Dit is een samenvatting van het vak Strafprocesrecht, gegeven door prof F. Deruyck. Het omvat een samenvatting van het handboek, aangevuld met lesnotities en bevat ook het document over het Hof van Assisen dat op Canvas is gezet. De rangnummers die niet gekend moeten zijn (dit jaar) zijn niet opgen...
Inhoudsopgave Strafprocesrecht 2024-2025
Pagina
Inleiding 1
Deel 1 – Organen en par1jen bij het strafproces betrokken 2
1.1 De poli1ediensten 2
1.1.1 Algemeen 2
1.1.2 Structuur 2
1.1.2.1 De lokale poli1e 2
1.1.2.2 De federale poli1e 2
1.1.3 Aanwijzings- en vorderingsrecht 3
1.1.4 Onderscheid tussen officieren en agenten van gerechtelijke poli1e 3
1.1.5 Bevoegdheden 4
1.1.5.1 De bevoegdheden bij heterdaad 4
1.1.5.2 De normale ambtsbevoegdheden (buiten heterdaad) 4
A. Op basis van het Wetboek van Strafvordering 4
B. Op basis van de bijzondere strafweMen 5
C. Op basis van delega1e 5
1.2 Het openbaar ministerie 5
1.2.1 Statuut 5
1.2.2 Taken 6
1.2.2.1 Leiding over het opsporingsonderzoek 6
1.2.2.2 Uitoefening van de strafvordering 6
1.2.2.3 Vervolgen of seponeren
1.2.2.4 Waken over de toepassing van de wet 7
1.2.2.5 Uitvoering van de strafrechtelijke uitspraken 7
1.2.3 Hoofdkenmerken van het openbaar ministerie 77
1.2.3.1 Func1onele en hiërarchische eenheid 7
1.2.3.2 Ruime zelfstandigheid 7
A. Ten opzichte van de hiërarchische meerderen binnen het openbaar ministerie zelf 8
B. Ten opzichte van de regering 8
C. Ten opzichte van het strafgerecht waarbij de parketmagistraat zijn ambt uitoefent 8
1.2.3.3 Ondeelbaarheid 8
1.3 De onderzoeksrechter 8
1.3.1 Algemeen 8
1.3.2 Statuut 9
1.4 De onderzoeksgerechten 9
1.4.1 De raadkamer 9
1.4.1.1 Samenstelling 9
1.4.1.2 Bevoegdheden 9
1.4.2 De kamer van inbeschuldigingstelling 10
1.4.2.1 Samenstelling 10
1.4.2.2 Bevoegdheden 10
1.5 De vonnisgerechten 10
1.5.1 Taak en statuut 10
1.5.2 De verschillende vonnisgerechten 11
1.5.2.1 De poli1erechtbank 11
1.5.2.2 De correc1onele rechtbank 11
1.5.2.3 De jeugdrechtbank 11
1.5.2.4 Het hof van beroep 12
1.5.2.5 Het hof van assisen 12
1.6 De strafuitvoeringsrechtbanken 12
1.7 Het Hof van Cassa1e 13
1.8 De Dader 13
1.8.1 Onderscheid 13
1.8.2 Vermoeden van onschuld 14
1.8.3 Bijstand van een advocaat 14
1.9 De benadeelde 14
,1.9.1 De burgerlijke par1j 14
1.9.2 De benadeelde persoon 14
1.10 De burgerrechtelijk aansprakelijke par1j 14
1.11 De tussenkomende par1j 15
Deel 2 – De strafvordering 16
2.1 Defini1e 16
2.2 Uitoefening van de strafvordering 16
2.2.1 Klacht 16
2.2.2 Aangi^e 16
2.2.3 Mach1ging 16
2.3 Hinderpalen bij de uitoefening van de strafvordering 16
2.3.1 De gronden van schorsing van de strafvordering 17
2.3.1.1 De algemene regel: geen schorsing van de strafvordering 17
2.3.1.2 Aanvulling van de algemene regel: de toepassing van het burgerlijk bewijsrecht 17
2.3.1.3 De uitzondering: schorsing van de strafvordering 17
A. Prejudiciële vragen 17
B. Prejudiciële geschillen 17
2.3.2 De gronden van verval van de strafvordering 18
2.3.2.1 De opheffing van de strafwet 18
2.3.2.2 De dood van de verdachte 18
2.3.2.3 De betaling van een geldsom 18
A. De poli1e 18
B. De administra1e 18
C. Het openbaar ministerie 18
2.3.2.4 Het voldoen aan de voorwaarden in het kader van de straaemiddeling 18
2.3.2.5 Het gewijsde 18
A. Er moet een beslissing ten gronde zijn die uitspraak doet over de strafvordering 19
B. De beslissing moet kracht van gewijsde hebben verkregen 19
C. De uitspraak moet in België gewezen zijn 19
