Hoorcollege 3................................................................................................................................................ 19
Multi variabele benadering: Stromenmodel ................................................................................................... 19
Achtergrond Punctuated Equilibrium Theory (PET) (doorbroken balanstheorie) .......................................... 25
Hoorcollege 4................................................................................................................................................ 29
Beleidsformulering........................................................................................................................................... 29
Inhoud (substantive) vs. proces (procedural) .................................................................................................. 31
NATO ................................................................................................................................................................ 32
Hoorcollege 5................................................................................................................................................ 35
Rationele benadering van besluitvorming à doelrationaliteit en helderheid .............................................. 35
Reactie op de rationele benadering ................................................................................................................ 36
Incrementele besluitvorming (Lindblom) ........................................................................................................ 37
Hoorcollege 6................................................................................................................................................ 41
Rational Actor Model (RAM) (1) ...................................................................................................................... 41
Organizational Behavior Model (OBM) (2) ..................................................................................................... 43
Governmental Politics Model (GPM) (3) ......................................................................................................... 45
1
,Beleids- en Besluitvorming HC1 T/M HC6
Hoorcollege 1
Waarom hebben we beleid nodig?
• Bestuurskundigen kijken hoe precies gestalte gegeven wordt aan maatschappelijke
idealen. (Armoede bestrijding, klimaatverandering)
• Hoe worden idealen vertaald in beoogde doelen? (de wereld beter maken)
• “Public policy” = beleid. (Het beleid wordt gemaakt voor mensen en door mensen. In
het belang van de mensen.)
Bijvoorbeeld een huis Zoet water, milieu, vissen
Netflix of Spotify Defensie, schone lucht
Een privaat goed: is een goed dat door één partij wordt gekocht en gebruikt, dit is niet
beschikbaar voor anderen, terwijl een publiek goed een goed is dat gratis aan consumenten
wordt aangeboden. Er is sprake van gemeenschapsgoederen wanneer een of meer
goederen aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk toebehoren. Clubgoederen zijn alleen
voor specifieke personen, die bijvoorbeeld lid zijn van een club. Zo kan je alleen muziek
luisteren via Spotify als je een abonnement hebt, maar je wordt niet uitgesloten van het
luisteren van muziek in algemene zin.
Bij alle vier is sprake van beleid. Beleid is nodig voor allerlei diensten en goederen.
Public policy = The sum of total government action, from signals of intent to the final
outcome (Cairney, 2016).
Definitie Public Policy:
Doelbewuste keuze om iets te doen: actie vs. inactie
• Bij inactie gaat het te ver, dan moet de overheid zich er NIET mee bemoeien. Een
rapport van de VN gaf aan dat Zwarte Piet niet meer kon, hierbij heeft Rutte niks
gedaan en zijn handen er vanaf gehouden. Het ligt te gevoelig voor de samenleving.
Intentie/belofte & uitkomst/uitvoering
• Wat is de intentie en de belofte die gedaan wordt? Welke uitkomst heeft dit en hoe
is de uitvoering gegaan.
Paraplu; naam voor verschillende ‘stukjes’ beleid
• Verschillende facetten van het bestrijden van criminaliteit, waar gaat het precies
over. Elk vraagstuk heeft verschillende stukken beleid. Bij het aanpakken van
criminaliteit heb je verschillende vormen. Zo heb je winkeldiefstal, moord of
2
,Beleids- en Besluitvorming HC1 T/M HC6
cybercriminaliteit. En hoe ga je dit aanpakken? Meer politie inzetten, harder
straffen?
Policy output vs policy outcome
• Activiteiten van de overheid, welke plannen de overheid schrijft, wat voor
activiteiten ze ondernemen en welke impact dit heeft. Bij de output van de tekorten
in de zorg kan je een salarisverhoging doorvoeren om het aantrekkelijk te maken.
Outcome: is dit doel ook daadwerkelijk bereikt, zijn de tekorten teruggedrongen?
Openbaar vs. gesloten deuren
• Veel wetten worden achter gesloten deuren gemaakt. Ambtenaren in ministeries
maken veel van dit beleid. Niet alleen wat de politiek doorvoert.
Overheid vs. interactie tussen (publieke) actoren
• De overheid heeft verschillende actoren met wie ze samenwerken. De Rijksoverheid,
decentrale overheid of EU-verdragen waar aan gehouden moet worden.
