Samenvatting Inleiding Preventie & Interventie - Gezondheidsbevordering en leefstijl (2024/2025)
5 views 0 purchase
Course
Inleiding Preventie & Interventie (L.24193)
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Gezondheidsbevordering en leefstijl
Samenvatting Inleiding Preventie & Interventie voor de opleiding Toegepaste Psychologie (2024/2025). De volgende toetsstof is in de samenvatting verwerkt;
- H1 tot en met H12 - Lemmers en De Greeff (2022).
- H1 tot en met H3 - Dierx et al (2022).
- H1 - Bannink.
- H11 - Streur-Kranenburg (20...
Preventie en Interventie
H1 Gezondheidsbevordering en Leefstijl
Ziekte: schadelijke somatische / psychische aandoening → organisme functioneert
minder goed. Chronische ziekten: er is geen uitzicht op volledig herstel.
Perspectieven om een ziekte / aandoening te benaderen:
Pathogenese: inzicht in ontstaan-ontwikkeling-verloop van aandoening / ziekte. Hoe
groter de pathogenese, hoe beter de preventie van de ziekte.
Salutogenese: wat houdt mensen gezond, wat bevordert de gezondheid. Bevordert regie
over eigen gezondheid, eigenwaarde → bevordert beleving van een goede
gezondheid.
Health Field (Lalonde, 1974): factoren voor ontwikkeling van een goede gezondheid:
- Gezondheidszorgsysteem: hoe toegankelijk is het.
- Biologische factoren: erfelijkheid en geslacht.
- Leefstijl: houding, kennis en gedrag.
- Omgeving: fysiek en sociaal.
Gezondheid bevorderen →
- Risicofactoren en ongezond gedrag aanpakken (pathogenese).
- Gezonde omgeving en gedrag stimuleren (salutogenese).
WHO-definitie van gezondheid: gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk,
geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekten of andere
lichamelijke gebreken (1948).
→ Positieve Gezondheid (Huber, 2005): vermogen zich aan te passen en eigen regie te
voeren, in fysieke, emotionele en sociale uitdagingen. Geeft iemand meer autonomie en
regie over eigen leven en gezondheid, ‘hoe gaat het met mij, en wat vind ik ervan?’
↓
Spinnenwebmodel:
- Lichaamsfuncties: bewegen, klachten, pijn, fitheid en slapen.
- Mentaal welbevinden: onthouden, communiceren en vrolijk zijn.
- Zingeving: levenslust, dankbaarheid en accepteren.
- Kwaliteit van leven: genieten, gelukkig zijn, (voldoende) geld, manier van wonen.
- Meedoen: erbij horen, sociale contacten, steun van anderen.
- Dagelijks functioneren: voor jezelf zorgen, je grenzen kennen en omgaan met geld of tijd.
Breuklijnen onderscheiden verschillende fasen in de levensloop. Critical life events:
belangrijke gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de gezondheid:
- Normatieve critical life events: bijbaan, studeren/werken en relaties (universeel).
- Niet-normatieve critical life events: verhuizen en overlijden van dierbaren (persoonlijk).
Gezond opgroeien: ouders zijn verantwoordelijk voor de gezondheid van het kind en maken
rationele besluiten wanneer het kind dit zelf niet kan (zwangerschap - kindertijd - puberteit).
,Gezond blijven: hedonisme: loskomen van de ouders → meer risicogedrag (alcohol,
drugs) → als mensen gaan settelen, lost dit vaak weer op. Werk is een
belangrijke factor voor gezondheid (biedt sociale contacten, zingeving, trots).
Combinatie van werk-zorgtaken (gezinsleven, scheiding) → kan leiden tot
overbelasting.
Gezond ouder worden: grote vergrijzing (grote druk voor ‘gezond blijvers’ → steeds
ouder worden, gaat gepaard met meer ongezonde levensjaren → veel isolement,
eenzaamheid.
Epidemiologie: bestudeert gezondheidssituatie in een populatie → voorkomen
verspreiding van ziektes: Staat van Volksgezondheid en Zorg → geeft cijfermatig
beeld van:
*Levensverwachting daalde in 2020 (Covid-19).
*Levensverwachting in goede gezondheid, steeg minder dan de totale
levensverwachting →
er zijn meer ongezonde jaren bij gekomen.
*Hogeropgeleiden hebben 15 meer gezonde levensjaren.
- Morbiditeit: aantal mensen dat in periode ziek wordt.
- Mortaliteit: aantal sterfgevallen in een periode.
- Prevalentie: aantal gevallen van een aandoening op een specifiek moment.
- Incidentie: aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid en aantal van bevolking.
Goede volksgezondheid → goede welvaart:
- Gezonde mensen hebben minder ziekteverzuim.
