alle opdrachten met antwoorden, zijn verplicht om bij elke werkgroep in te leveren en handig voorbij het leren. Hiermee heb je alle onderwerpen gehad voor het leren voor het tentamen!
Wat is het geest lichaam probleem, hoe ontstaat het en is het relevant voor de psychologie
Hoe is onze geest (gedachten en gevoelens, immaterieel) met ons lichaam (hersenen, materieel)
verbonden. Dit probleem ontstaat omdat gedachten en gevoelens anders lijken te zijn dan wat er fysiek in
ons lichaam gebeurt (zoals hersenactiviteit).
Belangrijk voor psychologie want deze wetenschap probeert te begrijpen hoe mensen denken,
voelen en zich gedragen en daarvoor moet je snappen hoe de geest en lichaam samenwerken.
Welke argumenten spreken (blijkbaar) ten gunste van substantiedualisme
Substantiedualisme is dat geest en lichaam twee aparte substanties zijn, waarbij de mind het lichaam
aanstuurt. Lichaam heeft een locatie in de ruimte, maar de geest niet.
Wordt ondersteund door:
…..
Wat is problematisch aan de argumenten voor substance dualisme
Substance dualisme gaat ervan uit dat de lichaam en geest afzonderlijk en ui verschillende substanties
bestaan, met verschillende eigenschappen, waardoor er paar problemen ontstaan:
- Interactie probleem: hoe kunnen twee verschillende substanties met elkaar interageren? De geest
heeft geen locatie en is geen extension, doordat ze verschillende eigenschappen hebben is er geen
logische verklaring voor het feit dat deze twee substantie elkaar beïnvloeden.
- Causal closure of the physical realm: we hebben de geest niet nodig om fysieke processen uit te
leggen.
- Intensional fallacy: er wordt een ontologische conclusie getrokken uit een epistemologisch verschil.
Er wordt geconcludeerd dat de geest en het lichaam fundamenteel verschillende substanties zijn,
o.b.v. redenatie. De conclusie wordt getrokken o.b.v. het vermogen om iets voor te stellen
(epistemologisch), zonder dat dit bewijst dat dit daadwerkelijk bestaat (ontologisch). Feit dat we
ons iets kunnen voorstellen, bewijst niet per definitie dat dit bestaat.
o Ontologie: studie van hetgeen daadwerkelijk bestaat
o Epistemologie: de studie van hetgeen we weten en hoe we dat kunnen weten.
o
- Leibniz’s principle werkt niet voor de psychologische toestanden zoals denken, twijfelen en
geloven. Wanneer je bepaalde gebieden toeschrijft aan een object, of je hebt bepaalde gedachtes
over een object (kleur, geur enz.), betekent het niet automatisch dat deze gebieden ook horen bij
het object. Je kan het ook verkeerd hebben of een misvatting hebbenover het object.
Welke uitdagingen kent substantiedualisme
Er is geen verklaring voor de meeste argumenten voor de manier waarop de geest en het lichaam (de twee
verschillende substanties) met elkaar interageren. Als beide geen gelijke eigenschappen/karakteristieken
hebben, hoe kunnen ze elkaar dan beïnvloeden?
Er is geen bewijs voor bestaan van de geest, omdat dit een niet-fysieke substantie zou zijn, dat maakt het
gelijk ook dat het niet te controleren/falsificeren is.
College 2
Welke verschillende soorten bewustzijn kunnen we bestuderen? Wat is het verschil tussen
toegangsbewustzijn en fenomenaal bewustzijn?
Fenomenaal bewustzijn en access bewustzijn.
, - Fenomenaal bewustzijn: subjectieve ervaring gerichte kwaliteit van bewustzijn (HOE HET VOELT)
pijn, smaak, emoties.
o Qualia = kwalitatieve aspecten van ervaring
o Bat argument = we weten dat zij echolocatie gebruiken, maar nooit hoe dat echt zou voelen
- Access bewustzijn: juist info dat direct beschikbaar is voor actie, spraak, verwerking. Bewuste
inhoud om keuzes mee te maken.
Ze kunnen naast elkaar bestaan, maar ook los:
Dromen fenomenaal zonder toegang
Filosofische zombie toegang zonder fenomenaal
In hoeverre spreken het zombie-argument, kennisargument en het verklarende kloofargument zich uit
tegen een puur fysieke interpretatie van bewustzijn?
Zombie-argument = stelt dat we ons een wereld kunnen voorstellen waarin er ‘filosofische’ zombies
bestaan die fysiek identiek zijn aan ons (zelfde reacties en hersen activiteit), maar geen bewustzijn ervaren,
zonder qualia.
- Suggereert dat bewustzijn niet volledig te reduceren is tot fysische processen.
Kennisargument (Mary’s room, Frank Jackson) = stelt dat een persoon die alle fysieke kennis over een
bepaalde ervaring heeft (bv. kleur) toch iets nieuws leert wanneer ze die ervaring daadwerkelijk heeft (hoe
het is om de kleur te zien).
- Suggereert dat bewustzijn kennis niet puur fysiek kan zijn.
Verklarende kloof (levine): kloof tussen verklaren fysieke oorzaak van een ervaring (pijn) en de subjectieve
ervaring ervan.
- Je kan misschien begrijpen hoe pijn wordt veroorzaakt door de fysieke processen, maar dat
verklaart nog niet hoe en waarom het zo voelt.
Wat zijn de centrale aannames van eigendomsdualisme en welke centrale uitdagingen kent
eigendomsdualisme
Eigendoms (property) dualisme: Het brein heeft fysieke als niet-fysieke eigenschappen (qualia) en deze
kunnen niet worden herleid tot fysieke eigenschappen en vice versa.
- Belangrijkste aannames zijn dat mentale eigenschappen kwalitatief verschillen van fysieke
eigenschappen en dat bewustzijn een fundamenteel aspect is van de realiteit.
Uitdagingen eigendomsdualisme:
- Epifenomenalisme – qualia hebben geen invloed op en worden niet veroorzaakt door fysieke
gebeurtenissen. Qualia zijn niet fysieke eigenschappen en kunnen dus niets fysieks laten gebeuren.
Bewustzijn is causaal irrelevant, mentale toestanden worden veroorzaakt door fysieke
gebeurtenissen, maar hebben geen effect op fysieke gebeurtenissen (denk aan filo zombies)
College 3
Wat zijn identiteitsverklaringen
Stellen dat mentale toestanden en hersentoestanden identiek zijn, en dat elke mentale toestand een
fysieke hersentoestand is. Bv. pijn is identiek aan een specifieke hersentoestand of zenuwactiviteit.
= identity theorie. Mind = brain en is onderverdeeld in Type- en Token identiteit theorie.
Wat is de centrale aanname van identiteitstheorie en hoe wordt deze blijkbaar gemotiveerd door
neurowetenschappelijk onderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyluna. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.36. You're not tied to anything after your purchase.