetje op naar de romeinen en namen veel van de romeinen ook
wel over
Onderlinge contacten
- ze handelde wel veel met elkaars spullen(vooral bij de grenzen)
- zaten ook wel germanen in het romeinse leger want de romeinen vonden de
germanen wel sterk en dapper
- germanen begonnen te verhuizen naar het romeinse rijk want meer stabiliteit en
kansen
Grote groepen germanen vallen het imperium binnen en pluderen de boel
Want?
- goede landbouwgrond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silkeaschuit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.