Samenvatting Culturele diversiteit en recht
HC1 Culturele diversiteit en de democratische
rechtsstaat
Effecten van de na-oorlogse migraties
De jaren vijftig en zestig: asiel en mensenrechten + arbeidsmigratie (voluntarisme)
o Doel: opvang voorzien vr slachtoffers v geweld en vervolging enerzijds, economische heropbouw
Europese samenleving anderzijds
o Belangrijk:
Asielverdrag v Genève (juli 1951)
Europese Gemeenschappen => vrij verkeer v goederen, diensten en personen
Bilaterale arbeidsimmigratieovereenkomsten tussen Europese landen => vaak grond voor
gezinshereniging (wat we nu zelfs nog merken)
EVRM
De jaren zeventig: stabilisatie
o Economische noodzaak neemt af => migratiestop (koerswijziging in beleid)
Nuance #1: bilaterale arbeidsimmigratieovk’s blijven de meeste landen binden =>
gezinshereniging blijft 1 vd belangrijkste migratiekanalen nr EU
Nuance #2: Asielverdrag blijft vluchtelingen aanspraak geven op bescherming => migratie”stop”
is onrealistisch => wordt meer een zware grenscontrole dan effectieve sluiting vd landsgrenzen
De jaren tachtig: de opmars van de mensenrechten, gekoppeld aan integratiebeleid
o Overheid wilde voor vreemdelingen minstens formele gelijkheid met de Belg waarborgen:
Wet Belgische nationaliteit brengt versoepelingen vd vw om Belgische nationaliteit te
verwerven
Antiracismewet (1981)
De jaren negentig: Europeanisering van het asiel- en migratiebeleid
Na 2000: mensenrechten gelden ook voor documentloze vreemdelingen
o 3 begrippen
Non-refoulementbeginsel: kandidaat-vluchtelingen zijn beschermd tegen risico nr het land dat
hij/zij is ontvlucht te worden teruggewezen zolang zijn/haar aanvraag in onderzoek is
=> Aantrekkingskracht (“pull”-factor) door zekerheid v bescherming, minstens zolang de
procedure loopt
Wijziging betekenis nationale identiteit
Vroeger: persoon is bij voorkeur drager van slechts 1 nationaliteit
Nu: van dat beginsel afgestapt, o.a. om te voorkomen dat vreemdelingen die juridisch
niet vrijwillig afstand kunnen doen v hun 1ste nationaliteit daardoor verhinderd zouden
zijn nationaliteit v verblijfplaats op te nemen
MAAR nationaliteit v herkomst blijft vr velen beantwoorden aan
culturele/religieuze identiteitsbeleving
Opgang van mensenrechten => exponentiële groei in aantal mensen dat hier beroep op doet
Kunnen steunen op eerbiediging van grondrechten zonder discriminatie ogv
nationaliteit/verblijfspositie
Beslissende rol rechtspraak bv. recht op kosteloze bijstand igv dringende medische hulp
vr documentloze personen
Multiculturaliteit en private rechtsverhoudingen
Contractenrecht
Staat open voor multiculturaliteit
Overeenkomst bepaalt wat partijen bindt, ongeacht de cultuur
Wel beperkt door de openbare orde (bv. polygamie kan niet in BE)
Het arbeidsrecht
Verdoken discriminatie bij tendensbedrijven => doen alsof ze neutraal zijn
Genuine and determining professional requirement
Job uitoefenen kan mits bepaalde voorwaarden die cultuurgebonden zijn
, De overheid doet redelijke aanpassingen zodat mensen van andere culturen ook kunnen meedoen, anders is
er misschien sprake van verdoken discriminatie
o Bv. taalexamen vr brandweerman indien overmaats irrelevant examen => verdoken discriminatie?
