Dit is een samenvatting van alle 9 hoorcolleges met daarbij extra notities om het zo duidelijk mogelijk te maken. Er zit structuur in om alle hoofdstukken op een grondige wijze in te studeren. Deze psychiatrische ziektebeelden (DSM-5) komen onder anderen aan bod :
- Neurocognitieve stoornissen
...
Neurocognitieve stoornissen en middelengerelateerde stoornissen zijn vooral exclusiecriteria, om andere
stoornissen uit te sluiten.
DSM = classificatiesysteem om de klinisch psychiatrische entiteiten te classificeren
1.1. Inleiding
1.1.1. Psychopathologie
Psychopathologie = wetenschap of studie van het geestelijke of psychisch lijden
o psyche = psychische/geestelijke
o pathos = ‘lijden’ → meest essentiële
o logie = leer
Het lijden is een conditie sine qua non → zonder last/lijden, kunnen we NIET spreken van een psychopathologie.
2 benaderingen om de psychiatrie te bestuderen:
1. Syndroombenadering: psychologie van het pathologische (gegroepeerde entiteiten): samenhangend
geheel van klachten en symptomen.
Bv. het syndroom ‘depressie’, welke klinische kenmerken kunnen we daaraan linken, wat is de prevalentie, wat is de
verklaring en wat is een behandelingsmodel
→ We vertrekken vanuit een syndroom en hangen er kenmerken/symptomen aan vast
2. Symptoombenadering: pathologie van het psychische (algemene psychische processen of functies)
→ In dialoog gaan met een patiënt, en de symptomen/psychisch functioneren in kaart brengen, op deze manier
gebeurt het vaak in de praktijk. Er wordt vetrokken vanuit klachten, waarna er eventueel een diagnose kan gesteld
worden
Twee typen diagnosen:
• Syndroomdiagnose of descriptieve diagnose: deze diagnose is alleen beschrijvend en geeft geen informatie
over de redenen en manier van ontstaan
• Structuurdiagnose: deze diagnose geeft naast een beschrijving van de symptomatologie aan waardoor en op
welke wijze het syndroom ontstaan is
- Factoren die iemand kwetsbaar maken (predisponerende of voorbeschikkende factoren). Bv. genen
- Factoren die de stoornis uitlokken (precipiterende of uitlokkende factoren) Bv. THC bij schizofrenie
- Factoren die de stoornis onderhouden (perpetuerende of onderhoudende factoren)
1.1.2. Psychiatrische stoornis
Een ‘abnormaal’ verschijnsel = Afwijkend van de sociale norm of van wat in de cultuur als ‘normaal’ gedrag geldt.
= Veroorzaakt ongemak, lijden of bezorgdheid bij de betrokkene en/of de omgeving (pathos)
• Psychologisch model
Ziektebeleving (‘illness’)
0
,• Medisch model (‘disease’)
o Etiologie (ontstaan): oorzakelijken uitlokkende en instandhoudende factoren
o Pathogenese (ontwikkeling)
o Prognose (natuurlijk beloop)
o Behandeling (preventie/therapie)
• Sociologisch model
o Ziekterol
Biopsychosociaal model
wdt vaak gehanteerd als stress-kwetsbaarheidmodel= (on)evenwicht tss draaglast VS draagkracht.
Behandeling: Verminderen van stressoren & Versterken van draagkracht
Life events/stressoren k.:Trigger zijn om te gaan decompenseren. Dit kan zich uiten op verschillende manieren
(depressie, somatisch, …) → zowel Psychisch als Lichamelijk somatisch decompenseren
1.2. Classificatie
Ideaal zou zijn:
• Perfecte representatie van onderliggende realiteit en diversiteit
• Classificatie/DSM5 voorspelt verloop, oorzaken, reacties op behandeling
→ is in realiteit niet het geval
Doel van classificeren:
• Orde scheppen
• Fenomenen groeperen
• Gemeenschappelijke taal ontwikkelen
,1.2.1 Soorten classificatie
Classificatie kan op verschillende manieren
o Categoriale classificatie = dichotoom: ofwel JA, ofwel NEE: een zwart-wit verhaal
o Dimensionale classificatie = continuüm, klachten zijn meer of minder aanwezig
o Prototypische classificatie = enkel voorbehouden voor profieltrekking in ph-problematiek
In de DSM5 = categoriale classificatie → grootste kritiek op de DSM → Beter om meer naar een dimensionale
classificatie te gaan?