D. De nieuwe vervolgingen moeten dezelfde persoon betreffen 19
E. De nieuwe vervolgingen moeten op dezelfde feiten steunen 19
2.3.2.6 Amnes1e 19
2.3.2.7 Klachtafstand 20
2.3.2.8 Verjaring 20
A. De verjaringstermijnen 20
B. De berekening van de termijn 20
C. De schorsing van de verjaring van de strafvordering 22
D. De redelijke termijn 22
Deel 3 – De burgerlijke vordering 24
3.1 Defini1e 24
3.2 Het slachtoffer dat geen enkele ac1e hee^ ondernomen 24
3.3 De verklaring van benadeelde persoon 24
3.4 De uitoefening van de burgerlijke vordering door de burgerlijke par1j 24
3.4.1 De uitoefening van de burgerlijke vordering voor de strafrechter 24
3.4.1.1 Het instellen van de burgerlijke vordering voor de strafrechter 24
3.4.1.2 Vereisten om zich burgerlijke par1j te stellen 26
A. Het aannemelijk maken van de bewering dat men door het misdrijf is benadeeld 26
B. Het doen blijken van een belang 26
C. Het lijden van schade in zijn individuele belangen 26
D. De bekwaamheid om in rechte op te treden 27
3.4.1.3 Tegen wie kan de burgerlijke vordering worden uitgeoefend? 27
3.4.1.4 Verval van de burgerlijke vordering 27
A. De afstand van geding of van vordering 27
B. De dading 27
C. Het gezag van het burgerlijk gewijsde 27
,D. De verjaring van de burgerlijke vordering 28
3.4.2 De uitoefening van de burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter 28
3.4.2.1 De schorsing van de burgerlijke rechtsvordering 28
3.4.2.2 Het gezag van het strafrechtelijk gewijsde t.a.v. de burgerlijke rechter 28
3.5 Een bijzondere procedure: de bemiddeling 29
Deel 4 – Het opsporingsonderzoek 30
4.1 Defini1e 30
4.2 Start van het opsporingsonderzoek 30
4.3 Het verloop van het opsporingsonderzoek 31
4.3.1 De rela1e tussen het openbaar ministerie en de poli1ediensten 31
4.3.2 De voornaamste opsporingshandelingen 32
4.3.2.1 Het verhoor 32
A. Rechten die gelden bij het verhoor van een persoon aan wie geen misdrijf ten laste wordt 32
gelegd
B. Rechten die gelden bij het verhoor van een persoon die wordt verhoord als verdachte 32
C. Rechten die gelden bij het verhoor van een persoon die van zijn vrijheid is beroofd 33
D. Bepalingen die van toepassing zijn op alle verhoren 33
E. Overige bepalingen 34
4.3.2.2 De huiszoeking 34
4.3.2.3 Het beslag 35
4.3.2.4 Het beroep doen op een technisch raadgever of deskundige 36
4.3.2.5 Het onderzoek aan het lichaam 36
4.3.2.6 Het DNA-onderzoek 36
4.3.2.7 De snelle bewaring van gegevens van een informa1casysteem 37
4.3.2.8 De niet-heimelijke zoeking in een informa1casysteem of een deel ervan 38
4.3.2.9 Het opsporen van elektronische communica1e en het onderscheppen van niet voor 38
het publiek toegankelijke communica1e of gegevens van een informa1casysteem
4.3.2.10 De bijzondere opsporingsmethoden en andere methoden 39
A. De bijzondere opsporingsmethoden 39
B. De andere methoden 40
4.4 Ac1emogelijkheden van de rechtstreeks belanghebbenden, de verdachte en de benadeelde, 42
en derden
4.4.1 De rechtstreeks belanghebbenden: inzage en/ of afschri^ van het strafdossier 42
4.4.2 De verdachte en de benadeelde persoon: verrichten van bijkomende opsporingshandelingen 43
en controle op langdurige opsporingsonderzoeken
4.4.2.1 Verrichten van bijkomende opsporingsonderzoeken 43
4.4.2.2 Controle op langdurige opsporingsonderzoeken 43
4.4.3 Derden: opheffing van een maatregel m.b.t. goederen en inzage en/ of afschri^ van het 44
strafdossier
4.4.3.1 Opheffing van een opsporingshandeling m.b.t. goederen 44