Wie maakt het beleid? Wie zijn de actoren?
Internationale, rijks- en decentrale overheid: daar vallen twee actoren onder. Gekozen
politici (zichtbare actoren), zoals de Regering of de Tweede Kamer/raad. En de bureaucratie
(onzichtbare actoren). Dit zijn instanties en ambtenaren, hier is sprake van veel
specialistische kennis, continuïteit en vaak achter gesloten deuren.
Beide actoren: ‘powering’ & ‘puzzling’
Puzzling: Wat gaat werken, wat werkt er beter en onder welke voorwaarden? Puzzelen om
tot een oplossing te komen.
Powering: Draagvlak creëren, strijd tussen verschillende machthebbende. Draagvlak creëren
bij verschillende instanties en ministeries.
Overige actoren:
• Burgers à Stemmen/protesteren.
• Politieke partijen à Zij hebben invloed op welk beleid gemaakt wordt, zoals migratie.
• Belangengroepen/stakeholders/bedrijven à Lobbyisten, bedrijven en industrieën
hebben baat bij beleid op een bepaalde manier. De landbouw industrie heeft baat bij
welk beleid uitgevoerd wordt als het gaat om stikstof.
• Onderzoeks- en kennisinstituten à Advies leveren over beleid, waar moet op gelet
en naar gekeken worden.
• Media à Aandacht van politici en ambtenaren.
Wie maakt het beleid, wie is betrokken bij het maken van beleid (en wie niet)? Invloed
uitoefenen. Welke actoren zijn betrokken?
3
, Beleids- en Besluitvorming HC1 T/M HC6
Welke soorten van Beleid bestaan er (Lowi)
• Verdelend beleid (voorbeeld: aardgasbaten)
o Het geld wat de staat wint aan bijvoorbeeld gaswinning, verdelen.
• Herverdelend beleid (voorbeeld: WW, WAO)
o Geld van de rijke herverdelen naar andere (sociale zekerheid). Het geld van de
belasting herverdelen (monyshifting).
• Regulerend beleid: ordenen van gedrag (voorbeeld: milieu, coronabeleid)
o Regels; wat mag wel en niet. Verschillende doelen. Je mag niet vervuilen, je
mag niet harder rijden dan… etc. Op allerlei manieren het gedrag van mensen
(of bedrijven) te ordenen.
• Institutioneel beleid: creëren/reorganiseren publieke instituties (voorbeeld:
toeslagenaffaireschandaal, diversiteit & inclusie – Institutioneel racisme)
o Welke instanties er met elkaar samenwerken. Welke instanties we hebben en
welke bevoegdheden en machten hebben zij. Hoe zorgen we dat deze
instanties optimaal werken (coördinatievraagstukken). Bepaalde doelen halen
m.b.t. tot diversiteit en inclusie: X aantal vrouwen aan de top.
• Faciliterend beleid (voorbeeld: afvalscheiding)
o Als overheid kun je niet per se reguleren, maar je kunt het wel faciliteren. Je
kan mensen niet verbieden om oud papier bij het grofvuil te zetten, want dit
is niet te handhaven. Wel kun je faciliteren door mensen meer te laten
betalen, hoe vaker de emmer aan de weg is.
• Stimulerend beleid (voorbeeld: subsidies)
o Welk gedrag wil je belonen, dit kan je doen aan de hand van subsidies of
belastingvoordelen.
De verschillende vormen van beleid zien er goed uit. Alleen is het niet uitsluitend, er zijn ook
regels aan verbonden (wanneer heb je recht op een subsidie). Verschillende soorten beleid
laat zien op welke verschillende manieren de overheid te werk kan gaan.
Beleidscyclus (Lasswell)
1. Maatschappelijke uitdaging
Een probleem krijgt aandacht:
Er is een bepaalde maatschappelijke uitdaging.
2. Agendavorming
Het probleem bereikt de agenda:
Het gaat niet zoals we willen, we gaan het anders doen.
3. Beleidsontwikkeling
Er wordt besloten beleid te formuleren:
Wat kunnen we doen, welke oplossingen kunnen we bedenken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmine10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.20. You're not tied to anything after your purchase.