100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fiscaal recht UHasselt (15/20) $13.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Fiscaal recht UHasselt (15/20)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik verkoop mijn samenvatting fiscaal recht, die ik in mijn 3de bachelor aan de UHasselt gebruikt heb om 15/20 te halen. Bij verdere vragen kan je een berichtje sturen

Preview 4 out of 54  pages

  • December 22, 2024
  • 54
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Fiscaal recht
HB: dik groen boek fiscaal
CU: boek leuven
HC1 Algemene beginselen van fiscaal recht
Het begrip ‘belasting’ (HB p. 2 e.v.)
• Definitie (HB p. 2-3)
o Betaling eenzijdig opgelegd door de overheid
o Om de overheid in haar algemene uitgaven te voorzien
o Zonder onmiddellijk aanwijsbare tegenprestatie
• Functies (HB p. 9-13)
o Financiële functie
o Economische functie
o Regulerende/sociale functie (herverdelingsbeleid) (HB p. 2-3)
o Instrumentalisme – tax nudging bv. milieubelastingen
• Zijn bv. geen belastingen: strafrechtelijke boete, schenkingen aan de overheid, opbrengsten uit verkoop,
inkomsten uit museum, retributies en sociale zekerheidsbijdragen (= parafiscaliteit) (HB p. 4 e.v.)

HB p. 5-9
• Retributie
o Vergoeding voor de overheid voor het verstrekken van diensten
o Geïndividualiseerde tegenprestatie – redelijke verhouding tussen de kostprijs of de waarde van de
geleverde dienst en het bedrag dat de genieter van de dienst betaalt
o Monopoliepositie (of exclusief toegewezen aan een privéonderneming)
o Dient niet om de overheid te voorzien in haar algemene uitgaven
o Art. 10, 11 en 173 van de Grondwet
o Geen enkele boete kan worden opgelegd
o Geschil NIET voor de fiscale kamer Rechtbank van eerste aanleg
• Parafiscaliteit = sociale bijdragen
o RSZ, opbrengst niet in de Rijksmiddelenbegroting
o Specifieke bestemming (niet voor algemene uitgaven van de staat)

Belastingheffende instanties (HB p. 13-15)
• Europees niveau (supranationaal: bv. BTW, …)
• De Staat (federaal)
• De Gemeenschappen en Gewesten (regionaal)
• De provincies en gemeenten (lokaal)

• ! Onderscheid wetgever en bestuur
• ! Personenbelasting: overheveling (deels) van het federale naar het regionale niveau (zgn. Vlinderakkoord) =
Grondwet + Bijzondere Financieringswet + WIB92
• ! De dienst van alle gewestbelastingen in Vlaanderen door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) ipv de
Federale Overheidsdienst Financiën
• ! Ook fiscale internationale en EU-normen van toepassing

Grondwettelijke fiscale beginselen (HB p. 15 e.v.)
• Fiscaal legaliteitsbeginsel (HB p. 15-39) (art. 170 j° 172 lid 2 Gw.)
o Art. 170 Gw.: Geen belasting kan worden ingevoerd dan door een ‘wet’ (democratisch verkozen
orgaan) = No taxation without representation = Wet, Decreet, Ordonantie of reglement gemeenteraad
o Art. 172 GW: het verlenen van voorrechten is verboden + niet toegestaan een vrijstelling of
vermindering vd belasting toe te staan dan door een wet.

o Onderscheid essentiële elementen en uitvoering: gevolgen van het legaliteitsbeginsel voor de fiscale
administratie
 Essentiële elementen: Belastbaar feit, tarief, vrijstellingen, …



1

, o Invoering van belastingen: 1) vaststelling belastingsubject, belastbare materie en heffingsgrondslag, 2)
vaststelling tarief of aanslagvoet, 3) vaststelling vrijstellingen en verminderingen
o Uitzondering: bijzondere machtenwetten
o Morele neutraliteit van de fiscale wet
o De federale fiscale administratie = de fiscus = FOD Financiën (7 algemene administraties, Dienst
Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken, Fiscale Bemiddelingsdienst, Hoge Raad van Financiën,
waarnemingspost voor de gewestelijke fiscaliteit) (HB p. 89-92)
o Federale Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken (HB p. 85-89) (www.ruling.be) =
“Rulingdienst” (1 januari 2005):
 Wat? Rulingdienst stelt in een “voorafgaande beslissing in fiscale zaken” vast hoe de fiscale wet
zal worden toegepast in een bijzondere situatie die fiscaal nog geen uitwerking heeft gehad =
bindend voor de gehele FOD Financiën (inclusief controleurs)
 Waarom? Rechtszekerheid en compliance
 Wie? Door de FOD Financiën aan elke belastingplichtige
 Wanneer? Aflevering ruling voorafgaand aan het invullen van de fiscale aangifte
 Waarover? Niet als fiscaal geschil, niet over invordering of vervolging, over tarief, bewijs, …
 Duurtijd? In de regel 5 jaar, korter of langer
 Procedure? Eerst prefiling, daarna filing
 Publicatie? Anonieme samenvatting op www.fisconetplus.be