Redelijke aanpassingen (reasonable accomodation):
Ongelijkheid zoveel mogelijk wegwerken door het nemen van redelijke aanpassingen
4 soorten:
o Remediërende maatregelen: personen individueel helpen (bv. lift maken vr rolstoelgebruikers)
o Differentiërende maatregelen: andere voorwaarden stellen
o Compenserende maatregelen: via vergoedingen of hulpmiddelen
o Dispenserende maatregelen: vrijstellen
Er moet ook gekeken naar de redelijkheid: kostprijs, impact vd aanpassing, gelijkwaardige alternatieven, …
OG1 Oriëntatie culturele diversiteit en recht
Cultuur
Geen vaste definitie
o W. van der Burg probeert: min of meer samenhangend geheel van overtuigingen, praktijken en
houdingen, dat doorgaans verbonden is aan een bepaalde groep, institutie of netwerk
3 modellen/perspectieven op cultuur van W. van der Burg:
o Samenhangende praktijken (Praktijkmodel): cultuur wordt gekoppeld aan gedrag en beoordeeld obv
handelen v mensen bv. ik ben Vlaming, een Japanner buigt bij het groeten, …
o Geïnternaliseerde waarden (Karaktermodel): kenmerken en houdingen die groepen onderscheiden
zijn bepalend bv. Nederlanders zijn direct
o Verzameling van overtuigingen (Doctrinemodel): gedrag v mensen ve bep. cultuur wordt verklaard
vanuit achterliggende leer die aan mensen aangeeft hoe zij moeten handelen bv. Islam geeft
gedragsregels aan zijn gelovigen
Meervoudige identiteit: een persoon kan zich als lid van verschillende culturen voelen
MAAR risico indien we dit allemaal apart bekijken:
o Indien enkel uitgaan v doctrinemodel:
Wordt onrecht gedaan aan werkelijkheid
Minder makkelijk rekening te houden met ontwikkelingen
o Indien enkel uitgaan v karaktermodel:
Risico stereotyperend te werken
o Indien enkel praktijkmodel:
Gedrag vd 1 kan ten onrechte aan andere toegeschreven
Oplossing: de modellen moeten per situatie met nuance worden gehanteerd
Relatie met religie
Cultuur hoeft niet gekoppeld te zijn aan religie
2 perspectieven
o Religie < cultuur religie als praktijksysteem vormt een onderdeel van cultuur
o Religie > cultuur religie doorkruist verschillende culturen
Recht op cultuur?
Is er nog niet
Verdragen verwoorden dit wel, maar niet in dwingende vorm
Integratie van recht op cultuur via recht op taal of religie mogelijk
Visies
Interactionistische visie (realistischer):
o Dynamisch
o Kernidentiteit die ontwikkelt door interacties in de levensweg
o Cultuur beweegt samen met bevolkingsgroepen
, Primordialistische visie:
o Statisch
o Cultuur heeft eigen essentie
o Kernwaarden verklaren bepaald gedrag (bv. Islam is een eercultuur)
o Andere culturen eerder als bedreiging
o Bv. Nationalisme/essentialisme
Rechtspluralisme
Stroming v sociaal-wetenschappelijk denken
Het naast elkaar bestaan van 2 of meer normatieve ordeningen waaraan het karakter van een rechtsstelsel
kan worden gegeven (meestal statelijk rechtstelsel + ander stelsel)
o Bv. vroeger leefden Joden, Christenen en Islamieten vreedzaam langs elkaar in Jeruzalem, en die
culturen konden langs elkaar staan
Visies
Decentralistische visie:
o Ander rechtsstelsel/normatief stelsel vindt oorsprong in gewoontes en tradities van groepen
o Recht bekijken vanuit de maatschappij (van onderaf)
Centralistische visie:
o Recht wordt door de overheid bepaald (centraal)
o Rechtspluralisme kan geaccepteerd worden door de overheid
o Overheid kan kiezen tussen sterk of zwak rechtspluralisme
Sterk vs zwak rechtspluralisme:
Sterk rechtspluralisme:
o Groepen zijn volledig autonoom om het vr hen geldende recht te bepalen
o Overheid treedt terug => autonome groepen hebben laatste woord
Zwak rechtspluralisme:
o Wel diversiteit aan normatieve ordeningen binnen het recht, maar overheid is nog steeds actor =>
hierbinnen blijft nog ruimte voor universele waarden en grenzen => pluralisme
o Overheid heeft laatste woord (bv. onverdoofd slachten => islam wenst dit niet maar overheid beslist)
o Bv. België en Nederland
4 Perspectieven (uit HB):
Pluralisme (supra)
