Psychologie van individuele verschillen: persoonlijkheid (P0M08A)
Summary
Samenvatting Psychologie van Individuele Verschillen, deel 2: persoonlijkheid
1 view 0 purchase
Course
Psychologie van individuele verschillen: persoonlijkheid (P0M08A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Personality Psychology 2e ed
Samenvatting van alle powerpoints en lessen. Gemaakt voor het vak Samenvatting Psychologie van Individuele Verschillen, deel 2: persoonlijkheid voor de examenperiode van januari 2025. Zie de tags voor de verschillende onderwerpen.
Het document heeft 55 bladzijdes en is gemaakt in mijn gebruikeli...
Psychologie van individuele verschillen: persoonlijkheid (P0M08A)
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
Mellowerillish
Reviews received
Content preview
PIV2 – januari 2025 1
DIFFERENTIËLE PSYCHOLOGIE / PSYCHOLOGIE
VAN DE INDIVIDUELE VERSCHILLEN
- (vooral) tussen mensen (individuen, mannen en vrouwen, groepen …)
- (maar ook bijkomend) binnen mensen (over de tijd, in verschillende situaties, en hoe dit anders kan zijn
voor verschillende personen
2 grote domeinen
- Intelligentie, cognitief functioneren → hoe zijn mensen in staat complexe situaties te analyseren en op te
lossen
- Persoonlijkheid, bv. karakter, emoties → hoe mensen reageren op en interageren met de wereld rondom
hen
2 VISIES IN DE PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
TREKVISIE
= vertrekt van nomothetische trekconcept, waarbij trekken 3 cruciale eigenschappen hebben:
- Trekken zijn interne, stabiele eigenschappen van een individu die deze van moment tot moment situatie tot
situatie met zich meedraagt en aanleiding geeft tot een consistent patroon van gedrag
- Trekken zijn causaal: ze verklaren het gedrag van het individu
- Trekken nemen de vorm aan van (hypothetische) dimensies waarop mensen verschillende plaats kunnen
innemen
Implicaties van de trekvisie:
- Hoofdeffect van de persoon is de belangrijkste manier om individuele verschillen in persoonlijkheid en
gedrag op te vatten: verschillen tussen mensen zullen consistent zijn over verschillende situaties
- Gedrag wordt gekenmerkt door relatief hoge …
• Type A consistentie: cross-temporele stabiliteit van (individuele verschillen in) gedrag (zelfde G, zelfde
S)
• Type B consistentie: cross-situationele stabiliteit van (individuele verschillen in) gedrag (zelfde G,
andere S)
• Type C consistentie: cross-uitingsstabiliteit van (individuele verschillen in) gedrag (andere G, zelfde S)
• Type D consistentie: predictie van concreet gedrag obv trekscores (andere G, andere S)
10
8
Jan An Bijvoorbeeld:
- Hoofdeffect van de persoon en individuele verschillen zijn
6
consistent
4
- Hoofdeffect van de situatie is consistent (wordt niet
2 tegengesproken door trekpsychologie, maar is minder
0 relevant voor PIV)
ruzie tandarts date
INTERACTIONISTISCHE VISIE
- Persoonlijkheid is een systeem van processen dat iemands reacties op een concrete situatie bepaalt
- Omdat bepaalde situaties bij een bepaald persoon andere processen kunnen ontlokken, is iemands gedrag
een functie van de INTERACTIE tussen persoon en omgeving
,PIV2 – januari 2025 2
- De uitkomst hiervan is dat persoonlijkheid kan beschreven worden in termen van ALS (een bepaalde
situatie) DAN (bepaald gedrag) gedragshandtekeningen
Implicaties:
- Interactie tussen persoon en situatie is de belangrijkste manier om individuele verschillen in persoonlijkheid
en gedrag op te vatten
- Gedrag wordt gekenmerkt door relatief hoge type A consistentie maar relatief lage type B, C en D
consistentie
10 Interactionisme ziet het eerder zo:
8
Jan An - Gemiddeld is An meer stressgevoelig dan Jan (dus ja, een
hoofdeffect van de persoon), maar individuele verschillen
6
zijn niet consistent over situaties!
4 - Grotere bijdrage van interactie tussen P en S: verschil
2 tussen personen hangt af van situatie!
- Hoofdeffect van de situatie wordt niet tegengesproken
0
door interactionisme, maar is niet direct relevant voor PIV
ruzie tandarts date
WIE HEEFT GELIJK?