• Eénjarigheidsbeginsel (HB p. 39-41)
o Art. 171 Gw.
o Eénjarigheid van de Rijksmiddelenbegroting (RMB)/ soms aparte Financiewet (art. 174 Gw.)
o Idem andere belastingheffende instanties
o Rekenhof (HB p. 92-93)
o Ontstaan van de belastingschuld:
 1) belastbaar feit
 2) belastingwet
 3) Wet houdende de RMB
 4) vestiging aanslag
o Verschil met art. 360 WIB92 – gevolgen voor aangifte, aftrek beroepskosten, gelding overeenkomst, …

• Fiscaal gelijkheidsbeginsel (HB p. 41-45)
o Art. 172 GW: het verlenen van voorrechten is verboden + niet toegestaan een vrijstelling of
vermindering vd belasting toe te staan dan door een wet => Gelijkheid voor de belastingwet
o Invoer van belastingwetgeving
o Relatie met fiscaal legaliteitsbeginsel!! (supra)
o Belangrijke rol voor het Grondwettelijk Hof: verschil in behandeling is mogelijk, indien criterium van
onderscheid objectief en redelijk verantwoordbaar is (verhouding middel/doel) obv. art. 10 en 11 GW

• Eigendomsrecht
o Art. 16 van de Grondwet (samen gelezen met art. 1 EP EVRM)
o Belastingen en eigendomsbeperking

• Rol Grondwettelijk Hof, Raad van State (afd. BestuursRS) en gewone rechter (HB p. 34-37, 82-85)
o GwH: schorst of vernietigt wetten, decreten of ordonnanties of beantwoordt hierover prejudiciële
vragen + toetst aan de Grondwet (art. 170 en 172 GW!) en de bevoegdheidsverdelende regels
o RvSt, afd. BestuursRS: schorst of vernietigt algemene fiscale besluiten of reglementen (bv. gemeentelijk
belastingreglement over taks op GSM-masten) – géén individuele fiscale beslissingen!
o Fiscale kamer Rb 1A: behandelt geschillen over individuele eenzijdige administratieve
rechtshandelingen in fiscale zaken (bv. belastingaanslag) – DUS NIET RvS! (is zo sinds 1999)

Publiekrechtelijke fiscale beginselen (HB p. 45-66)
• Openbare orde karakter
o Fiscaliteit raakt de wezenlijke belangen van de Staat en de maatschappij (Hof van Cassatie)
o Gevolgen?


2

,  Bij overeenkomst niet van kunnen afwijken
 Belastingplichtige ≠ belastingschuldige
 Realiteitsbeginsel / fiscus is geen derde bij de vestiging
 Belastingontduiking (simulatie of fraude) is niet toegelaten – belastingontwijking
(belastingvermijding, recht minst belaste weg) kan wel
 MAAR LET OP de algemene (art. 344 §1 WIB92) en bijzondere antimisbruikbepalingen
(bv. art. 18, lid 1, 4° J° 26 j° 32 j° 54 WIB92) – onderscheid met fiscale
planning/optimalisatie en fiscaal instrumentalisme

• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
o Rechtszekerheids-, vertrouwensbeginsel, zorgvuldigheid, … (Cassatie 27 maart. 1992)

• Strikte interpretatie van de belastingwet
o In 1e orde: tekstuele interpretatie
o In 2e orde: bedoeling van de wetgever (voorbereidende werkzaamheden)
 In dubio contra fiscum
 Geen interpretatie naar analogie, naar billijkheid of teleologische methode (legaliteitsbeginsel)

• Geen terugwerkende kracht van de belastingwet
o Art. 1.2 BW!
o Announcement effect
o Rechtszekerheids- en fiscaal gelijkheidsbeginsel (GwH: bijzondere omstandigheden – onontbeerlijk)
o Belastbaar tijdperk van 1 januari tot en met 31 december !
o Verschil IJ – AJ

Indeling van de belastingen (HB p. 88)
• Onderscheid vanuit fiscaal-administratief standpunt:
o Directe belastingen (inkomstenbelastingen)
o Indirecte belastingen (bv. BTW, schenk- en erfbelastingen)
 Rechtsverkeer
 Verbruiksbelastingen