Universalisme (infra)
Cultuurrelativisme (infra)
Kosmopolitisme: zien de samenleving als pluralistische en dynamische eenheid waarin niet afgestemd hoort
te worden op culturele diversiteit. Cultuur + nat. identiteit worden zoveel mogelijk buiten beschouwing
gelaten
Universalisme vs Cultuurrelativisme
Cultuurrelativisten
Gaan ervan uit dat culturen eigen normen en waarden (en normen en waarden daarom cultureel bepaald)
Gevolgen:
o Kan culturen niet vergelijken want kan niet oordelen over andere adhv eigen cultuur => 1 cultuur niet
beter dan de andere
o Maximale ruimte voor culturele diversiteit en respect
o Meta-normen bestaan niet ( universalisten)
Nadelen:
o leidt tot stigmatisering, rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid
o kan vooruitgang/emancipatie minderheden tegengaan
o Culturen zijn moeilijk af te bakenen
o Universele waarden kunnen worden overtreden en controle hierop ontbreekt
, Universalisten:
Er bestaan universele waarden waaraan (ook) cultureel bepaalde normen en waarden kunnen gemeten
Meta-normen bestaan wel => kan culturen vergelijken
Volgens hen leiden cultuurrelativistische ideeën tot onoplosbaar dilemma
Toepassing
Bv. vrouwenbesnijdenis:
o Cultuurrelativist: keurt goed want ‘ik kan binnen mijn cultuur niet oordelen over andere culturen’
o Universalist: Besnijdenis zal binnen meta-normen moeten passen, anders keuren ze het af
Gelijkheidsbeginsel
Definitie:
Dezelfde regels moeten van toepassing zijn op dezelfde gevallen en verschillende regels moeten van
toepassing zijn op verschillende gevallen. Dus niet zomaar dezelfde normen en waarden voor iedereen.
2 soorten gelijkheid
Formele gelijkheid:
o Iedereen dezelfde rechten (bv. christelijke feestdagen gelden voor iedereen als vrije dagen)
Materiele gelijkheid:
o Niet iedereen is gelijk => gelijkheidsbeginsel betekent niet iedereen exact zelfde behandelen, maar
proberen even goede uitkomst te verzorgen
Houdt rekening met verschillen om te proberen iedereen dezelfde rechtsbescherming te geven
in mate vh mogelijke (bv. christenen hebben christelijke feestdagen, joden hebben joodse
feestdagen als vrije dagen minderheden beschermen)
o Wordt steeds meer als juiste norm gezien
Autonomie (in het privaatrecht):
Elk individu organiseert eigen private leven met een belangenafweging (bv. besnijdenis: lichamelijke
onschendbaarheid vs. religieuze rechten)
Cultuur belangrijk voor persoonlijke ontwikkeling en autonomie
Gevolgen al dan niet respecteren:
o Indien niet gerespecteerd minder sociale cohesie, geen rekening met diversiteit (= schending
gelijkheidsbeginsel)
o Indien wel gerespecteerd rechtsongelijkheid (= schending gelijkheidsbeginsel)
Moet het recht ruimte bieden voor culturele diversiteit?
Tegenstanders: Het gelijkheidsbeginsel verzet zich tegen het accepteren van culturele verschillen in het
recht. Het tegemoet komen aan deze diversiteit zou immers rechtsongelijkheid opleveren.
Voorstanders: Het gelijkheidsbeginsel vergt dat er rekening wordt gehouden met diversiteit. Door aan
iedereen dezelfde rechten toe te kennen en verschillen te negeren, krijgt niet iedereen uiteindelijke dezelfde
rechtsbescherming.
Democratie en gelijkheidsbeginsel (volgens Dworkin)
Dworkin: de dragende idee achter een democratie is dat de staat alle burgers als gelijken, dus met gelijke
zorg en respect, moet behandelen.
Democratie houdt in principe in dat ieders stem even zwaar meetelt, maar dit kan nadelig zijn voor
minderheden. Om deze minderheden te beschermen dient men dit meerderheidsprincipe aan te vullen met
grondrechten.
Lamur:
Rol van culturele factoren in het recht:
Culturele factoren zijn macro-omgevingsfactoren, met betrekking tot de kenmerken van een gemeenschap
en de maatschappelijke verhouding daarbij.
Bv. in sommige culturen staat man boven en moet vrouw alles verdragen en luisteren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviagebruikerKUL123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.