Men heeft gedacht een kanteling te make in de laatste DSM; categoriaal systeem ---> dimensioneel systeem.
De dimensionale classificatie leunt veel meer aan bij de klinische praktijk, naar de interventie van de cliënt toe.
Voor specifieke stoornissen zoals voor slaapstoornissen en voor zeer jonge kinderen, bestaan er aparte
classificatiesystemen
DSM-5 is niet het enige classificatie systeem → meest gebruikte: DSM en ICD
ICD is internationaal het meest gebruikte instrument, bijv. in Australië
Tussen de 4e en 5e versie van de DSM zit 20 j, aangezien men naar een dimensionaal specificaties/systeem wilde
gaan.
DSM: uitgevaard door APA
ICD: uitgevaard door de Wereldgezondheidsorganisatie
➔ de bedoeling om deze classificatiesystemen bij elkaar te doen aanleunen
1.2.2. Voor- en nadelen DSM
+ Research is verbeterd
+ Communicatiemiddel tussen onderzoekers en behandelaars
+ Betrouwbaarheid (belangrijkste voordeel)
- Validiteit, vooral constructvaliditeit
- Koppeling aan hulpverlening, bijv. een categoriale diagnose moeten hebben om hulpverlening te krijgen of
financiële hulp te krijgen
- Koppeling verzekeringsmaatschappij (DBC) –> terugbetalingssysteem
- Koppeling psychofarmaca
=> Grootste kritische gegeven op de DSM, is vooral de validiteit!
2
, 1.2.3. Geschiedenis DSM
• DSM-I/II: “Freud” model → 1e en 2e versie, meer psychodynamisch georiënteerd
• DSM-III/IV: “Kraepelin” model, vooral onderzoek naar
- Schizofrenie
- Bipolaire stoornis
- Schizoaffectieve stoornis
• DSM-5: “Neurowetenschappen” model (brain imaging onderzoek)
- vertaalslag van al het onderzoek in de klinische praktijk blijft beperkt
- Vooral zijn vruchten afgeworpen bij neurocognitieve aandoeningen (bijv. dementie)
o Afkappunt voor normaal versus abnormaal (bijv. lengte)
Wanneer is lengte abnormaal? Vanuit de psychiatrie spreken we van ‘abnormaal’ zodra de PT er last van heeft
Dimensionele classificatie: continuüm van klachten
We trekken een cut-off lijn voor de ‘ernstige’ psychische klachten
We spreken bij milde en matige klachten niet van een psychiatrische aandoening, aangezien we hier een zwart-wit
verhaal hanteren (het is aanwezig of afwezig). Dit wil niet zeggen dat we de mensen met milde of matige klachten
niet kunnen behandelen → behandeling wordt afgestemd.
1.3.1. Verschil tussen classificatie en diagnostiek
- Classificatie geeft geen richting aan de hulpverlening, wel belangrijk als communicatiemiddel
- Diagnostiek is nodig voor zorg op maar, essentieel voor de behandeling van de pt!!
Diagnostiek gaat meer over de
verklaring (wat zijn stressors,
life events, uitlokkende
factoren, …)
Specifieke kennis is nodig, want
het gaat over een individuele
cliënt
1.4. Opzet DSM-5
1.4.1. Deel I
= uitleg en instructies voor gebruik en verantwoording
Ook Bv. de vraag wordt beantwoord: ‘Wat is psychopathologie’
1.4.2. Deel II
= beschrijving van de 20 categorieën en de verschillende stoornissen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller felicedecarpentrie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.