OG1
WIB92
• 4 soorten inkomstenbelasting (Art. 1 §1 WIB92)
o Personenbelasting (titel II WIB92)
 = een belasting op het totale inkomen van rijksinwoners (art. 1 §1, 1° WIB92)
 Rijksinwoners (art. 3 WIB92)
 Def.: art. 2 §1, 1° WIB92  natuurlijke personen die hun woonplaats in België
hebben
 Beoordeling in concreto MAAR indien in rijksregister in B E ingeschreven
=> weerlegbaar vermoeden dat woonplaats in België (art. 2 §1 lid 2
WIB92)
 Ook onweerlegbaar vermoeden in bep. gevallen (art. 2 §1 lid 3 WIB92)
 Totale inkomen = al hun in het WIB92 als belastbaar vermelde inkomsten (art. 5 WIB92)

o Vennootschapsbelasting (titel III WIB92)
 = een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen (art. 1 §1, 2° WIB92)
 Binnenlandse vennootschap = ‘enigerlei vennootschap die in België haar
maatschappelijke zetel, haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of
beheer heeft en niet van de vennootschapsbelasting is uitgesloten’ = zetel waar
werkelijk het beheer wordt gedaan, dit kan een andere plaats zijn dan de statutaire
zetel (art. 2 §1, 5° a en b WIB92)




3

,  Vennootschappen die zich bezighouden met verrichtigingen van winstgevende
aard  winstgevende bezigheid (hier zit het verschil met het toepassingsgebied
van de rechtspersonenbelasting)
 Aard vd inkomsten die aan vennootschapsbelasting onderworpen zijn is, mits
afwijkingen, hetzelfde als die van de personenbelasting (art. 183 WIB92)

o Rechtspersonenbelasting (titel IV WIB92)
 = een belasting op andere Belgische rechtspersonen dan vennootschappen
 Personen die onderworpen zijn aan de belasting = art. 220 WIB92
 Houden zich niet bezig met een exploitatie / winstgevende bezigheid bv vzw art.
220 °3
 Maar ook de Staat, …
 Inkomsten die belast worden: het kadastraal inkomen van hun in BE gelegen
onroerende goederen, wanneer dit kadastraal inkomen niet van onroerende
voorheffing is vrijgesteld en inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en
kapitalen (art. 221 WIB92)

o Belasting van niet-inwoners (titel V WIB92)
 = een belasting op inkomsten van niet-inwoners
 Personen die onderworpen zijn aan deze belasting: niet-rijksinwoners, buitenlandse
vennootschappen, vreemde Staten,… (art. 227 WIB92)
 Natuurlijke personen, vennootschappen, rechtspersonen  dezelfde
categorieën dus als hierboven, maar dan in het buitenland
 Grondslag van de belasting: art. 228 §1 WIB92 = inkomsten verkregen in BE die aan
belasting zijn onderworpen
 Kijken of er een dubbel belastingverdrag van toepassing is!!  zegt niet hoe iets belast
moet worden maar gaat zeggen per categorie van inkomen welke staat bevoegd
is/welk recht dus van toepassing is. Het ene land belast dus iets en het andere stelt het
dan vrij.

• Toepassingsgebied: op welke persoon is het van toep?
=>
 Aard van de belastingplichtige (natuurlijke persoon of rechtspersoon)
 Aard van de activiteit van de belastingplichtige (exploitatie of geen exploitatie)
 Woonplaats (in BE of niet)

• Grondslag vd belasting? => welke inkomsten (art. 6 WIB92)
o 4 categorieën
 Onroerende inkomsten art. 7 ev WIB92
 Bv als je huis verkoopt en je krijgt hiervoor meer dan dat je oorspronkelijk hebt
betaald, dit zijn geen onroerende inkomsten. Dit is een meerwaarde want het
verdwijnt uit je vermogen.
 Voor wat wel onroerende inkomsten zijn: zie verdere OG’s
 Roerende inkomsten art. 17 WIB92
 Beroepsinkomsten: winsten, baten, bezoldigingen, pensioenen (=grootste categorie = lonen van
werknemers,...) art. 23 WIB92
 Diverse inkomsten: onderhoudsgelden, meerwaarden, … art. 90 WIB92 (soort restbepaling)

o Bekijk oef 3 OG1 eens om te kijken binnen welke vd 4 categorieën inkomsten vallen



HC2
Situering personenbelasting (PB)
Algemeen
• 4 inkomstenbelastingen (HB p. 113 e.v.):
o 1. Personenbelasting (PB) => zien we in dit HC!


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviagebruikerKUL123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51662 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$13.28
  • (0)
Add to cart
Added