Samenvatting van het boek Ontwikkelingspsychologie - Feldman H1 t/m 16 (hele boek). Dit is een onderdeel van de kennistoets 1001 dag en verder voor de opleiding Pedagogiek aan de HAN.
hoofdstuk 1
een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1 een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
- ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar groei, verandering
en stabiliteit van conceptie tot ouderdom.
1.1.1 de reikwijdte van het vakgebied
onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is te verdelen in 4 centrale thema’s;
1. fysieke ontwikkeling
2. cognitieve ontwikkeling
3. sociale ontwikkeling
4. persoonlijkheidsontwikkeling
ontwikkelingspsychologen die zich richten op fysieke ontwikkeling kijken naar de invloed van
het lichaam op ons gedrag.
- fysieke ontwikkeling = ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van
het lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de
behoefte aan eten, drinken en slaap.
ontwikkelingspsychologen die zich richten op cognitieve ontwikkeling kijken naar hoe het
gedrag van mensen wordt beïnvloed door groei en veranderingen in hun intellectuele
vermogens.
- cognitieve ontwikkeling = ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop
het gedrag van mensen wordt beïnvloedt door groei en verandering in de
eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
ontwikkelingspsychologen die zich richten op sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling kijken
naar de manier waarop de interacties van mensen en hun sociale relaties in de loop van hun
leven groeien, veranderen en stabiel blijven. en er wordt gekeken naar de stabiliteit en
verandering in de eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
- sociale en persoonlijkheidsontwikkeling = ontwikkeling die betrekking heeft op
sociale relaties en interacties met anderen en op duurzame eigenschappen die de
ene persoon van de andere onderscheiden.
kinderen en jongeren worden verdeeld in leeftijdsgroepen;
1. prenatale periode → periode van conceptie tot geboorte.
2. baby- en peutertijd → van geboorte tot 3 jaar.
3. kleutertijd → van 3 tot 6 jaar.
4. schooltijd → van 6 tot 12 jaar.
5. adolescentie → van 12 tot 20 jaar.
,sociale constructie = een idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is, maar
afhangt van de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment.
omdat de grens tussen twee perioden gebaseerd is op een biologische verandering, kan de
leeftijd waarop een kind de adolescentie bereikt per persoon verschillen.
de ene mens is sneller volgroeid dan de ander, dit kan komen door omgevingsfactoren. het
is belangrijk om te beseffen dat ontwikkelingspsychologen het qua leeftijden altijd hebben
over gemiddelden, omdat niet ieder persoon op dezelfde leeftijd een bepaalde mijlpaal in zijn
of haar leven bereikt. hoe ouder kinderen worden, hoe duidelijker de onderlinge diversiteit
wordt. dit komt omdat hoe ouder het kind wordt, hoe meer de omgevingsfactoren een rol
gaan spelen waardoor er meer variatie en individuele verschillen ontstaan.
1.1.2 de invloed van cohorten op ontwikkeling; ontwikkelen in een sociale wereld.
ieder mens behoort tot een specifieke cohort.
- cohort is een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren.
lidmaatschap van een cohort onderwerpt mensen aan invloeden die betrekking hebben op
historische gebeurtenissen, leeftijdsgebonden gebeurtenissen, socio culturele
gebeurtenissen en niet-normatieve gebeurtenissen.
normatieve invloeden op de ontwikkeling
mensen die tot een bepaalde cohort behoren, zijn onderhevig aan bepaalde normatieve
gebeurtenissen. normatieve gebeurtenissen kunnen biologisch, sociaal of cultureel zijn.
- normatieve gebeurtenissen zijn gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen
binnen een groep op dezelfde manier voltrekt.
, cohorteffecten treden op als gevolg van normatieve, historisch bepaalde invloeden.dit zijn
biologische invloeden en omgevingsinvloeden die verbonden zijn aan een specifiek
historisch moment.
leeftijdsgebonden invloeden zijn biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk
zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien.
ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve invloeden.
- normatieve invloeden zijn invloeden die leiden tot conformiteit, omdat mensen de
gevolgen van afwijkend gedrag vreest.
niet-normatieve gebeurtenissen zijn van invloed op de ontwikkeling. dit zijn specifieke
gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een specifiek persoon op een tijdstip dat
zulke gebeurtenissen de meeste andere mensen niet overkomen.
1.2 kinderen; verleden, heden en toekomst
1.2.1 vroege denkbeelden over kinderen
babybiografieën
babybiografieën waren geschriften waarin ouders probeerde de groei van hun kinderen bij
te houden. dit deden ze door fysieke en taalkundige mijlpalen van het kind vast te leggen.
1.2.2 de twintigste eeuw; ontwikkelingspsychologie als discipline
de wetenschappers die de basis van de ontwikkelingspsychologie legden, hadden een
gemeenschappelijk doel. ze wilde de aard van groei, verandering en stabiliteit tijdens de
kindertijd en adolescentie op een wetenschappelijke manier bestuderen.
1.2.3 vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
continue verandering versus discontinue verandering
- continue verandering = geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit die van de vorige niveaus.
- discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt,
en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in
eerdere stadia.
Kwantitatief = wordt meer (ontwikkeling is kwantitatief)
Kwalitatief = wordt verbeterd
kritieke en gevoelige perioden; de invloed van de omgeving
- kritieke periode = een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste gevolgen kan hebben.
er is sprake van kritieke perioden wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten
omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling
aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolgen heeft.
- plasticiteit = de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke
structuur kan worden gewijzigd.
- gevoelige periode = een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een
organisme, waarin dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die
betrekking hebben op een bepaald facet van de ontwikkeling.
in de kritieke periode kunnen er permanente en onomkeerbare gevolgen ontstaan wanneer
een individu in ontwikkeling bepaalde invloeden mist. in de gevoelige periode hoeven de
consequenties niet altijd permanent te zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingenpedagogiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.