4.4.3.2 Inzage en/ of afschri^ van het strafdossier 44
Deel 5 – Het gerechtelijk onderzoek 46
5.1 Defini1e 46
5.2 Start van het gerechtelijk onderzoek 46
5.3 Verloop van het gerechtelijk onderzoek 47
5.3.1 Algemene principes 47
5.3.2 De voornaamste onderzoekshandelingen 48
5.3.2.1 Het verhoor van de inverdenkinggestelde 48
5.3.2.2 het verhoor van getuigen 49
A. Algemeen 49
B. De anonieme getuige 50
C. De bedreigde getuige 50
5.3.2.3 Huiszoeking 50
A. Begrip en voorwaarden 50
B. Uitvoering van de huiszoeking 51
, 5.3.2.4 Het beslag 51
5.3.2.5 Observa1e en inkijkopera1e 51
A. De observa1e met technische hulpmiddelen om zich te verwerven in een woning 51
B. De inkijkopera1e 52
5.3.2.6 Het onderscheppen en openen van brieven 52
5.3.2.7 Het deskunidgenonderzoek 52
5.3.2.8 Het onderzoek aan het lichaam 53
5.3.2.9 Het DNA-onderzoek 53
5.3.2.10 Het plaatsbezoek 54
5.3.2.11 De niet-heimelijke zoeking in een informa1casysteem of een deel ervan 54
5.3.2.12 Het opsporen van elektronische communica1e 55
5.3.2.13 Het met een heimelijk oogmerk onderscheppen, kennisnemen, doorzoeken en 57
opnemen van niet voor het publiek toegankelijke communica1e of gegevens van een
informa1casysteem
A. Voorwaarden 57
B. Duur 57
C. Uitvoering 57
D. Opmerkingen 58
5.3.2.14 Het moraliteitsonderzoek 58
5.3.2.15 De inobserva1estelling 59
5.3.2.16 Voorlopige maatregelen t.a.v. rechtspersonen 59
5.4 De ac1emogelijkheden van het openbaar ministerie, de rechtstreeks belanghebbenden, de 59
inverdenkinggestelde en de burgerlijke par1j, en derden
5.4.1 Het openbaar ministerie: inzage in het strafdossier en algemene vorderingsbevoegdheid 59
5.4.2 De rechtstreeks belanghebbenden: inzage en/ of afschri^ van het strafdossier 59
5.4.3 De inverdenkinggestelde en burgerlijke par1j: verrichten van bijkomende 60
onderzoekshandelingen en controle op langdurige gerechtelijke onderzoeken
5.4.3.1 Verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen 60
5.4.3.2 Controle op langdurige gerechtelijke onderzoeken 60
5.4.4 Derden: opheffing van een onderzoekshandeling m.b.t. goederen en inzage en/ of afschri^ 61
van het strafdossier
5.4.4.1 Opheffing van een onderzoekshandeling m.b.t. goederen 61
5.4.4.2 Inzage en/ of afschri^ van het strafdossier 61
5.5 Het toezicht op het gerechtelijk onderzoek 61
5.5.1 Het klassiek toezicht op het gerechtelijk onderzoek 61
5.5.1.1 Het komt het klassiek toezicht tot stand? 61
5.5.1.2 Het verloopt de procedure? 61
5.5.1.3 Wat kan de kamer van inbeschuldigingstelling bevelen? 62
5.5.2 Het faculta1ef toezicht op de bijzondere opsporingsmethoden 1jdens het gerechtelijk 62
onderzoek
5.5.3 Het driemaandelijks toezicht op de burgerinfiltra1e zolang deze niet is beëindigd 62
Deel 6 – De voorlopige hechtenis 63
6.1 Defini1e 63
6.2 De arresta1e 63
6.3 Het bevel tot medebrenging 63
6.4 Rechten van de persoon die van zijn vrijheid is beroofd bij verhoren voorafgaand aan de 64
betekening van het aanhoudingsbevel
6.4.1 Het voorafgaand vertrouwelijk overleg voorafgaand aan het eerste verhoor 64
6.4.2 Bijstand 1jdens de verhoren 65
6.4.3 Overige rechten 65
6.5 Het verlenen van het bevel tot aanhouding 65
6.5.1 Voorwaarden 65
6.5.1.1 Formele voorwaarden 65
6.5.1.2 Grondvoorwaarden 66
6.5.1.3 Bijkomende voorwaarden bij een zgn. “nieuw” bevel tot aanhouding 66
6.5.2 Geen rechtsmiddelen 66
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judithverdonck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.90. You're not tied to anything after your purchase.