Aan de ene kant … Aan de andere kant …
- Trekken zijn relatief cross-temporeel consistent - Concreet gedrag is weinig consistent van situatie
- Er zijn consistente individuele verschillen in tot situatie
algemene gedragstendensen - Concrete gedragsuitingen correleren ook niet
- Deze verschillen voorspellen ook belangrijke sterk onderling
levensoutcomes - En worden slechts in beperkte mate voorspeld
door trekken
Waarheid ligt eerder in het midden:
▪ Mensen worden gekenmerkt door (individuele verschillen in) algemene gedragstendensen die
stabiel zijn en een voorspellende kracht zijn voor levensoutcomes
▪ MAAR ze zijn weinig informatief voor de predictie van concreet gedrag OMDAT dergelijk gedrag
mede bepaald wordt in interactie met de specifieke situatie
HEDENDAAGS PERSOONLIJKHEIDSONDERZOEK
1. Trekvisie domineert
• Er zijn wijdverspreide empirische theorieën over de structuur van persoonlijkheid, bv. Big Five
• Een consistent theoretisch kader geeft mogelijkheid tot cumulatieve wetenschap en is makkelijk te
onderzoeken (via eenvoudige trekvragenlijsten)
2. Interactionisme wordt soms ook wel gebruikt
• Interactionistische assumpties worden algemeen aanvaard
• Wel moeilijker om te onderzoeken
• Gebrek aan omvattende theorie van persoonlijkheid die de voornaamste processen en structuren met
naam noemt
,PIV2 – januari 2025 3
GENEN EN PERSOONLIJKHEID
Bv. tweelingenstudies: opvallende gelijkenissen tussen ééneiige tweelingen gescheiden bij geboorte
Is persoonlijkheid erfelijk? In welke mate? Wat wel en wat niet? Hoe wordt dit onderzocht? Wat met
de rol van opvoeding en omgevingsinvloeden? Hoe ziet hedendaagse gedragsgenetica eruit?
HET MENSELIJK GENOOM
Genoom verwijst naar de hele verzameling genen dat een organisme bezit
- Bestaat uit DNA of DesoxyriboNucleïneZuur: een dubbele helix gebouwd uit nucleotiden van fosfaatgroep
(zuur), suikers (desoxyribose) en 4 soorten basen (Adenine-Thymine en Guanine-Cytosine)
- Gen bestaat uit specifieke combinaties van DNA-nucleotiden die kunnen coderen voor een specifiek
proteïne of eigenschap, zoals lichaamsbouw, lichaamsfuncties, aanleg voor aandoeningen en een rol in
psychologische eigenschappen
-
Het Human Genome Project is opgezet om sekwentie van het menselijk genoom te identificeren, nl. de
specifieke DNA molecule sekwenties in de mens, en werd succesvol afgerond in 2003
- Betekent niet dat de functie van elk gen gekend is!
- De meeste eigenschappen worden ook niet door één gen maar door een combinatie van vele genen
gedetermineerd, en door mate van genexpressie
Het menselijk genoom bevat 20.000 tot 25.000 genen op 23 paar chromosomen (helft vader, helft moeder)
- Een complex geheel, want het zijn er veel en de manier van coderen kan sterk variëren
- “genetisch afval” (98% dat niet codeert) blijkt toch functioneel, bv. bepaalt welke mate de omliggende
genen tot expressie komen
- Meeste genen in het menselijk genoom zijn hetzelfde voor iedereen (99+%), bv. lichaamseigenschappen
- Maar een kleiner aantal genen (en inserties, deleties, vervangingen van DNA) kunnen verschillen tussen
mensen, waaronder genen die coderen voor lichamelijke en psychische trekken, bv. kleur ogen, extraversie
- Mensen verschillen dus in genoom (genotype) en hoe dit tot uiting komt, en dit kan samenhangen met
bepaalde verschillen in hoe ze zijn (phenotype)
GEDRAGSGENETICA
DE DOELEN VAN GEDRAGSGENETICA
1. Bepalen hoeveel (%) van verschillen tussen mensen in een bepaalde trek toegeschreven kunnen worden
aan genetische verschillen en hoeveel aan omgevingsverschillen
• Dit is de klassieke gedragsgenetica
2. Hoe gaan genen en omgeving interageren en correleren in het bepalen van individuele verschillen?
• Dit is de moderne gedragsgenetica
3. Bepalen welke omgevings- en genetische invloeden een invloed hebben op individuele verschillen, bv. voor
omgeving: ouders, siblings, peer-groep, unieke invloeden … - genetisch: enkele genen, complex van genen,
etc.