- Gezonde mensen gaan langer naar school → hoger opgeleiden trekken
buitenlandse
investeringen aan.
Welvaartsziekten: kanker, diabetes type-2, hart en vaatziekten, stress en overgewicht:
- Automatisering & technologie → bewegingsarmoede.
- Meer vrije tijd → meer alcohol, tabak, drugsgebruik.
- Ongezonde omgeving → meer fijnstof, stank, geluidsoverlast.
- Genotmiddelen toegankelijker → meer verslavingen.
Ziektelast: stijging van welvaartsziekten in de samenleving → DALY’s: aantal DALY’s
= aantal verloren levensjaren van een populatie door ziekte.
Obesogene omgeving: inname van calorierijk en energierijk voedsel wordt
makkelijk en aantrekkelijk gemaakt → fastfoodketens.
Health literacy: basiskennis die je nodig hebt om gezond te kunnen leven (hoe goed kun je
de juiste informatie uit bronnen filteren, bijvoorbeeld sociale media).
DSM-5-TR: classificaties voor alle bekende psychische stoornissen, waarmee wordt
bepaald of iemand een stoornis heeft (behandeling wordt vergoed). Verruiming
van classificaties → meer mensen komen in aanmerking voor vergoeding van
psychische zorg.
Geschiedenis van gezondheid:
- Gezondheid werd verklaard door goden (buiten lichaam).
→ Gezondheid werd gezocht in eigen lichaam (Hippocrates).
→ God bepaalde de gezondheid (geloofsovertuiging).
→ Ontdekking anatomie en geest.
→ Ontdekking epidemiologie → aanleg riool → betere hygiëne.
→ Gezondheid werd beheersbaar door toename kennis.
Delayed-degeneratieve ziekten: welvaart → mens wordt ouder → tot uiting komen
van nieuwe ziekten, die we eerder niet hadden omdat we niet zo oud werden
(dementie, kanker).
Sense of Coherence SoC (Antonovsky): factoren voor veerkrachtige gezondheid:
- Comprehensibility: begrijpelijkheid.
- Manageability: kunnen omgaan met moeilijkheden.
- Meaningfulness: zingeving.
SoC beter ontwikkeld, als er goede general resistance resources (GRR’s) aanwezig zijn:
Cognitieve-, emotionele-, lichamelijke vaardigheden & interpersoonlijke relaties.
E-health: inzetten van technologie ter ondersteuning/verbetering van de gezondheidszorg.
Ecologische benadering: besteed meer aandacht aan preventie dan aan behandeling.
Blue zones: plekken op aarde waar mensen heel oud worden zonder complicaties.
Preventie en Interventie
, H2 Gezondheidsbevordering en Leefstijl
Determinanten: factoren die de gezondheid causaal beïnvloeden (positief/negatief).
- Endogene determinanten: binnen het lichaam; genetische aanleg voor aandoeningen.
- Exogene determinanten: buiten het lichaam; gedrag, leefstijl, invloeden uit omgeving.
Determinanten van onbewust gedrag: honger, dorst, impulsen, primaire reacties op stimuli
en gewoonten.
Determinanten van bewust gedrag: intentie, kennis, attitude, perceptie en eigen-effectiviteit.
*35% van nieuwe kanker gevallen → door slechte leefstijl.
*Hart- en vaatziekten → door persoonsgebonden factoren en leefstijl.
*Diabetes type-2 → overgewicht: ontwikkeling vetweefsel in buikstreek.
*Covid-19 → bij chronische aandoeningen (hart-, nier, longziekten, roken) →
ontstekingen → immuunsysteem vermindert werking → vaccinaties minder
effectief (veel hoesten → rokers verspreiden covid sneller).
*Autoritatieve opvoedingsstijl is bevorderend voor gezonde ontwikkeling van kinderen.
Kinderen die thuis leren drinken (met de beste bedoelingen), drinken buitenshuis
eerder, meer dan kinderen die thuis niet mogen drinken → 2006: campagne
alcoholopvoeding geïntroduceerd → 2014: alcoholgrens van 16 naar 18 →
alcoholgebruik onder jongeren sterk vermindert.
Beschikbaarheid alcohol belangrijke determinant voor ongezondheid:
Retail-availability: beschikbaarheid via commerciële aanbieders (supermarkten).
- Paracommerciële horeca: waar altijd alcohol gedronken kan worden (sportkantine).
Social-availability: beschikbaarheid via sociale systeem (vrienden).
Perceptie van beschikbaarheid: idee dat product heel beschikbaar is →
verhoogt/normaliseert gebruik.
Lage sociale klasse, veelal het gevoel van ‘overleven’ → aandacht niet naar
gezond leven:
↑ Overgewicht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukelijzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.52. You're not tied to anything after your purchase.