KLASSIEKE GEDRAGSGENETICA
= kijken naar de overerfbaarheid van trekken
- Overerfbaarheid is de proportie variantie (%) van geobserveerde verschillen (variantie) in een groep
individuen die verklaard of toegeschreven worden aan genetische verschillen (variantie):
Hoe hangen de verschillen/variantie tussen mensen in gedrag/PH/… samen met de variantie tussen
mensen in genen?
, PIV2 – januari 2025 4
ERFELIJKHEID
Genotype Fenotype
= de verzameling van al onze geërfde eigenschappen, = de verzameling van alle observeerbare,
de genetische constellatie van een organisme – de waarneembare eigenschappen en verschillen tussen
“code” in je genen mensen – de uiting van die “code” in een organisme
‘Heritability’ (erfelijkheidsgraad, h 2): % van de fenotypische variantie dat verklaard wordt door
genotypische variantie
‘Environmentality’ (omgevingsbepaaldheid, e2): % van de fenotypische variantie dat verklaard kan
worden door omgevingsinvloeden
• Volgens assumpties van klassieke gedragsgenetica is deze omgekeerd proportioneel met mate van
overerfbaarheid: 1 = h2 + e2
MISVATTINGEN OVER ERFELIJKHEID
- Erfelijkheid kan niet toegepast worden op 1 individu, enkel op een groep individuen
• Bv. cake bakken: elk ingrediënt en element is noodzakelijk, het heeft geen zin om te zeggen dat het één
meer verantwoordelijk is voor de cake dan het ander – MAAR wel als je over verschillen tussen cakes
spreekt! De ene cake meer room/suiker/etc.
• 1 individu (of cake) is nooit enkel bepaald door erfelijkheid of omgeving, altijd door een wisselwerking
van de beide, beide zijn noodzakelijk anders is er geen sprake van een individu
• De discussie over de invloed van genen en omgeving is enkel relevant als het gaat over variantie in een
groep, verschillen tussen individuen: meerdere cakes, lengte, intelligentie, persoonlijkheid
- Erfelijkheid is niet constant of onveranderlijk, want het is altijd van toepassing op een bepaalde groep, een
bepaalde tijd, is afhankelijk van genetische variantie en omgevingsvariantie in de groep (bv.
cultuurverschillen, tijdsverschillen) en variabele genexpressie
- Bewijs van erfelijkheid en individuele verschillen rond een eigenschap is niet noodzakelijk een bewijs van
(erfelijkheid van) groepsverschillen in die eigenschap
- Erfelijkheid is NIET een precieze statistiek, maar wel een schatting (oa. door meetfout)
METHODEN IN DE KLASSIEKE GEDRAGSGENETICA
SELECTIEF KWEKEN
= artificiële selectie; voortplanten ifv bepaalde eigenschappen, bv. honden fokken
- Door selectief te paren van individuen met bepaalde eigenschappen → als dat werkt, is dat teken dat die
eigenschappen (deels) erfelijk zijn
- Maar kan dus enkel slagen als de eigenschappen erfelijk zijn en kan niet ethisch aanvaardbaar op mensen
uitgevoerd worden
FAMILIESTUDIES
- Onderzoek naar de correlatie tussen de mate van genetisch verwantschap, bv. ouder-kind: 50%, broer-zus:
50%, grootouder-kleinkind: 25% en de mate van gelijkenis in een bepaalde trek
- Als een trek erfelijk is zouden familieleden die meer genetisch gerelateerd zijn ook meer gelijkend moeten
zijn met betrekking tot deze trek dan familieleden die minder genetisch gerelateerd zijn (positieve r)
- Maar is de correlatie dan misschien niet te wijten aan de al dan niet gedeelde omgeving?
• Er is vermenging/verwarring (confound) tussen genetische en omgevingsinvloeden en dus kan de
invloed van beide niet definitief uit elkaar getrokken worden
• Familiestudies geven dus nooit een sluitend antwoord
TWEELINGENSTUDIES
= onderzoek naar het verschil tussen monozygote (één-eiige, bijna 100% identiek) en dizygote (twee-eiige)
tweelingen:
- Als MZ en DZ tweelingen even gelijkend zijn mbt een bepaalde trek, is die trek niet erfelijk
- Als MZ tweelingen meer gelijkend zijn dan DZ tweelingen, is die trek wel (in zekere mate) erfelijk
- Formule: heritabiliteit (h2) = 2(rmz – rdz), bv. Correlatie in lichaamslengte bij MZ tweelingen van .89 en bij DZ
tweelingen van .51 → erfelijkheidsgraad van de lichaamslengte is 2(.89-.51) = .76 90%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mellowerillish. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.46. You're not tied to anything after your purchase.